De Tilburgse kwaliteitslong

Het is weer bijna voorbij. Een week lang was Tilburg weer eens de beste plek ter wereld. Morgen zal daar weer de bikkelharde realiteit zijn. Maar eerst nog maar even een paar uurtjes aan de Tilburgse kwaliteitslong gaan liggen. En een muziekquiz presenteren, natuurlijk

Quizzah

Zondagochtend, één uur in de “namiddag”. Gonzo (circus) presenteert zijn “Lovely Incubate Music Quiz”. Geen van de op Chinese wijze aangeduide gonzovrijwilligers is al écht wakker – je bent lid van de Hunter S. Thompson kerk of je bent dat niet – en bovendien heeft de koffiemachine van de Nieuwe Vorst ook nog eens een slechte dag. Alleen onze onze extern betrokken presentator Richard James Foster is er met zijn hart bij, maar die doet natuurlijk niet aan koffie in de ochtend – die doet aan presentatie zoals Hunter aan journalistiek deed: zonder vrees voor lijf of leden.

Richard krijgt de vragen voor het eerst te zien, terwijl hij ze voorleest, in zijn prachtige, onverstaanbare Nedahhloands accent, en laat het niet na zijn diepgaande dégoût uit zijn voordracht te laten spreken. Good fun, vooral wanneer de man naarmate de quiz vordert de luttele aanwezigen dieper en dieper in de war brengt, door achtereenvolgens onder een tafel te kruipen, een Sonic Youth-waardige performance met drie microfoons uit te oefenen, en vervolgens door het raam vande Nieuwe Vorst naar buiten te staren, terwijl hij de laatste antwoorden voorleest.

Richard James Foster - foto: Tjeerd van Erve
Richard James Foster – foto: Tjeerd van Erve

 

We zouden willen dat we de deelnemende teams een fikse shout-out hadden kunnen geven, maar helaas zijn de archieven van ‘Gonzo’s Lovely Incubate Music Quizzah’ spoorloos verdwenen. Wél kunnen we u meedelen dat niemand – hoe makkelijk onze vragen ook waren – geen enkel team zelfs maar de helft van de punten behaalde, en dat we naast één winnende ploeg en één ex aequo slechts één verliezend team hadden. Da’s alvast een pak hoopgevender dan in de echte wereld.

Brilliant or what?

Maar we waren natuurlijk niet alleen voor die quiz zo vroeg uit ons Tilburgs bed gestruikeld. Ook vandaag was er weer muziek op Incubate. Véél muziek. En niet van de minste. Zo had The Ex de mooie opdracht gekregen om een dag lang de bovenzaal van Dudok te programmeren. Lean Left is Paal Nilssen Love en Ken Vandermark, in combinatie met The Ex’ Terrie Hessels en Andy Moor. Een combinatie die op papier als explosief leest, op cd geniaal is (check onze review van ‘Live At Area Sismica’ in Gonzo (circus) #122), maar op een podium pas écht alles aan flarden snijdt. Veel meer dan een half uur hadden de vier niet nodig om hun verhaal te vertellen – van de beste herrie die je dezer dagen op een podium kan zien, maar bij (toegegeven: korte) momenten ook verrassend ingetogen. Een vroege uppercut. Of zoals Richard James Foster ons – en passant – toesneerde “Was that brilliant or what?” (SB)

Wie me kan helpen de naam “IIVII” uit te spreken: graag, want ik heb echt geen idee. Josh Graham (ook van A Storm of Light, Red Sparowes en ontelbare samenwerkingen) speelt in zijn begeleidende videoprojectie handig met de typografie van zijn pseudoniem, zodat je de Romeinse cijfers gaat lezen als “IMI”, voor weer elke betekenis vervaagt naar een onuitspreekbare lettercombinatie. Dat lijkt te passen bij het hoogst visuele concept dat hij voor IIVII heeft bedacht: de animaties lijken geplukt uit ‘Cosmos’, maar dan met alle wetenschappelijk optimisme eruit gezogen en vervangen door een beklemmende desolaatheid. Doorheen de onmetelijke ruimte zweeft het levenloze lichaam van een astronaut, langsheen verlaten ruimtesteden en uitgebluste sterren. Uiteindelijk wordt het meegezogen in een maalstroom van dode kosmonauten die een kringelende gordel vormen rond een onbekende zon. De soundtrack die Graham hierbij bedenkt (of ging het andersom? Beide zouden kunnen) sluit al evenzeer aan bij de sfeer van de stroom “nuchtere” science fiction uit de jaren 1970 – ‘Outland’, ‘Silent Running’, natuurlijk ‘2001’) haarfijne maar donkere synths, treurig mijmerende piano’s en percussie als een hartenklop. Alles klopt heel mooi dus, maar toch ‘n puntje van kritiek? De Paradox lijkt voor één keer niet de ideale plek om helemaal meegevoerd te worden op Graham’s trip. Te gezellig en te jazzy – ik kan me voorstellen dat IIVII nog meer tot zijn recht zou komen in (ik zeg maar wat) een koude bunker. Of heeft Tilburg geen planetarium? (DV)

