Ipek Gorgun is een rijzende ster aan het elektronische firmament: het Britse label Touch brengt haar werk uit en ze staat dit jaar op Rewire. Met haar muziek kijkt ze naar binnen en naar buiten. We zoomen in.
Luisteren naar het werk van Ipek Gorgun is het betreden van een innerlijke wereld. Wat je hoort is overduidelijk elektronisch van karakter, maar klinkt ook organisch. Geboren in Turkije maakt ze muziek die grenzen overstijgt en ruimtes van verschillende afmetingen suggereert. Ze kreeg in 2014 voor het eerst internationale bekendheid door haar deelname aan de Red Bull Music Academy in Tokio, waar ze het voorprogramma verzorgde voor Ryoji Ikeda en meedeed aan een groepsimprovisatie geleid door Otomo Yoshihide. Na universitaire opleidingen in politicologie en filosofie volgt ze nu een doctoraalstudie bij de Center for Advanced Studies in Music aan de Technische Universiteit in Istanboel. Daar is ze verbonden aan het Sonic Arts Lab, de Turkse tegenhanger van het Instituut voor Sonologie.
Alex Jones
Op haar eerste album ‘Aphelion’ uit 2016 geeft ze je de indruk door een groot gebouw te dwalen, van kamers naar zalen, en beschutte binnenplaatsen. De titel verwijst naar de baan van hemellichamen rond de zon, en duidt op het punt waar de afstand tot de zon het grootst is. Alsof Gorgun als een buitenstaander reflecteert op de beelden die ze oproept en de indrukken die haar tot deze muziek hebben geïnspireerd. Soms sijpelen ook klanken van de fysieke buitenwereld het elektronische bouwwerk binnen.
‘Aphelion’, door Gorgun in eigen beheer uitgebracht, werd vrijwel onmiddellijk opgepikt door het Britse kwaliteitslabel Touch, dat het als download op zijn site zette en er een videobestand aan toevoegde. Vorig jaar kwam op Touch de opvolger uit, ‘Ecce Homo’. Daarop heeft Gorgun de buitenwereld nadrukkelijker een plaats gegeven in haar muziek. Een piano, spreekstemmen en gezang vormen een integraal onderdeel van de nummers. Vaak staan ze centraal, zoals de stem van de controversiële, rabiaat rechtse radiopresentator Alex Jones, die zich graag verliest in complottheorieën. Gorgun laat al haar elektronische kundigheid los op die klanken, vervormt ze, vermenigvuldigt ze. In het geval van Jones wordt het een spreekkoor dat als een vloedgolf over je heen spoelt.
Weerschijntinten
Ook nu is de titel betekenisvol. Het zijn de woorden waarmee Pontius Pilatus volgens het Evangelie van Johannes de gegeselde en vernederde Christus presenteert aan het Joodse volk. Pilatus trekt zijn handen van hem af, schuift de verantwoordelijkheid voor het uiteindelijke lot van deze geslagen persoon af op de opgehitste menigte. Gorgun plaatst zichzelf opnieuw in de positie van waarnemer, maar schouwt nu naar buiten. Ze overziet de wereld waar de mens steeds sterker zijn stempel op drukt.
Dat is evident in ‘Bohemian Grove’, een aanklacht tegen degenen die met leugens en verdachtmakingen verantwoordelijk zijn voor het vergiftigen van een klimaat waarin open uitwisseling van ideeën en standpunten mogelijk is. ‘Knightscope K5’ is een bespiegeling op apparatuur waarmee mensen elkaar doorlopend in de gaten kunnen houden. In ‘Le Sacre I’ en ‘Le Sacre II’ verdrinkt vogelzang langzamerhand in een elektronische omgeving, iets wat later herhaald wordt in ‘Reverance’. Toch zijn muziek en thematiek op ‘Ecce Homo’ niet per se pessimistisch van karakter. Wat het onderwerp ook is, Gorgun construeert klankomgevingen die steeds intrigerend zijn, vol details en schoonheid.
Vaak roepen titels beelden op die de klanken een andere kleur geven. Hoe abstract Gorgun werk ook is, er zit een krachtige visuele en associatieve kant aan deze muziek. Zo is ‘Tserin Dopchut’ genoemd naar een kleuter die drie dagen ronddwalen in de Siberische wildernis met temperaturen rond het vriespunt wist te overleven. De muziek is aanvankelijk licht en dromerig, met hoge omgekeerde belgeluiden. Als lang aangehouden, raspende bastonen zich opdringen is dat tijdelijk. De sfeer van doorschijnende klanken en weerschijntinten krijgt weer de overhand tot opnieuw vervorming optreedt, vanwaaruit een elektronische wind opsteekt die de hoogte in spiraalt en uitdunt, om uiteindelijk op te lossen in stilte.
