Interview: Billy Bultheel

Eeuwenoud futurisme

Billy Bultheels ‘Two Circles’ onderstreept zijn veelzijdigheid als componist, elektronicamuzikant en maker van soundtracks. De plaat kan gezien worden als synthese van zijn oeuvre. ‘Multidisciplinariteit’ is het kernbegrip in het interview dat Marc Puyol-Hennin met hem hield. Zo lees je over hoe Bultheel ook filmsoundtracks maakt, danst, en momenteel een nieuw instrument bouwt.
Billy Bultheel - (c) Billy Bultheel

Billy Bultheel is een vaste waarde geworden in de brede elektronisch-performatieve scene van de Duitse hoofdstad, ver over disciplinegrenzen heen. Zijn solodebuut ‘Two Cycles’ (op PAN) onderstreept Bultheels veelzijdigheid als componist, elektronisch muzikant en maker van soundtracks, en biedt in zekere zin een synthese van zijn oeuvre.

Componisten uit de 14e en 15e eeuw staan dichter bij hoe we nu muziek benaderen.

Het is even schakelen voor de van oorsprong Brusselse Billy Bultheel; na al die jaren in Berlijn is Nederlands spreken geen vanzelfsprekendheid meer. Zich uitdrukken aan de hand van composities gaat hem vlotter af. De titel ‘Two Cycles’ maakt de intenties van Bultheels debuut beslist duidelijk. Het album toont twee kanten van Bultheel als componist: klassiek versus elektronisch, quasi-mystiek en intiem versus industrieel en schijnbaar afstandelijk, en zo zijn er nog wel andere diametrale contrasten te bedenken. Voor Bultheel hoeft een link tussen beide ‘cycli’ niet per se te bestaan: ‘Het album is een beetje schizofreen door die twee delen, misschien kan je het zelfs een ‘Frankenstein-album’ noemen, want de muziek komt van heel wat verschillende plekken. Er zit niet per se een rode draad in, behalve dat ik wat aan self appropriation heb gedaan met muziek die is geschreven voor verschillende contexten, voor andere artiesten en noem maar op. Maar feitelijk zijn het twee werken in één. De luisteraar mag zelf kiezen waar hij zich het meeste tot aangetrokken voelt.’ ‘Two Cycles’ kan dus als een staalkaart van Bultheel als muzikant/componist beschouwd worden, al koos hij bewust voor het hercomponeren van bepaalde stukken en om aandacht te schenken aan de specifieke volgorde.

Synesthesie

De performance ‘The Thief’s Journal’ vormt de live-vertaling van Bultheels ‘verzamelplaat’ waarop veel van zijn composities onder één dak zijn samengebracht. Dat de performance er kwam vóór de release van dit album is wellicht geen toeval. ‘Al deze composities zijn ooit geschreven met een bepaalde uitvoering in gedachte.’ Dat mag je letterlijk nemen, want Bultheel had de details van zo’n uitvoering al helemaal in gedachten. Tot op het punt dat zijn stukken bedoeld lijken om een synesthetische ervaring op te wekken. ‘Het openingsnummer bestaat uit vier tuba’s die op torens rondom het publiek staan. Door de militaristische connotatie van het instrument hoort daar ook bepaalde choreografie bij. Ook bij de laatste track ging een ruimtelijk idee aan de compositie vooraf. Dat merk je meer tijdens de live performance dan tijdens het beluisteren van het album.’

Zoeken

Touren met die performance als manier om ‘Two Cycles’ tot leven te brengen, is echter niet vanzelfsprekend. Onmogelijk zelfs. Dan maar een modulaire aanpak. ‘Ik probeer per ruimte of gelegenheid een manier te creëren om bepaalde aspecten van mijn muziek naar voren te brengen, afhankelijk van wat er mogelijk is. Het doel is om het publiek te laten zoeken naar een bepaalde houding, zowel fysiek als mentaal, waarop de muziek naar binnen komt. Voor die benadering vond ik dan weer inspiratie in mijn conservatoriumjaren, waar ik door de gangen van het gebouw heen liep, en waar je uit alle hoeken muziek en klank toegewaaid krijgt. Dat is muziek die zich in een sociale, een bewegende ruimte bevindt.
Zit daar de toekomst? ‘Mensen luisteren de hele dag muziek, dus de ruimtelijke dimensie gaat verloren. Concerten compenseren dat deels, en net daar vallen nieuwe ervaringen te rapen. In de kunstwereld is het performatieve vandaag wel populair, dat nadenken over hoe een performance in een ander soort ruimte kan bestaan. Het publiek verhoudt er zich ook anders tegenover.’

