In het 31e Hoofd Stuk blikt Harold Schellinx terug en vooruit, naar de muziek van het Frans-Nederlandse kwartet Diktat die zonder begin en zonder einde is, als een Turingband. De vele overeenkomsten met Robert Musils man zonder eigenschappen, voor wie het ‘nu’ en de ‘werkelijkheid’ enkel hypothesen waren, zijn dan natuurlijk niet ‘toevallig’.
Reacties