De bevestiging

De eerste indruk is alles voor een band. En toen ik begin dit jaar The Homesick zag ergens in een kelder in Groningen (als nevenspoor van Eurosonic) was ik meteen verkocht. Het “setje” (de verzameling individuen op het podium, elk met hun eigen karakter en stijl) klopte zo hard dat het bijna bestudeerd leek, maar tegelijk twijfelde ik er niet aan dat het allemaal compleet écht was: de aftandse merktruien, de dopey kapsels en het bijna kinderlijke enthousiasme dat hun spel af en toe uit de bocht deed vliegen… en dan de roezige aankondiging door Richard James Foster (Nederlands meest Britse Gonzo-journalist) voorlezend uit een boek van Julian Cope, de baldadige moshpit op de drie vierkante meter van de kelder (inclusief plek voor de band), de eerste keer dat ik de absolute wereldsong ‘Friday Night (We Dance to Johnny Cash)’ hoorde… het blijft één van mijn favoriete concertervaringen voor 2015.
Ik besef dat ik hier nu feitelijk een ander optreden aan het bespreken ben. Maar u heeft deze achtergrond nodig om mij te volgen in de evaluatie van de band, minder dan een jaar later. Ik ben verheugd te zien dat de podiumervaring (Elias Elgersma heeft ook een bescheiden hype lopen met zijn ander project Yuko Yuko) enkel op de juiste vlakken z’n invloed heeft gehad: als muzikanten spelen The Homesick strakker en beter, en hun houding verraadt ook wat meer zelfvertrouwen. Maar dan het goede nieuws: de spontane nonchalance en het licht bezopen geluid dat bij de eerste ontmoeting zo’n indruk achterliet, die hebben ze behouden. Dat ligt ondermeer aan het unieke gitaargeluid dat Elgersma hanteert, te omschrijven als een dronken slacker die toch een verrassend behendige motoriek aan de dag legt. Gelukkig was het dus geen crush van het moment – na ons tweede treffen blijkt The Homesick een blijver te zijn. (DV)

 

Meg Baird - foto Tjeerd van Erve
Meg Baird – foto Tjeerd van Erve

Bijna was ik na een kwartier vertrokken. Niet omdat het slecht was, maar “niet slecht” is op een propvol festival als Incubate reden genoeg om mogelijk betere oorden op te zoeken. Het probleem zoals ik het heb ervaren: Meg Baird heeft haar begeleidingsmuzikant eigenlijk niet nodig, is eigenlijk beter af zonder. Over haar spaarzame en oorspronkelijke folknummers legt hij nog een laag mijmerende elektrische gitaar, maar het lijkt alsof Meg zich daardoor genoopt voelt om haar eigen spel en zang in te perken. Het resultaat klinkt mooi maar nogal veilig, en dat is het ergste wat je kan overkomen wanneer je zo’n intens persoonlijke muziek brengt.
Maar net wanneer ik wil rechtstaan, verdwijnt de begeleiding van het podium en valt er een spot op Baird, nu helemaal alleen met haar stem en haar gitaarspel. En wat voor een stem, en wat voor een gitaarspel. Drie nummers lang is Meg Baird een betoverende bard die je wegvoert doorheen de eeuwen langs verloren gewaande tradities. En dan keert de gitarist terug, en ben ik de magie plotseling weer kwijt. No hard feelings, man… het ligt vast aan mij. Maar een volgende keer hoop ik Meg alleen te mogen treffen, een heel optreden lang. (DV)

Trombone-sludge en de Wet van Gelb

Selvhenter was een naam die in een verre uithoek van ons geheugen was blijven hangen als “beslist eens uit te checken”. Dank dan ook aan The Ex, die de vier Scandinavische dames (in het programma was er sprake van vijf dames, maar die tweede drumster konden we nergens bekennen) in hun programmatie van Dudok op te nemen. Want Selvhenter was niet minder dan een revelatie. De vier produceerden met trombone, saxofoon, viool en drum en een batterij aan effecten, een combinatie van sludge-riffs, feedback, kraut en spacejams. En tegelijkertijd werd er nooit in de buurt gekomen van welk genregebonden cliché dan ook. Opvallend: het steevast uitbundige applaus werd altijd ontvangen op een verlegen glimlach. Nergens voor nodig, want de set van Selvhenter was méér dan op niveau. Een paar van de vanavond gelanceerde riffs, hadden moeiteloos het toelatingsexamen voor Roadburn gehaald, overigens. Het verbaasde ons dan ook ten zeerste, toen we bij een toevallige blik achter ons, moesten vaststellen dat Selvhenter in de loop van hun concert de Dudok bijna hadden uitgekuist. Ga u een beetje schamen, als u tijdens dit prima concert bent weggewandeld. (SB)