Serieus

Bultheel kennen sommige lezers misschien ook al van de groep 33, die vorig jaar voor een van de hoogtepunten op Rewire Festival tekende en inmiddels aan een nieuw album werkt. Bovendien doet ‘Game Cycle’ (het tweede deel van ‘Two Cycles’) bij vlagen denken aan de clash van post-industriële klanken en klassieke invloeden die 33 deels kenmerkt. Hoe verhouden Bultheels solowerk en het groepsproject zich tot elkaar? ‘33 is vooral een partnerschap tussen mezelf en Alexander Iezzi, weliswaar met steeds meer uitbreidinkjes en allianties die rondom deze groep ontstaan. De band kwam vooral voort uit een verlangen om mezelf niet meer zo serieus te nemen en in zekere zin popnummers te gaan maken. Die lichtheid stimuleert mij creatief en faciliteert laagdrempelige collaboraties. Het is dus een soort platform voor mij en Alex om met vrienden en artiesten waar we naar opkijken een vreemd universum te bouwen, over kunstdisciplines heen. Ik heb een achtergrond in sonologie, maar ik luister ook graag naar triphop, metal, industrial… Dat zijn allemaal belangrijke invloeden op mijn zogenaamd serieuze muziek, maar het kan ook in de omgekeerde richting. Misschien is dat wel wat 33 doet.’
Multidisciplinariteit, dat woord komt steevast terug als je Bultheels carrière bekijkt. ‘Ik nam mezelf heel serieus toen ik sonologie ging studeren vlak na mijn middelbare school, maar al snel kwam ik in contact met dans. Heel vroeg al wou ik dans en muziek in een of andere vorm combineren. Dus ben ik maar zelf danser geworden – jarenlang heb ik gelaveerd tussen muziek en dans. En net in de danswereld kom je in contact met dingen als identity politics, de aandacht voor context, enzovoort. Uiteindelijk kwam het ervan dat ik muziek ben beginnen maken voor performances, terwijl ik ook als danser en choreografisch assistent had gewerkt vóór ik soundtracks schreef. Gaandeweg ben ik meer gaan focussen op muziek, maar het performatieve facet zal er altijd deel van uit blijven maken. En bovenal: het live-aspect moet altijd voorop staan.’
Wat de toekomst ook brengt, Bultheel zal hoogstwaarschijnlijk over disciplinegrenzen heen blijven kijken. ‘Naast een nieuw solo-album ga ik een filmsoundtrack maken. Dat nieuwe solo-album zal veel meer één compositionele lijn hebben, trouwens. Verder ben ik ook aan een instrument aan het bouwen waar ik verschillende kunstenaars op wil loslaten.’

Wiskunde

Bultheel lijkt zich comfortabel te voelen in een licht anachronistische rol, want de zoektocht naar eeuwenoude inspiraties voor moderne composities is volgens hem een tendens. ‘Mijn zogenaamd serieuze werk wordt sterk beïnvloed door oude muziek. Steeds meer mensen worden vandaag door deze muziek geïnspireerd en artiesten als Kali Malone of Maria W. Horn hebben geen schrik om met oude instrumenten en ideeën aan de slag te gaan.’ Vergeten muziek die weer in het voetlicht komt te staan, volgens Bultheel: ‘Het denken van componisten uit de veertiende en vijftiende eeuw ligt veel dichter bij hoe we nu over muziek denken dan bij de denktrant die in de klassieke of romantische periode gevolgd werd. De plaats van de componist in de samenleving leek toen meer op de plaats die componisten nu innemen, vergeleken met de periodes die men meestal met klassieke muziek associeert, zoals de romantiek. Je had rondreizende componisten en een sterke innovatieve cultuur, waarin er wiskundig werd gedacht over compositie. Precies die wiskundige invloed brengt medidatieve en niet zozeer narratieve kwaliteiten naar boven.’

Mccarthyisme

Geschiedenis, maar ook actualiteit. Dat kunstenaars steeds minder de algehele malaise om ons heen kunnen ontwijken, is Bultheel in de afgelopen maanden duidelijk geworden. Duitse culturele instellingen met subsidies zijn immers verplicht om hun steun aan Israël uit te spreken, iets wat met name tijdens de recente CTM-editie tot de nodige afzeggingen van artiesten heeft geleid. Zelf sympathiseert Bultheel met Strike Germany, een breed platform dat al voor de oorlog in Gaza ijverde voor het recht om op te roepen tot een boycot van Israël en zich met name op bewustzijn in het buitenland richt over wat er in Duitsland gebeurt. Daarin ziet hij nog een kans op verandering, want binnen de Duitse grenzen acht hij de beweging niet sterk genoeg. ‘Iedereen in Berlijn is geshockeerd door hoe het is gelopen met bijvoorbeeld CTM. Het komt van ver hier in Duitsland. Mensen mobiliseren zich wel, maar de situatie is allesbehalve makkelijk. Ik hoop vooral dat de Berlijnse solidariteit blijft, ondanks mogelijke meningsverschillen. En dat we het bijvoorbeeld eens kunnen zijn over zoiets simpels als ‘geen oorlog’.’

GC180 - Cover Gonzo (circus)

Dit artikel verscheen eerder in Gonzo #180

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!