Toekomst van eigen hand
Bij de aanstaande editie van Le Guess Who? wordt weer aan meerdere muzikanten de eer verleend een deel van het programma in te vullen. Wij werpen een blik op twee van hen: Shabaka Hutchings en Moor Mother, om beter te begrijpen wat de artiesten tot hun keuzes brengt.
Wanneer jouw geschiedenis in de scholen ontbreekt, je kreten in de media verstommen en de toekomst die van een ander lijkt, rest er slechts actie of vergetelheid. De Afro-Amerikaanse criticus Greg Tate duidde begin jaren 1990 al eens op het crux van identiteit in het huidige Amerika. ‘Als zwarte is zelfkennis – historisch, spiritueel en cultureel – niet iets dat jou wordt gegeven, institutioneel gezien: het is een zware tocht die je als individu moet ondernemen.’ In een witte wereld zijn zwarte woorden onontbeerlijk – maar waar vind je ze?
Een individuele tocht naar zelfkennis, naar historische positionering, is precies wat twee spelers in de hedendaagse muzikale voorhoede ondernemen. De Britse saxofonist Shabaka Hutchings en de Amerikaanse dichter-muzikant Moor Mother nemen dit jaar op Le Guess Who? beiden een deel van de programmering voor hun rekening. Een geduldige blik op de discografieën en vooral de mediaoptredens van beiden doet een geestelijk verwantschap vermoeden. De twee muzikanten – beiden uitgeroepen tot vaandeldragers van hun respectievelijke gebieden – hebben veel gemeen. Alle twee lopen ze voorop om hardop ongemakkelijke vragen te stellen. Hutchings ondervroeg bijvoorbeeld met zijn laatste album de mythe van de monarchie, terwijl Moor Mother vorig jaar in de Oostenrijkse media met de volgende openingszinnen de gehele discussie samenvatte: ‘Denk eens na, hoe vaak heb jij in je leven gesproken met een zwarte vrouw uit een sociale-woningbouwwijk?’
De twee muzikanten delen een lange geschiedenis van discriminatie, gebrek aan representatie en mogelijkheden. Hutchings ontvluchtte op zesjarige leeftijd met zijn ouders het institutionele racisme in het Britse schoolsysteem. ‘Mijn gedrag werd er gezien als problematisch … mijn zwarte vrienden als een bende,’ verklaarde hij in 2017 op de Amerikaanse televisie. Hij bracht tien formatieve jaren door op Barbados, waar zijn wortels liggen. ‘Mijn tijd daar heeft mij een doel gegeven: de overtuiging dat je, wanneer je hard werkt, iets van je leven kunt maken.’ Die zienswijze is bij veel Afro-Caribische Britten geërodeerd, verdwenen, waardoor Hutchings het als zijn taak beschouwt een voorbeeldfunctie aan te nemen. ‘Ik ben voor hen het levende bewijs dat je iets kunt maken van het leven.’
Moor Mother trekt haar lessen uit het sociale systeem in de Verenigde Staten, waardoor miljoenen armen in een socio-economische houdgreep eindigen. Door haar eigen jeugd in armoede zag ze de dynamiek van achtergestelde gemeenschappen in. ‘Je woont in buurten waar je niet uit kunt vertrekken, je sociale leven wordt gedicteerd door politie en sociale ambtenaren,’ stelde ze in een gesprek met ‘The Fader’. Haar muziek, die bestaat uit gelijke delen drone, freejazz en spoken word, kaart thema’s aan als kolonialisme, representatie en seksueel geweld.
Afrofuturisme
Het punt waar de twee nog veel duidelijker samenkomen, is het afrofuturisme. Dit overstijgt de symbolische knik naar Sun Ra: Moor Mother zette samen met haar partner Rasheedah Phillips het Black Quantum Futurism-collectief op. Met als hoofddoel het bestrijden van de westerse, lineaire tijd en deze te vervangen voor een concept dat uitgaat van tijd zoals in de Afrikaanse mythologie: multi-directioneel en op meerdere vlakken.
Hutchings’ ideeën zijn net zo sterk op mythologie gebaseerd, en evenmin onbekend met het gehele canon aan postkoloniale vooruit- en terugblikken. Paul Gilroy staat naast Alice Coltrane, en Kodwo Eshun vergezelt Nina Simone en Frantz Fanon. Muziek, literatuur en politiek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Moor Mother en Hutchings delen een achtergrond en een urgente boodschap; de eerste bedrijft politiek als traditie, de tweede traditie als politiek. Hoe uit dit zich in het programma van Le Guess Who?
