728x90 MM

De Culture Club

Waarom sloeg Vivienne Westwood een willekeurig meisje tijdens een optreden van de Sex Pistols? Naar eigen zeggen omdat ze zich verveelde en de show wat leven in wilde blazen. Waarschijnlijk ook omdat een relletje goede publiciteit betekende voor de band. Craig Schuftan bekijkt het incident in ‘De Culture Club’ vanuit een andere invalshoek: Westwood’s actie staat volgens hem in een traditie die kan worden teruggevoerd op surrealist Jacques Vaché, die een pistool op het publiek richtte tijdens de première van een toneelstuk van Apollinaire, simpelweg omdat het decor hem niet beviel. Zo had hij laten zien hoe je de spektakelmaatschappij kon ontregelen, zoals de situationisten het later verwoordden.
Dat beeldende kunst invloed heeft gehad op de popcultuur in het algemeen en de popmuziek in het bijzonder, is bekend. De voorbeelden van kruisbestuivingen zijn talrijk: van de kunstacademieachtergrond van The Who tot het King Mob verleden van Malcolm McLaren en van het artwork van Franz Ferdinand (de hoes van hun tweede album is gebaseerd op een poster van de constructivistische kunstenaar Rodchenko) tot het nummer ‘Killing an Arab’ van The Cure, een ode aan het existentialistische boek L’Étranger van Camus. Schuftan noemt al deze voorbeelden, maar gaat ook een stap verder door aan te tonen hoe het gedachtegoed van de twintigste-eeuwse –ismen – het surrealisme, constructivisme, dadaïsme, situationisme en ga zo maar door – haast ongemerkt is vervlochten met de geschiedenis van de popmuziek.
Schuftan begon deze verbanden in kaart te brengen voor zijn langlopende radioshow The Culture Club op de Australische zender Triple-J, om zijn bevindingen vervolgens te verwerken in een boek, dat nu in Nederlandse vertaling is verschenen. Net zoals de radioshow is de tekst associatief opgezet, zodat je van de ene anekdote in de andere rolt: van Marquis de Sade via Dali en Burroughs naar de Pixies en via László Moholy-Nagy en John Cage naar Grandmaster Flash. Schuftan maakt er een sport van om de meest onwaarschijnlijke verbanden tussen moderne kunst en popmuziek aan te duiden en soms vliegt hij in zijn enthousiasme weleens uit de bocht. Vaker komt hij met originele inzichten, bijvoorbeeld over de fascinatie voor waanzin, die te herleiden is tot Artaud’s theater van de wreedheid, weerklinkt in beatpoëzie en terugkeert in de personen van Jim Morrison en Ian Curtis.
Zo laat Schuftan zien hoe de denkers en doeners van twintigste-eeuwse stromingen in de kunst als eerste de inzichten en methodes verkenden die later door popmuzikanten werden gehanteerd, terwijl laatstgenoemden de ideeën van bijvoorbeeld de existentialisten en surrealisten op hun beurt naar de autoradio en MTV brachten en voor een breed publiek toegankelijk maakten. Lezers met een brede culturele interesse zijn zich al bewust van het bestaan van dergelijke dwarsverbanden, maar zelden zijn ze helderder weergegeven dan in ‘De Culture Club’. Dankzij de prettige, humoristische schrijfstijl en levendige voorbeelden is het een bijzonder aanstekelijk boek geworden, waarin Schuftan aantoont dat kunst en het dagelijks leven álles met elkaar te maken hebben.

tekst:
Leonor Faber-Jonker
beeld:
CraigSchuftan_DeCultureClub
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!