Gonçalo ‘Chalo’ Correia werd geboren in Angola en kwam als jonge twintiger terecht in Lissabon, zoals zoveel Angolezen die de grote stap wagen voor een beter leven in het land van hun vroegere koloniale overheerser. Als opgroeiende jongeling in Luanda vond hij al snel zijn geluk in de Angolese sociale protestmuziek van de jaren 1960 en 1970, uitgedragen door zangers als David Zé en bands als Urbano De Castro, Os Kiezos en Jovens Do Prenda. Het was de gouden tijd van de Semba en aanverwante stijlen die langzaam aan plaats hebben gemaakt voor moderne muziekstijlen. Geïnspireerd maakte Chalo zich op autodidactische wijze de akoestische gitaar meester, zich langzaam omhoog werkend in allerlei bars en cafe’s. Een paar jaar geleden werd hij ontdekt door de deejays van Celeste/Mariposa, beide specialisten van Luso-Afrikaanse muziek uit vervlogen tijden, die de moedige taak op zich namen een label te starten om Afro-Portugese artiesten uit Lissabon een podium te geven. Rond Chalo vormde zich een zeskoppige band en na veel repetities werd deze single in één zweterige, energieke dag opgenomen in een kleine garage studio. Het is een heerlijk tastbare opnamesessie van broeierige Semba funk en aanverwante stijlen zoals Rebita, Kazucuta en Kilapanga aangevoerd door Chalo op akoestische gitaar, harmonica en innemende warme zang. Een regelrechte voltreffer die de tropische soundtrack van afgelopen zomer was, zo perfect passend bij de hitte en alle feestjes en barbecues die ons passeerden. De song ‘Kudihohola’ was toch echt wel dé zomerse hit, al zijn songs als ‘Acabou A Guerra’ (stop de oorlog), ‘Chercher Crouila’ (Portugees-Franse ode) en ‘Mariama’ (een stevig swingend liefdesliedje) minstens even catchy en heupwiegend van sfeer. De gelukkigen die Chalo afgelopen zomer hebben zien optreden,zullen het al weten, nu de rest nog. De Semba is terug van weggeweest!