Fotografie
Met het beeldende karakter van de muziek is het geen verrassing dat Gorgun zich ook geworpen heeft op fotografie. In een mailwisseling laat ze weten dat beeld en muziek bij haar niet strikt gescheiden grootheden zijn: ‘Soms is er sprake van wederzijdse invloeden, inspiratie. Ik vind het plezierig dat er associaties optreden wanneer een klank een beeld oproept, of een beeld een klank suggereert. Een gedachtegang volgen die op die manier ontstaat, kan inspirerend werken. Een enkele glimp kan aanleiding zijn om een nummer te schrijven. En een bepaald nummer kan de herinnering oproepen aan iets dat je gezien hebt. Ik ben er evenzeer van overtuigd dat we klanken ook simpelweg als klanken kunnen ervaren, zonder er per se een beeld aan te verbinden, of ons de bron van die geluiden voor de geest te halen. Als ik muziek schrijf vanuit beelden die ik voor ogen heb, is dat niet een manier om me een visueel verhaal te voor te stellen. Het biedt me de mogelijkheid om dieper door te dringen in het innerlijke leven van klanken. Dat kan heel stimulerend zijn.’
Het roept wel de vraag op wat haar ertoe gebracht heeft om ‘Ecce Homo’ te maken. Zoals eerder gesteld, suggereren de titels specifieke onderwerpen en verhalen. De kleuter die verloren liep in de Siberische taiga. ‘Bohemian Grove’, dat met zijn romantisch aandoende titel eigenlijk verwijst naar een invloedrijk genootschap waar Amerikaanse presidenten als Richard Nixon en Ronald Reagan lid van waren. ‘Knightscope K5’, genoemd naar een robot die ontworpen is om de openbare ruimte in de gaten te houden en zo misdaad te voorkomen. ‘Alle stukken op ‘Ecce Homo’ vinden hun oorsprong in dingen waarmee ik in aanraking gekomen ben. Alledaagse gebeurtenissen in mijn onmiddellijke omgeving, boeken die ik gelezen heb, kunstwerken die ik gezien heb, nieuwsonderwerpen. Al die indrukken lieten me steeds terugkeren bij onderwerpen die iets te vertellen hadden over mensen. Dat was de achtergrond waartegen het album tot stand gekomen is. De muziek raakte voor mij meer en meer verweven met de titels. Toch prefereer ik geen voorgekookte ervaringen aan de luisteraar op te dringen. De associaties zijn dus volkomen persoonlijk, voor mij evenzeer als voor het publiek.’
Turkse muziek
Gorgun is zich terdege bewust van het verschil tussen haar twee albums.‘Voor mij was ‘Aphelion’ een introvert album. De meeste stukken kwamen in de winter tot stand, altijd diep in de nacht. Ver verwijderd van elk blijk van menselijke aanwezigheid of activiteit. ‘Ecce Homo’ daarentegen is extravert en een diepgaande verkenning van zaken die regelrecht met mensen van doen hebben. De overgang van het ene album naar het andere was een tocht naar het tegenoverliggende uiterste van het spectrum.’
De dubbel-cd ‘An Anthology Of Turkish Experimental Music’, samengesteld door het Belgische label Sub Rosa, toonde al aan dat er in Turkije al jaren elektronische muziek gemaakt wordt. Voor Gorgun was de keuze voor dit genre vanzelfsprekend. ‘Ik heb niet van het ene moment op het andere besloten om de muziek in te gaan. Muziek maken was voor mij een manier om actief in te gaan op klanken in mijn omgeving. Hoe meer ik daaraan toegaf, hoe meer het van mij verlangde. Dat gaat ook op voor elektronische muziek. Ik ben altijd gefascineerd geweest door ongebruikelijke manieren om muziek te maken, door een hang naar experimenteren te combineren met technologie. Ik ben dat verder en verder gaan uitdiepen tot ik mezelf er helemaal in verloor. Een paar jaar geleden greep ik met beide handen aan wat zich aandiende. Het was echt eerst doen, dan denken. Ik ben wat evenwichtiger geworden, eerder geneigd na te denken voor ik iets uitprobeer. Op zijn minst wil ik me bewust zijn van wat ik aan het doen ben. Wat mij betreft is er overal vruchtbare grond om deze muziek te maken, zolang er maar ten minste een persoon is die er zijn oren en geest voor open wil stellen. Ik treed op in Europa, Azië en Amerika. Ik zie daar geen verschil tussen.’
Al maakt Gorgun elektronische muziek, akoestische instrumenten vinden er met enige regelmaat hun weg in. Dat is onvermijdelijk, vindt ze. ‘Ik ben ooit begonnen met het bespelen van instrumenten. Het kan dan ook niet anders of akoestische instrumenten blijven me fascineren. Hun fysieke aanwezigheid, hun klankenrijkdom, hun vorm. Wanneer vrienden me vragen wat voor synthesizer ik in een bepaald stuk gebruikt heb, staan ze ervan te kijken als ik vertel dat ze een basgitaar of een klassieke gitaar gehoord hebben. Ik gebruik niet alleen het oorspronkelijke geluid van die instrumenten, maar blijf altijd op zoek naar mogelijkheden om dingen met het geluid te doen die nog niet eerder gedaan zijn.’