We kennen Donia Leiminhbach al meer dan twintig jaar als Loân, maar een bezoek aan Tunesië veranderde dat. Daar ontstond Azu Tiwaline, die met haar recente ‘Draw Me A Silence’ een rauwe fusie van clubcultuur en woestijnstilte brengt. Een muzikaal portret.
‘In Tunesië ervoer ik de kalmte en stilte van mijn omgeving als een artistiek voorstel.’
Tegenwoordig zijn er in heel Tunesië lege berberdorpen te vinden. Nog voor de komst van de Arabieren zijn die afgeronde vormen uitgehold in het woestijnzand. Ze pronkten boven op bergtoppen, waar de berbers aanvallers van ver konden zien aankomen als deze doordrongen tot de stilte. Ook bouwden ze hun bescheiden paleizen in holtes onder de grond. Dat weerhield hen er niet van een levendige muzikale cultuur te ontwikkelen; het dagelijkse leven werd er verweven op de qas’hah, een holle drum die de ochtend en avond inluidde.
Met meer dan twintig generaties berbers aan moeders kant, sprak het bijna voor zich dat ook Donia Leminhbach voeling zou kweken met de berbercultuur. Haar jeugd in Frankrijk deed dan ook niet af aan haar fascinatie voor de ritmische structuren van de Amazigh muziektraditie. Bij terugkeer naar haar moeders dorp in Tunesië besloot ze de klanken die haar omringden helemaal te omarmen en zich eigen te maken. ‘In Tunesië is alles zonnig, lumineus, zacht en rustig,’ aldus de producer. ‘Azu Tiwaline is daar ontstaan. Ik vond er iets terug waar ik van verwijderd was geweest en markeerde die zalvende leegte in een nieuwe muzikale lijn.’
Koortsachtig
Haar hypnotische baslijnen vergen een vloeibare aanpak, die tot uiting komt in de intuïtieve manier waarop ze zichzelf muziek aanleerde. ‘Alles is bij mij begonnen bij het oor,’ aldus Leminhbach. ‘Ik ging uit en was bevlogen door wat ik hoorde, zag het genie door de muziek.’ In klank vond ze dan ook een onweerstaanbaar magnetisme, dat tijd en ruimte uitdunt. ‘Muziek is iets van het imaginaire. Het is een soort van bondgenoot van je emoties, wakkert het vermogen aan om te dromen en reizen. En dat allemaal terwijl je stilstaat.’
Leminhbach is niet nieuw in de muziekwereld. Ze maakt al twintig jaar muziek onder het pseudoniem Loân, dat haar toestond om intensief dubstep, techno- en breakbeatmotieven uit te putten en aan een meanderende verhaallijn te onderwerpen. Zo sluipen er in het gevatte ‘Strange Paths’ natuurgeluiden binnen en duiken er onverwachts loungy ornamenten op in het van drones doordrongen klankenpalet. In ‘KONTAKT 06’ horen we dan weer slepende UK-grime die aan de intro uit Jamie XX’s ‘All Under One Roof Raving’ lijkt te alluderen; haar muziek wordt gekenmerkt door dezelfde koortsachtige anticipatie, uitgevoerd alsof ze nieuwsgierig uitkijkt naar de wendingen die ze zelf uit haar decks put. Ze houdt van de impulsen van de jonge garde, maar als grootste invloeden noemt ze Shackleton, Appleblim en technogod Christian Vogel. Deze goochelde met een industriële, rusteloze sound, waardoor hij techno opvatte als een rekbare hybride die als functie had de eigen uithoeken te verkennen. ‘Vogel is simpelweg nooit gestopt met verrassen.’
Alchemie
Haar grote vermogen om geprikkeld te worden zorgt ervoor dat Leminhbachs muziek steeds doordrenkt is van haar omgeving. ‘Vroeger maakte ik pure, harde, simpele muziek. Maar in Tunesië ervoer ik de kalmte en stilte van mijn omgeving als een artistiek voorstel.’
De alchemische samenstellingen van Azu Tiwaline komen tot stand al schipperend tussen Tunesië en Frankrijk, waar ze in het bos wandelt wanneer ideeën tekortschieten. ‘Als ik het gevoel heb dat de inspiratie op is, is het gewoon zo simpel als een wandeling in de natuur. Daar kan ik telkens weer een beetje herbronnen, om daarna weer de studio in te kruipen. Ik ben dus niet het soort producer dat altijd met rooie oogjes voor haar scherm zit.’
De lockdown was dan ook niet al te merkbaar in haar routine. ‘Ik ben het gewend tijd alleen door te brengen en heb het omgezet in productiviteit.’ Het eenzame maakproces zorgt er nergens voor dat haar muziek hermetisch wordt. ‘Productie en livemuziek zijn in mijn ogen niet van elkaar los te koppelen,’ aldus Leminhbach, de grenzen tussen ruimte en klank vervagend.
