2 Ynfynyty

Noiserock kruipt blijkbaar diep in een mens. Kevin Whitley drumde een tijdje bij Ed Hall, waar hij al snel weer werd vervangen. Hij richtte dan maar meteen zijn eigen band op, samen met Owen McMahon (bas) en drummer Brent Prager, terwijl hij zelf de gitaar en de zang voor zijn rekening nam. En dat was ons inziens meteen een zeer goede beslissing. Waren de platen van Ed Hall (eerst op Boner, later op Trance Syndicate) matig tot degelijk, de minimale output van Cherubs behoorde tot het beste van wat bands uit Austin, Texas in het zog van de fantastische Butthole Surfers in de groeven hebben geperst. Daar zat natuurlijk ook King Koffey voor iets tussen. Een Butthole in hart en nieren en tevens bestierder van Trance Syndicate gaf hij heel wat bands die verzopen in gekheid, noiserock en psychedelische drugs, een kans. Zowel ‘Icing’ (1992) als ‘Herion man’ (’94) zijn ook nu nog de moeite waard om te beluisteren. En dan is nu plots een nieuwe plaat van Cherubs, zomaar uit het niets. De drie leden speelden ondertussen wel bij andere bands (Fuckemos, Sugar Shack, assistentie bij de Butthole Surfers), maar echt veel lieten ze niet van zich horen. Tien stuks knotsgekke noiserock staan er op, die gewoon de lijn verder zetten waar ze die ooit lieten liggen. Nog steede vermengen ze het geluid van vroege Helmet en Unsane met die van het Trance Syndicate-label en weten na al die jaren nog steeds te bekoren. Het is alsof ze nooit weg zijn geweest. Ze mogen gerust nog eens langs komen, en misschien meteen hun legendarische covers van onder meer ‘Dreaming’ (Blondie) of Bow Wow Wow op ons loslaten. Alleen de afsluiter laat de noiserock even voor wat het is, al is het nummer net zo geflipt als de rest van het album, wat de titel uiteraard ook al suggereert. Oud maar niet versleten, deze Cherubs.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
Cherubs_2Ynfynyty
geplaatst:
wo 4 mei 2016

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!