Stapstenen
‘Freejazz is een technologie voor bevrijding, het is een geleider die ik nodig heb ik mijn muziek,’ legt de Amerikaanse Moor Mother uit in een videoportret voor Le Guess Who? Bevrijding zoekt ze ook in haar rol als curator. ‘Het gaat om muzikanten die vrij zijn, die hun zogenaamde grenzen doorbreken en gewoon authentiek zijn. Dat is de rode draad die ik door mijn programma wil laten lopen.’ Moor Mother heeft daarvoor de nodige titanen uitgenodigd. ‘Neem bijvoorbeeld The Art Ensemble of Chicago. Zij zijn de encyclopedie van Afro-Amerikaanse klassieke muziek, een van de wereldwonderen. Het is noodzaak dat zij op elk festival spelen.’ De AACM, het collectief waaruit het ensemble voortkomt, ligt Moor Mother duidelijk na aan het hart: zij strijden sinds de jaren 1960 voor creativiteit en vertegenwoordiging van de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Anders dan doorgaans gedacht waren zij evenmin een puur muzikale onderneming, zoals voormalig voorzitter Kahil El’Zabar al eens onderstreepte: ‘We gaven elkaar advies over zaken als hypotheken en verzekeringen. Het was niet alleen spelen, want ongeacht je esthetische gevoelens moet je kunnen eten, jezelf kunnen wassen, onder een dak in je eigen huis. Het ging om het leven.’
Moor Mother zoekt echter ook de opkomende legenden bij de volgende generaties. ‘Saul Williams kun je niet over het hoofd zien. Hij is eenvoudigweg een treasure, en maakt ook duidelijk hoeveel werk wij nog moeten verzetten om ons te mogen vergelijken met de generatie die ons is voorgegaan,’ jubelt ze in haar online videoportret. Er valt een groot gat te dichten tussen het militante, alomvertegenwoordigde geluid van kritische zwarte figuren in de afgelopen eeuw en het ideaalbeeld van een gehoorde, uitgesproken Afro-Amerikaanse gemeenschap anno nu. Er zijn stapstenen nodig, een verscheidenheid aan figuren die de hedendaagse realiteit voelbaar maken.’ In geen enkel gesprek met Moor Mother blijven ze onbesproken. In haar curatie ruimt ze dan ook genoeg plaats in voor de ‘nieuwe school’.
Alomvattend
Zowel de producer en feministe DJ Haram, de Tunesische zangeres Emel Mathlouthi, als de Britse grime-muzikant Gaika waren de afgelopen jaren via hun muziek in staat kritiek te uiten bij een wereldwijd publiek. Alle drie leunen ze hevig op elektronische producties, van jungle en garage tot stukken die bijna elektro-ballads kunnen worden genoemd. Wat echter vooral duidelijk wordt is dat Moor Mother vooral programmeert uit een gevoel van noodzaak: ‘Deze mensen moeten worden gehoord.’ Ze toont zichzelf in meerdere formaties, zoals als jazz-kwintet Irreversible Entanglements en als elektronisch duo 700 Bliss (met DJ Haram), en kiest daarnaast voor een breed spectrum aan muzikanten die een bodem creëren door grenzen te overschrijden. Op zich niet verrassend voor een vrouw die zelf begon in punkbands en inmiddels wordt gelauwerd door instituten als The Kitchen en Laurie Anderson.
Wat duidelijk naar voren komt, is Moor Mothers wens om door de decennia heen een lijn te trekken langs mensen, collectieven en ideeën die zich sociaal-politiek weerbaar hebben gemaakt door hun gedeelde kunst. Zoals het AACM een encyclopedie van de Afro-Amerikaanse klassieke muziek is, probeert zij eenzelfde soort alomvattende blik in de noodzakelijke, invloedrijke voorhoede van vandaag de dag te werpen – en waar de wortels van hun kunst liggen. Het heeft veel weg van een canon, een beknopte reis langs de grote namen van toen, en vooral ook morgen.
Onbekend
Hutchings gooit het over een andere boeg. In eenzelfde videoportret voor Le Guess Who? maakt hij duidelijk dat persoonlijke interesses zijn keuzes als curator hebben bepaald. Net zoals Moor Mother betreedt hij het podium zelfs meermaals, met zowel Sons of Kemet als The Comet is Coming. Hij omgeeft zich echter met artiesten die hij dolgraag zelf zou zien – als een festival voor hemzelf dus, gevuld met alleen acts die hij zélf altijd nog een keer wilde aanschouwen.