Avontuur
Het bezwerende ‘Magnetic Service’ kwam tot stand in samenwerking met instrumentalist Cinna Peyghami. ‘Zelf ben ik er nog niet aan toegekomen om een instrument te spelen. Als producer kun je zo veel, dat het te verleidelijk is om zo te werk te blijven gaan.’ Samenwerkingen zijn voor haar een manier om akoestische texturen in haar spel te betrekken en de uitdaging aan te gaan met zichzelf. ‘Het is best een rijk avontuur, om je dienstbaar op te stellen aan de muziek van iemand anders. Dan moet je je terugtrekken terwijl je zelf voorstellen levert. Zo kun je niet anders dan jezelf constant in twijfel trekken. Bij de juiste persoon levert het verrassingen op, magie die je niet alleen kunt opwekken.’
Ook haar eigen artistieke praktijk was een zoektocht. ‘Ik begon aan mijn muziek te sleutelen toen ik 17 was. Toen was dat met samplers, grooveboxes. Dan sleur je natuurlijk rond met een enorme hoeveelheid materiaal. Ik ben dan ook de computer gaan gebruiken; die stond toe om al die hardware thuis te laten en ver en licht te reizen.’
Hoewel ze alles digitaal doet, herinnert ze zich dat haar allereerste muzikale prikkels akoestisch waren. Tijdens haar jeugd in de Ivoorkust werd ze ruimschoots blootgesteld aan Afrikaanse muziek. ‘Wat in Marokko onder gnawa wordt opgevat, noemen ze in Tunesië stambali en in Algerijë diwan, waar mijn moeder gek op was. Het viel me op dat deze genres vooral ogenschijnlijk verschillen van de trance die er in het Westen geluisterd wordt. De ritme en opbouw volgen een gelijkaardige logica.’
Zo zoekt de muziek van Azu Tiwaline naar punten van gemeenschappelijkheid, terwijl ze de deur wijd openlaat voor allerlei frisse texturen en invloeden. ‘De bezwerende opbouw van berbermuziek vond ik altijd fascinerend. Maar ik heb die niet volledig heel gelaten.’ Zo transformeert deze zich in het sluipende karakter van haar dub-derivaten, terwijl discrete ritmes, effecten en vocals met geduld tot de voorgrond doordringen. De stilte en anticipatie die ze erin giet mogen dan wel uit de woestijn komen, maar drukten zich daarvoor niet uitdrukkelijk uit in de muziek die daar tot stand kwam. ‘Dat is iets wat ik erin gemengd heb.’
Stilte
Niet enkel ruimte, maar ook de tijd grijpt in op haar oeuvre; haar jongste release, ‘Draw Me A Silence’, ademt een bijzondere maturiteit, de kalme suggestiviteit van iemand die niet per se alles gezegd hoeft te krijgen. De naam van dit tweeluik is dan ook een ode aan de verbeelding; ze komt voort uit een poging om uit stilte een vorm te scheppen, de afwezigheid van klank te laten ingrijpen op een zachtzinnige ritmische structuur. Ook alludeert de naam van het album naar haar geliefde schrijver van ‘De kleine prins’.
Toen Antoine de Saint-Exupéry dat boek schreef, verbleef hij voor korte tijd in New York. Deze ervaring weerspiegelt zich in de verhaallijn, waarin de piloot door een vliegtuigcrash in de woestijn belandt. Hier ontmoet hij de kleine prins, die de piloot vraagt om voor hem een schaap te tekenen. De verteller aarzelt; hij heeft geen vertrouwen in zijn tekentalenten en zet een slang en een olifant op papier, figuren waarvan hij weet dat hij ze uit de losse pols kan opwekken. De kleine prins is niet tevreden. Elke keer als de verteller een schaap tekent, is er iets mis; het beestje ziet er te ziek uit, of het heeft hoorns en alleen een ram heeft er zulke. Het laatste schaap ziet er dan ook te oud uit, de prins wil er eentje dat langer zou leven. Ten einde raad zet het hoofdpersonage dan maar een doos met gaatjes op papier, tot grote verrukking van de prins: ‘Dit is exact het schaap dat ik wou!’
Leminhbach en De Saint-Exupéry delen een voorliefde voor abstractie, die beantwoord wordt in het suggestieve geritsel van de woestijn. ‘Als er iemand is die de woestijn tot leven kan laten komen in taal is het De Saint-Exupéry, die deze op de meest trefzekere manier beschreef.’ ‘I have always loved the desert,’ aldus de schrijver en piloot. ‘One sits down on a desert sand dune, sees nothing, hears nothing. Yet through the silence something throbs, and gleams.’
Was De Saint-Exupéry een eeuw later geboren, dan had dit een beschrijving kunnen zijn van het oeuvre van Azu Tiwaline, wiens diepe, organische ritmes verstrengelen met suggestieve schetsen van traditionele instrumenten. Toch verlaat ze nergens het grit van de clubcultuur die haar experimenteerdrift voedde. Haar trouwe vermenging van uiteenlopende werelden zorgt voor een hypnotische textuur; even verhullend als onthullend, even mysterieus als puur. ‘Ik vind het fijn om met contrasten te spelen.’