OPINIE: Is Brussel echt het nieuwe Berlijn?

In een lang artikel in Gonzo (circus) #97 hebben Sam Steverlynck en ik getracht tot de ware bastaardaard van Brussel door te dringen. De sterke eclectische beelden van Ulrike Biets hadden niet beter kunnen passen bij onze woorden en de sfeer die de stad ademt zoals wij die hier ervaren.

Brussel
Brussels by Night - Foto: Ulrike Biets

Toch kan er nog veel gezegd worden over de culturele sfeer. Voor en tegens, en na A moet ook B gezegd kunnen worden, zowel de scherpere kanten als schouderklopjes. Brussel, het blijft een verwarrende stad voor degenen die er niet wonen of weinig komen. Zelfs voor de eigen inwoners is het een stad die voortdurend verandert en men heeft vaak totaal geen idee van wat er elders in de stad of in de deelgemeenten gebeurt. In Brussel zijn er tal van geïnteresseerde en culturele mensen die zich als gemaksdieren en habitués rondhangen op steeds dezelfde plekken. Die microkringen belemmeren het culturele leven niet, want de diversiteit blijft groot, maar het is duidelijk dat dit eilandjes zijn in de weidse zee van de stad. Iedereen kan er komen, als je maar de juiste route vindt of durft te nemen.

Ik zie dit eigenlijk nog met vrij nieuwe ogen, aangezien ik pas sinds vier maanden in Brussel woon na 2,5 jaar pendelen tussen Utrecht en Brussel. Ook Sam en Ulrike zullen als ‘Brusseleirs’ elk een eigen kijk op de stad hebben. En ook al omschrijft het artikel Brussel als een terechte culturele hotspot van het land en Europa, sommige Brusseleirs – Nederlandstaligen en Franstaligen – kijken nog steeds negatief naar de diverse culturele initiatieven.

Dansaertstraat
Nachtwinkel in Dansaertstraat - Foto: Ulrike Biets

In het NRC Handelsblad is er een wekelijkse column over Brussel en daar kwam onlangs het woord de ‘Dansaertvlaming‘ naar voren. De Dansaertstraat is de straat waar de kunstgalerijen en designstudio’s bevinden, al vertrekken steeds vaker naar andere goedkopere of hippere delen van de stad. Het woord ‘Dansaertvlaming’ refereert aan een in Brussel wonende Vlaming (dus geen Nederlandstalige Brusseleir) die zich zowel van Vlaamse subsidies als subsidies van Franstalige instanties bedient. Dat is blijkbaar cultuurschennis van de hoogste plank, want elke instantie lijkt vooral de subsidies te verstrekken om haar eigen ’taalcultuur’ op te dringen aan de stad.

Als bijvoorbeeld de Vlaamse cultuursubsidies inderdaad alleen lijken te bestaan om initiatieven te steunen vanuit een Vlaamse context en door externe Vlamingen, dan vergeten ze daarin tegelijk de realiteit van de stad mee te nemen en fungeren dergelijke bepalingen ook als een uitsluiting voor de mensen uit Brussel zelf. Het moderne karakter van Brussel en zijn creatievelingen zit hem juist in de veelheid van talen en culturen. Een echte Brusselse creatieveling zal daarom niet snel kiezen tussen het Vlaamse of Franstalige kamp. Is dit ambivalent cultureel opportunisme? Dat lijkt vooral een kreet die uit het Vlaamse of Franstalige kamp komt. De culturele opsplitsing van Brussel is een trage veldslag waarbij de subsidies als munitie dienen en Brussel het kanonnenvoer is, bewust of onbewust. De vraag die hierbij gesteld kan worden: moeten cultuursubsidies in Brussel de cultuur steunen van de stad, het land of de taalgemeenschap?

Breakdancing
Breakdancing in Brussel - Foto: Ulrike Biets

De Brusseleirs uit het culturele circuit hoor je meer klagen over andere zaken, zoals import Vlamingen, Walen of zelfs Parijzenaren die hier vanuit hun eigen netwerkje bouwen. Een voorbeeld: een Gentenaar mag in de KVS (Koninklijke Vlaamse Schouwburg) elektronische dansavonden programmeren en trekt daarbij vooral de eigen muzikale vrienden van buiten Brussel aan. Dat is iets dat veel Brusselse muzikanten/dj’s en organisatoren uit hetzelfde circuit tegen de borst stuit. Daarnaast is er nog een nieuwe golf van creatieve immigratie uit Lille en Parijs. Deze creatieve immigranten zien in Brussel veel kansen liggen bij de Franstalige gemeenschap en beginnen hier culturele initiatieven, maar missen voorlopig nog de aangepaste communicatie om ook de Nederlandstalige en Europese bewoners mee te krijgen. Dat kan nog een behoudsgezind staartje krijgen als die Franse stempel onwrikbaar blijkt te zijn, al moeten we maar hopen dat zij zich ook willen schikken naar het Brusselse karakter.