De wet van Gelb: op het podium doe ik mijn goesting, en niks dan m’n goesting – op elk moment. Die goesting omvat ondermeer: spontane covers, demoversies van nog op te nemen nummers, een parlando waar een solo moet komen en vice versa, ideetje van vorige week een keer uitproberen voor publiek, halverwege de song beslissen dat er een andere song gespeeld moet worden.
Dat heeft ervoor gezorgd dat we Howe Gelb solo zelfs niet meer gaan kijken. Te vaak teleurgesteld  door een onsamenhangend zooitje van een optreden dat enkel en alleen drijft op spontaniteit. Het is een lovenswaardig creatief principe maar in de praktijk is er toch wat meer nodig om het ook muzikaal interessant te maken. Zie ook de vele optredens van Giant Sand (het countryrockend draaideurcollectief rond Gelb) die we al min of meer in de prak zagen rijden doordat de aanwezige muzikanten zijn buitenissige grillen gewoon niet konden volgen. Maar de huidige bezetting van de band (of toch die welke we in Tilburg aan het werk zagen – God mag weten hoelang die zal standhouden) bewijst dat Gelbs modus operandi in de beste omstandigheden voor knetterende vonken kan zorgen. Of hij nu midden in een anekdote een song inzet, midden in een song om een drum-en-bas solo vraagt, of midden in de set besluit een nieuwe song uit te proberen die de band nog nooit heeft gehoord – zijn entourage bedient hem op zijn wenken en weet zowaar muzikaal goud te puren uit elke grillige wending die hij hen toewerpt.

En dat laat Gelb toe om ten voeten uit “Howe Gelb” te wezen, een levensecht personage uit een Coen Bros western die nog moet gemaakt worden (al kwam Jeff Bridges’ versie van “Rooster” Cogburn al aardig in de buurt). Hij sloft over het podium met een stetson op het hoofd en een permanente monkel op de lippen, een bodemloze bron van straffe verhalen en mooie liedjes. Laten we hopen dat deze muzikanten blijvers zijn, of tenminste een standaard zetten voor toekomstige Giant Sand concerten, dan word ik vast terug een trouwe bezoeker. (DV)

Nederland boven

Eerder deze week hadden we al een stukje meegepikt van Tilburger Jasper Stadhouders tentet, dat een beetje de rode draad was door de programmatie van Paradox op Incubate 2015. Dat stukje was dusdanig in de tijd beperkt – dankjewel Tilburgse stadsdiensten om onze OV-fiets slijpschijfgewijs te stelen – dat we over die nochtans overrompelende tien minuten niets gemeld hebben in onze verslagen totnogtoe.

Maar vanavond was er de première van een gloednieuw kwartet: Nate Wooley, Ken Vandermark, Jasper Stadhouders en Steve Heather. Wooley werd tot woordvoerder gebombardeerd en liet weten dat het kwartet ter voorbereiding een luttel uurtje had kunnen samenzitten, en dat het hun eerste concert zou worden (“as a group, not as individuals”). Het kon met andere woorden alle kanten uit. Wooley kondigde achtereenvolgens composities van Stadhouders, Heather, Vandermark en zichzelf aan, die de ene keer al vlotter verliepen dan de andere. Maar dit zijn natuurlijk stuk voor stuk muzikanten die met zulke beperkte voorbereiding uiteindelijk toch wegkomen.Het opvallendste stuk was een compositie van Wooley, waarbij die eerst hikkerig aan de slag ging met zijn ventielen, en al zijn truken uit de kast haalde, maar vervolgens ook een gewoon ontzettend ontroerend mooie passages neerzette, om uiteindelijk door de band vervoegd te worden in een indrukwekkend in elkaar hakende monstergroove. Niet alles was al van dat hoge niveau, maar al bij al voelde het als een privilege om een keer een eerste show te zien van een kwartet dat nét de wereld ziet. Een week later zouden we in het Antwerpse Zuiderpershuis overigens een ondertussen geheel gerodeerd kwartet aan het werk zien: impressionant.

