Het Cactusfestival, gesitueerd in het Brugse Minnewaterpark, is een fijn festival. Lekker eten, een prettige relaxte sfeer en (doorgaans) fijne optredens. Wat moet je meer hebben?
Ik begon de slotdag van het festival met – naar verluidt – Jamaica’s nieuwste reggae sensatie Chronixx. Jamar Rolando McNaughton Jr. is pas 23, maar hij betrad zelfverzekerd het podium en ving met zwier zijn mix van old school rootsy reggae met dancehall aan. Leuk om een luie en zonnige zondagnamiddag mee te starten. Zo dacht Chronixx (de zoon van Chronicle) er blijkbaar ook over. Hij reeg de hitjes waarmee hij een ster werd in Jamaica, vlot aan elkaar en probeerde de nog wat lome massa aan het swingen te krijgen.
Wat heeft Zweden toch met gemaskerde bandleden? In het metalgenre betreden de leden van Ghost gemaskerd het podium en laten zich aanspreken met: Papa Emeritus (zang) en de Nameless Ghouls (de band). Ook de bandleden van Goat staan met tribale maskers, gewaden en pluimen getooid op hun instrumenten te beuken, terwijl twee wild rondhuppelende zangeressen het als een missie zien om met een soort regendansen leven in de brouwerij te brengen. Met succes. Goat haalt de mosterd bij wereldmuziek en koppelt die aan funk en psychedelische rock. De riffs en ritmes deden me onverwijld denken aan Tinariwen. Maar ook flarden Amon Duül II, Transglobal Underground, Pandit Pran Nath of Spacemen 3 schoten door mijn hoofd. De vrij repetitieve ritmen en circulaire gitaarmotiefjes van de Zweden zijn aanvankelijk best bezwerend en nodigden uit tot jolig gezwaai met de armen en het ritmisch meedeinen met de benen. Maar na een dik half uur had je het wel gehoord en gezien.
En toen kwamen Kurt Vile and The Violators. Daar werd ik pas echt wakker van. Ik zie dat soort optreden liever in een zaal en op een later uur van de dag. De songs van dit voormalig stichtend lid van The War On Drugs zijn van die aard dat ze dat ze zelfs in het zonlicht als schuurpapier klinken. Kurt Vile brengt een soort folkrock voor de grootstadsmens. Het snijdend gitaarwerk en een opzwepende ritmesectie zijn contrapuntisch aan Vile’s eentonige, nasaal klinkende stem. De set klonk bijzonder strak, maar Vile’s nonchalante manier om van gitaren te wisselen en schijnbaar onbeholpen over het podium te waggelen, straalden tevens een bijzonder ontspannende sfeer uit.
De passage van het Kortrijkse SX was eerder kort, toch verpletterend. Frontvrouw Stefanie Callebaut weet verdomd goed waar ze mee bezig is en waar ze naar toe wil. Op het podium werd ze bijgestaan door drummer Christophe Claeys en toetsenist Christophe Claeys (beiden van Amatorski) en haar partner in crime Benjamin Desmet. De elektronische rock en pop van SX is afwisselend hypnotiserend en opzwepend. Sexy, koel, donker en een frontdame die niet vies is van enige theatraliteit, maar met haar oerkreten en hoekige bewegingen de songs extra in de verf zette. Prima show – op alle vlakken.
Jason Swinscoe dirigeerde zijn band van op zijn tafel vol elektronica. Zijn collectief The Cinematic Orchestra, die sinds ‘Ma Fleur’ uit 2007 geen nieuw materiaal meer heeft uitgebracht, klonk uitermate inspiratieloos. Ik had de band vroeger nog gezien en toen hadden ze video’s mee en klonken Swinscoe en zijn gevolg stukken meer geïnspireerd en vitaler. Nu leek de band uitgeblust en leken ze te zoeken naar de juiste invalshoeken. Nog nooit een band – met dergelijke reputatie en faam – met zoveel onzekerheid op een podium zien staan. Blijkbaar sleutelt de groep aan nieuw materiaal en was het optreden een soort repetitie. En ja, materiaal uit ‘Ma Fleur’ en ‘Every Day’ en flarden uit ‘Motion’ passeerden de revue, maar konden niet echt overtuigen. Saai, maar vooral: bijzonder pijnlijk.
Ik had ooit over ‘Le Soleil Est Près deMoi’ (1997) geschreven dat dit het soort muziek is waar je – op een luchtmatras dobberend op de Oceaan met een frisse cocktail in de hand, terwijl op de achtergrond het vasteland gekleurd wordt door een reusachtige paddenstoel – elk contact met de realiteit verliest. De song ontbrak op de setlist die Air bracht op Cactus, maar het gevoel dat je – los zwevend – ergens in de kosmos vertoefde, bleef. Air bracht dit jaar de compilatie ‘Twentyyears’ uit – ongetwijfeld de reden van hun tour. Of de band nieuw materiaal op het schap heeft liggen is onduidelijk. ‘Take the Money and Run?‘ Misschien. Wat niet wegneemt dat Air een voortreffelijke compilatie bracht, die zowel de kenners van hun oeuvre als de ‘nieuweling’ in vervoering bracht. Air opende met ‘Venus’ uit ‘Talkie Walkie’ en slalomde hoofdzakelijk tussen materiaal uit voornoemde CD, ‘Premiers Symptômes, ‘Moon Safari’ en ‘The Virgin Suicides’. De electro- en synth-pop van Air, vol weemoed en sensualiteit, staat er nog. Vernieuwend is dit uiteraard al lang niet meer, maar lekker nostalgisch is het wel.
Gezien: Cactusfestival, Minnewaterpark Brugge, 10 juli 2016