Curieus. Hoogst curieus. Die gedachte bekruipt je bij Music And Poetry Of The Kesh, een heruitgave op vinyl van een cassette die bij het boek Always Coming Home van Ursula K. Le Guin uit 1985 gevoegd was. Le Guin, begin dit jaar overleden, was een dochter van de antropoloog Alfred Kroeber die het laatste, vereenzaamde lid van de Californische Yahi-stam bestudeerde. De Yahi waren in de negentiende eeuw opgejaagd en nagenoeg uitgemoord. Deze laatste vertegenwoordiger, die in 1911 door wanhoop gedreven tevoorschijn kwam uit de wildernis, werd een studie-object. Taal, liederen, gebruiken, voorwerpen – alles werd vastgelegd door wetenschappers, onder wie Kroeber, die zijn stem opnam op wasrollen. Vijf jaar later stierf de laatste Yahi aan de gevolgen van tuberculose. In Le Guins boeken schemert de invloed van haar vader door. De verhalen houden het midden tussen fantasy en sciencefiction, beschrijven vaak samenlevingen die gebouwd zijn rond wereldbeelden van de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Always Coming Home is deels roman, deels etnografie met tekeningen van instrumenten, een woordenlijst, een landkaart, gedichten en recepten. Waar Kroeber zich een beeld probeerde te vormen van een volk dat op uitsterven stond, creëert Le Guin de Kesh, een volk dat alleen in haar fantasie bestaat en hetzelfde gebied bewoont als de Yahi, maar dan in een onbepaalde tijd. De veldopnamen op de cassette, met woorden van Le Guin en muziek van Todd Barton, moesten deze gedroomde Kesh gestalte geven. Dat is maar ten dele gelukt. Net iets te vaak klinkt door alle goede bedoelingen heen hoe kunstmatig de liederen en gedichten zijn. De zangers op dit album zijn voorzichtig, braaf en te zeer gericht op een mooi rond timbre. Maar in nummers als A Homesick Song en Long Singing werkt het wel degelijk, en verplaatst de muziek je naar een gedroomd universum.