Wat nog te schrijven over The Ex? Dat ze het eeuwenoude antidotum zijn voor het volstrekt onnozele Nederlandse muzikale minderwaardigheidscomplex ten opzichte van de Belgen, misschien? Geloof deze Belg maar dat onze nationale punktrots 30 jaar na datum nog steeds dezelfde songs speelt als waar ze 35 jaar geleden mee bekend werden – goeie songs, maar toch. Alleen al uit de programmatie van Dudok vandaag, mag blijken dat The Ex, ook anno 2015 nog zeer goed weten waar de klepel hangt. Van alle zogeheten ‘punk’bands was The Ex altijd al die met het meeste swing. We hebben de band de afgelopen jaren vaak aan het werk gezien, en dat was nooit minder dan heel erg goed, maar vanavond was zo’n avond waarop het allemaal klopte. De band had er al even veel zin in als het publiek, de locatie was helemaal top, alles swingde als een tiet en de gitaren van Moor, Hessels en De Boer haakten mooier dan ooit in elkaar. En wanneer Katherina Bornefelt naar voren stapt weet je dat er met ‘From The Top Of My Lungs”, een heerlijk enthousiasmerend liedje staat aan te komen – een hymne voor lovers in tijden van haters. De keuze tussen The Ex en Neneh Cherry was haast ondraaglijk voor ons – we zagen Neneh de afgelopen twee jaar drie keer, en zijn nog véél en véél verliefder dan Dimitri Vossen (zie onder, maar seriously – Vossen is niet half zo verliefd als Buyst), maar toch hebben we geen seconde spijt dat we deze keer voor de Hollanders en niet voor de Zweedse gegaan zijn. (SB)

N.E.N.E.H.

Foto: archief - Greg Batens
Foto: archief – Greg Batens

Wie herinnert zich nog zijn eerste popster-crush op de schoolbanken? Voor mij was het Neneh Cherry, op dat moment (1988) een ravissante krullenbol met nét de juiste dosering tomboy versus sex om de ontluikende hormonen op hol te doen slaan. Ze had alles mee om een one-hit wonder te blijven, maar vijfentwintig jaar later is het duidelijk dat mijn puberale zelve geen slechte keuze heeft gemaakt: Cherry heeft een eigenzinnige carrière bijeengesprokkeld met gelijke delen hitgevoelig materiaal (‘Woman’s World’) en experiment (haar samenwerking met de Noors-Zweedse jazzgroep The Thing). Op Incubate treedt ze aan met de Londense broertjes RocketNumberNine, die een spaarzame maar uiterst dansbare groove knutselen onder elk nummer. Maar we moeten daar eerlijk in zijn: het charisma van Neneh is wat het optreden maakt. Ze grolt en kirt nog steeds als vanouds, ze beneemt nog steeds de adem wanneer ze over het podium dartelt, ze schakelt moeiteloos van sensueel naar vuilgebekt in een ogenblik, ze flirt speels met haar bandleden en haar publiek. Ze heeft er geen probleem mee de oude hits te spelen (‘Manchild’ en ‘Buffalo Stance’), maar dan wel in een radicaal nieuwe versie. En ze bulkt van het plezier, zelfs wanneer technische problemen even de vaart uit het optreden halen. We hebben veel geweldige muziek gehoord en veel indrukwekkende performers gezien de afgelopen dagen, maar het lijkt niet meer dan rechtvaardig dat onze Incubate 2015 wordt afgesloten met een absolute rasartiest.
Op het einde van het optreden passeer ik Joost, directeur van Incubate die op weg is naar de backstage. “Geweldig toch, ik ga ze meteen feliciteren!”, en pas wanneer hij om de hoek verdwijnt roep ik meer tegen mezelf dan naar hem: “Fuck, natuurlijk – neem me mee asjeblieft!” maar het is te laat. Mijn eerste popster-crush ontmoeten, vijfentwintig jaar na datum… het zit er dit jaar niet in. Dus Joost: volgend jaar gewoon opnieuw Neneh Cherry op Incubate, okay? De vijftienjarige in mij zal u ten zeerste dankbaar zijn. (DV)

En toen moest Wire en hun Pink Flag Orchestra nog aantreden. Helaas hadden wij een vroege lift naar de Bikkelharde Realiteit. Maar in september 2016 zijn we weer Tilburgers, dat is een belofte waar we ons aan vastklampen.

Gonzo (circus) crew: Dimitri Vossen en Stijn Buyst.

 

tekst:
Gonzo (circus) Crew
beeld:
Meg-Baird20091623_WEB
geplaatst:
di 6 okt 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!