Gezien Hutchings’ rol als spil in de Engelse jazz-scene zou het voor de hand liggen om uit zijn vele projecten een keuze te maken. Hij had ruimte kunnen bieden aan jong Londens talent, zoals van We Out Here waarvan hij muzikaal regisseur is en dat een dwarsdoorsnede vormt van het hedendaagse geluid dat de Britse stad zo eigen is. In plaats daarvan programmeert hij onbekendere artiesten. Onbekend voor hem, welteverstaan. Neem bijvoorbeeld Kadri Gopalnath, de Indiase saxofonist. ‘De functie van het instrument, hoe hij improvisatie met compositie verbindt … hij heeft me echt omver geblazen,’ vertelt de Brit, om vervolgens lachend toe te geven: ‘Maar ik ken hem enkel van YouTube-video’s. Oude opnamen waren dat zelfs, ik heb hem zelf nog nooit gezien.’ Het gaat hem dan ook niet erom dat het optreden gegarandeerd een succes wordt. ‘Ik heb werkelijk geen idee hoe dat optreden gaat worden, maar daar gaat het me juist om: dat ik samen met het publiek ga ontdekken wie deze man is.’
Met even grote bewondering spreekt hij over de Zuid-Afrikaanse gitarist Sibusile Xaba. ‘Ik luister naar zijn albums en ik leer van hem, wat voor mij vreemd is: vaak hoor ik nieuwe dingen die ik weliswaar interessant vind en waardeer, maar daar blijft het dan bij.’ Hutchings wijt het aan zijn klassieke opleiding. ‘Ik geniet echt van muzikanten die niet zo zijn geïndoctrineerd dat ze zichzelf inhouden. Als je Sibusile ziet spelen, verschuift echt het idee hoe je een instrument kunt respecteren.’ Anders dan Moor Mother probeert Hutchings zijn ideale, diep persoonlijke festival samen te stellen. ‘Toen ik Sibusile een keer zag spelen, overrompelde hij mij met hoe hij met zijn band de aandacht kan trekken, en met zo’n intensiteit kan spelen – eentje die niet gespannen is, maar vol blijdschap. Na het concert ging ik de straat op met het gevoel: mensen moeten echt een stukje vrolijker worden, mezelf inclusief.’ Muziek moet ook over lol gaan, over geluk: daar moet de kern liggen.
Opgewekt
En nee: dit is geen onschuldig pleidooi voor meer glimlachende concertbezoekers. ‘Na Sibusiles optreden ging ik naar huis met een geest die was ingeschakeld, opgewekt,’ vervolgt Hutchings. ‘Ik kan iets lezen of me een bepaalde tijd inbeelden, gevoel opbrengen voor andere personen. Eenvoudigweg doordat ik opgewekt ben, geopend.’ Voor Hutchings is dit van essentieel belang voor het politieke vermogen van muziek – die niet op het eerste gezicht politiek lijkt te zijn. De kunstvorm stelt mensen in staat ruimer te denken en ontvankelijker te zijn voor andere ideeën. Wat voor ideeën dan? ‘Die ruimte moeten mensen zelf invullen – dat is geheel afhankelijk van het politieke klimaat.’
Een soortgelijke vrijheid wordt de bezoeker geboden bij Le Guess Who? De Britse saxofonist heeft artiesten uitgezocht die live grensverleggende optredens verzorgen: de absurde, wonderschone Paddy Steer met zijn futuristische elektro-jazz, Bo Ningens overweldigende golf van geluid, en King Ayisoba’s energieke hits uit Ghana. Zo veel kleuren, zo veel soorten. De grijns op Hutchings gezicht bij het zien van deze line-up zie je als vanzelf voor je.
Uiteindelijk delen Moor Mother en Shabaka Hutchings duidelijk een politieke oorsprong, maar hun uiteenlopende motivaties bij de programmering zorgen voor twee verschillende line-ups. De een wil de wereld het altijd veranderende canon van politiek relevante muzikanten tonen, de ander neemt je mee door zijn eigen iPod als op een afterparty. Het belangrijkste blijft vooral dat we de twee muzikanten zelf niet uit het oog verliezen. Het belang van hun stemmen, in hun thuislanden en ver daarbuiten, valt niet te onderschatten. Zichtbaarheid voor hun gemeenschap, alternatieve dromen, zowel door weerbaarheid als door kunst, zijn hun gedeelde wapens tegen de scheef getrokken maatschappijen waarin hun muziek gretig aftrek vindt.
Reacties