Nog tot en met 10 mei is Kortrijk het epicentrum van geluidskunst in België. Klinkende Stad, een onderdeel van het Festival van Vlaanderen Kortrijk, brengt acht geluidskunstenaars samen in een aardige stadstentoonstelling.
Kortrijk heeft geen tekort aan prachtige gebouwen als decor voor een tentoonstelling als Klinkende Stad, de stad houdt bovendien heel erg van de naam ‘Buda’, wat voor enige verwarring kan zorgen bij de niet-Kortrijkzaan. De tentoonstelling gaat hoofdzakelijk door op het Buda-eiland, onder andere in de Budatoren, de Budascoop, de Budafabriek en BuBox.
In de Buda- of Tacktoren stelt Hans Beckers tentoon. ‘Sonitum Horarium’ is in de eerste plaats een installatie die er prachtig uitziet. De glazen kolven en trechters, koperen schalen, kettingen, tandwielen en lepeltjes, voeren de geluidskunstenaar terug tot een klankprofessor die soldeert, experimenteert en combineert. In dit laboratorium onderzoekt Beckers het geluid van de tijd, dat doet hij aan de hand van zandlopers. Het zand, dat uit verschillende werelddelen komt, legt een circuit af en produceert een eigen geluid, afhankelijk van korrelgrootte. Het resultaat is een verknipte chronologie van de wereld.
In hetzelfde gebouw toont Pieterjan Ginckels zijn ‘1000 Beats’. Het werk materialiseert muziek, het is een verzameling van platenspelers, mengpanelen, versterkers en luidsprekers. Toch is de esthetiek van de installatie niet overdonderend en de conceptuele insteek (fancultus, muziek als beeldende kunstvorm) niet dwingend.
Steven Tevels neemt twee verdiepingen van de middeleeuwse Broeltoren in. Met zijn ‘Singing Potatoes’ charmeert hij ongetwijfeld het diverse publiek dat een stadsfestival lokt, acht aardappels die als interface optreden tussen het menselijk lichaam en het geluidscircuit. ‘Invocation’ is haast het tegengestelde: geen publiekvriendelijk kunstgrepen, maar wel naakte techniciteit. Voor fanaten van elektromagnetische golven, rotatiesystemen en TL-lampen.
De laatste drie kunstenaars leggen nog nadrukkelijker de link tussen beeld en geluid. Te beginnen met ‘Licht und Blindheit’ van Stefaan Quix. Opnieuw visueel een heel aantrekkelijk werk in de cinemazaal van kunstencentrum Buda, waarbij kleur subtiel verschuift op de tonen van Terry Riley’s ‘In C’ dat gespacialiseerd wordt in de ruimte. Een prachtige interpretatie van onze schermcultuur.
In het oude klooster van de Zusters Paulinen tot slot stellen Klaus Verscheure en Jóhann Jóhannsson hun werk voor. Verscheure toont 14 stillevens in het werk ’14 EMOTIONS / Allegoria Via Dolorosa’. Een moderne interpretatie van de kruisweg dus, met singleshot beelden die ontiegelijk traag bewegen. Jammer dat de beelden, de muziek en de setting een overdreven pathetiek oproepen. Waar het werk van Schaefer de pathetische inslag nog kon counteren door zijn intrinsieke kwaliteit, wordt ’14 EMOTIONS’ erdoor verstikt. ‘End of Summer’, het filmdebuut van componist Jóhann Jóhannsson, staat ermee in contrast. Een sobere, gestileerde documentaire waarin Antarctische pinguïns de hoofdrol spelen. Beelden uit een andere tijd en een andere wereld lijken het, maar een wereld die toch beïnvloedt, misschien zelfs vernietigd wordt door de onze.