Uit eigen beleving ben ik ervan overtuigd dat de bijzonderste plekjes in Brussel de kleinere plekken en initiatieven zijn die onafhankelijk en deels los van subsidies fungeren. Met name La Compilotheque en Les Ateliers Claus. Toegegeven, ze hebben het daar niet makkelijk om rond te komen, maar de inzet van vrijwilligers is er enorm. Werken subsidies daarom misschien eerder verstikkend op de Brusselse cultuur dan bevrijdend? Het is een vraag die niet makkelijk beantwoord kan worden. Op z’n Brussels bekeken zal daar enkel een ‘bastaard redenering’ in de buurt kunnen komen.

In het geval van Les Ateliers Claus is sinds vorige maand bekend dat ze voorlopig even de handdoek in de ring gooien wegens de vele problemen met de buren. Voor een heropening moet de geluidsisolatie eerst in orde zijn. Ook het geval van La Compilotheque is een aflopende zaak, aangezien het pand gesloopt zal worden om plaats te maken voor nieuwe sjieke lofts. Het bouwen van lofts is zowaar de nieuwe architecturale ziekte van Brussel aan het worden en  geeft “Brusselisatie” een nieuwe betekenis. Brussel trekt weer mensen aan, niet alleen de creatievelingen en kunstenaars, maar ook de rijke grijze muizen die hun prosecco in rust willen kunnen drinken. Gelukkig voor Brussel dat daar waar speciale plekjes verloren gaan, er ergens anders in de stad nieuwe speciale plekjes ontstaan. Vanaf volgend jaar zullen er in een verbouwde Anderlechtste brouwerij ook concerten en dansavonden worden georganiseerd. Aan Brusselse innovatie voorlopig nog geen gebrek.

Graag horen wij van u, onze steunende lezer, een persoonlijke lof of stinkrede op de culturele circuit en aanbod van Brussel. Laat vooral uw mening horen als u werkt of heeft gewerkt in het chaotische Brusselse cultuurcircuit, hier woont of gewoond heeft of u enkel weekendtoerist komt uithangen. Uw onverbloemde mening is ons veel waard en we worden nu eenmaal graag op onze vingers getikt of gestreeld.

Extra tips

Nog wat extra tips van speciale plekken die Gonzo (circus) voor jou heeft ontdekt.

In de zomer is Brussel gelukkig geen doodse stad in vergelijking met zowat elke Nederlandse stad. Er zijn festivals van allerlei slag (zoals Holidays in Recyclart, Feeërieën in Warandepark en nog vele anderen), soundsystems in parken (zoals in het Jubelpark een paar keer deze zomer) en talloze andere initiatieven.

De fameuze Bal Du Canal avonden zijn een ondergronds Brussels geheim waar alle excentriekelingen kunnen genieten van eclectische dansmuziek tot het ochtendgloren. Normaal worden deze avonden gehouden in La Compilotheque eenmaal per maand van juni tot en met september, maar wegens klachten van de omliggende bewoners wordt er wellicht uitgeweken naar een nog onbekende locatie.

De Bar Du Matin in Vorst is een danscafe waar stilaan meer en meer goede concerten en dansavonden worden gehouden, vooral in de betere wereldse, jazz, funk en pop sferen.
http://bardumatin.blogspot.com

Madame Moustache is een nieuwe bar aan het Sint-Katelijneplein waar vooral de rock’n’roll en rockabilly liefhebbers hun hart kunnen ophalen, evenals met dansavonden in funk en tropische sferen.
www.madamemoustache.be

Le Bzzz is een illegale bar in Rue Artois waar concertjes, dansavonden of luisteravonden worden gehouden in stiekeme sferen. -Ssssst, u heeft het niet van ons- 😉

Het cine-theater De Bunker in Sint-Joost-ten-Node, te Plantenstraat 66A. Hier worden sporadisch experimentele shows georganisseerd door labels zoals Kraak en anderen.
www.bunker-cine-theatre.wifeo.com

Meer tips op www.uitinbrussel.be

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!