2018 zit er (bijna) op. Onze medewerkers blikken terug op hun cultuurjaar. Vandaag is het de beurt aan Dimitri Vossen. Hij blikt terug op de muziek, games, films en personen die het jaar voor hem kleurden.
“Goed, ik héb het net gedaan – ik heb een eindejaarslijst samengesteld, en die is zelfs al ergens gepubliceerd. Twee dagen later denk ik er alweer helemaal anders over, overigens compleet volgens eigen verwachting. Begrijp me niet verkeerd: ik ben gék op andermans lijstjes, en deze tijd van het jaar betekent voor mij een hele maand kerstmis (of Sinterklaas, u begrijpt wat ik wil zeggen). Het is de maand dat ik meer opwindende muziek, films, series, boeken en games leer kennen dan gedurende de rest van het jaar ervoor. Zodanig dat ik weer bijna een jaar zoet ben om bij te benen, totdat ik het ergens in de herfst van volgend jaar opgeef en begin uit te kijken naar december.
Ergens schuilt hierin een wijze les over het traditionele concept van de culturele canon, en hoe deze aan splinters is geknald ergens aan het begin van de 21ste eeuw. Maar u bent natuurlijk niet hier voor een cultuurfilosofische beschouwing, u wilt nog wat namen voor uw eigen lijstje. En die kan u krijgen, aangeboden als een ouwerwetse best-of maar in de geest van het roekeloos onvoorspelbare, richtingloze tijdsgewricht waarin we momenteel leven. Klik op de links voor een complete onderdompeling.”
Beste plaat die ik twee dagen geleden niet in m’n lijstje heb vernoemd: Knock Knock (DJ Koze)
Ik luister als ex-housedeejay nog zeer zelden naar house, maar Koze had mijn aandacht al met ‘Amygdala‘ uit 2013. Een eigenzinnige producer die voluit gaat voor de sfeer en het verhaal – de sfeer is ‘roezig’ en het verhaal een tijdloos sprookje dat steeds op een dozijn verschillende manieren tegelijk wordt verteld. Klinkt dat verwarrend? Dan is het de perfecte omschrijving voor de muziek van Koze, duidelijk gemaakt om luisterbeurt na luisterbeurt de aandacht te bedwelmen met telkens andere accenten, allemaal even lukraak en allemaal even essentieel.
Meest onwaarschijnlijke samenwerking: Yonatan Gat en de Eastern Medicine Singers
Over één ding blijf ik alvast hetzelfde denken: het optreden van Yonatan Gat op het Le Guess Who festival was de meest overweldigende concertervaring die ik dit jaar mocht beleven. Een Israëlische gitaarfreak die garage surfrock combineert met met de traditionele gezangen van een Native American drumgroep, en dat even authentiek als fris en opwindend kan laten klinken? Ik merk dat ik daar een stuk meer behoefte aan heb, dan aan eender welke hippe electroneut of radicale diginoise.
Beste overproductieve ouwe knar: Robert Pollard (Guided By Voices)
Ty Segall is momenteel het ijverigste werkpaard in de rockbusiness (5 albums en een dikke handvol zijprojecten in 2018), maar hij moet nog veel boterhammen eten vooraleer hij in kwantiteit de catalogus van veteraan Rob Pollard zelfs maar benadert. GBV deed het op een lager pitje dan de voorgaande jaren met slechts één album in 2018, maar er waren dan wel weer 5 EP’s en nog een liveplaat. Voor 2019 zijn er ook al twee albums aangekondigd waarvan eentje met 32 songs. We hebben het niet eens over Pollard’s vele nevenactiviteiten, zoals de gesjeesde countryband Cash Rivers And The Sinners. In al zijn ouderwetse huisvlijt is Pollard zowaar een lichtend voorbeeld voor de 21ste-eeuwse DIY industrie geworden.
Beste soundtrack voor een serie: Lodge 49
‘Lodge 49’ is op zich al een behoorlijke ontdekking- een razend goed geschreven en geacteerde reeks met nét genoeg Pynchon om een simpele tragikomedie op te tillen tot een metafysische beschouwing over de helende kracht van een gemeenschap in een koele, berekende maatschappij. Maar dan is er nog de eclectische soundtrack, perfect afgestemd op de Westcoast setting (Jack Nitzsche, White Fence) maar met genoeg verrassingen (Broadcast, Voice of the Seven Woods) om geen voorspelbare typecasting te worden. Verschillende tracks zijn afkomstig van cult-psychrockers The Soundcarriers, meteen mijn hoogst persoonlijke Ontdekking van het Jaar.
Beste filmische metafoor voor een muzikaal genre: Mandy
De soundtrack is het laatste werk van de ondertussen betreurde Jóhann Jóhannsson, met hulp van Stephen O’Malley en producer Randall Dunn (beiden Sunn O))) ). Dat zou u al genoeg moeten vertellen, maar Panos Cosmatos’ tweede film is ook effectief een ver-beelding van het doom metal subgenre in al zijn aspecten – hypnotisch traag, ultra psychedelisch, volgestouwd met occulte symboliek, met een bezwerende ondertoon van nauwelijks ingetoomde agressie die af en toe in een maniakale gulp naar de oppervlakte borrelt.
Beste geanimeerde muziekdocu: Tales From The Tourbus
Nog maar net ontdekt: Mike Judge (Silicon Valley, Beavis & Butthead) heeft al twee seizoenen geproduceerd van een animatiereeks rond de wildste tourverhalen uit de muziekgeschiedenis. Misschien is het een bewuste keuze om net niét voor de usual suspects (rockers en rappers) te gaan. In de plaats legt Judge de focus op countrysterren in het eerste seizoen (Johnny Paycheck, Waylon Jennings, Blaze Foley) en funkateers in het tweede (George Clinton, Rick James bitch). De animaties zetten het mythische aspect van het onderwerp nog extra in de verf. Dit zijn verhalen uit een vervlogen tijdperk dat nooit meer terugkomt, het Wilde Westen van de 20ste- eeuwse muziekbusiness.
Beste horrorfilm die er geen was: The Endless
‘The Endless’ duikt op in vele ‘best of’ horrorlijstjes voor dit jaar. En dat is jammer voor al wie denkt dat horror gelijkstaat aan stapels lijken, emmers bloed of op zijn minst een kwalijk bespookt huis. Zelf zou ik de voortreffelijke derde van regisseur Justin Benson (‘Resolution’ en ‘Spring’) eerder bestempelen als een surrealistische tijdreisthriller met occulte inslag en een lichte toets warm familiedrama – maar ik besef dat de meeste mensen hun hokjeslabels liever wat bondiger zien. Soit: een kijktip dus. Ook een geweldige soundtrack vanwege The Album Leaf, trouwens.
Meest gesmaakte muziekjournalist: John Doran
Disclaimer: ik ken de mens niet persoonlijk. Maar regelmatig kom ik nog steeds mensen tegen die nog nooit van The Quietus hebben gehoord, het fabuleuze Britse online muziek- en cultuurmagazine waarvan John Doran de bezieler is. Wat voor mij dan betekent dat het nog eens gezegd mag worden: Doran is een lichtend voorbeeld, al vele jaren lang. Dit jaar schreef hij voor Noisey een indrukwekkende scene report over ‘New Weird Britain‘ en maakte hij een vierde seizoen ‘British Masters‘, superieure video-interviews met coryfeeën als Tracey Thorn, Damon Albarn en Paul Simonon. Voor BBC4 produceerde hij dan weer een fantastische radioshow rond Aphex Twin. Een absolute vakman die blijft inspireren.
Beste antidotum voor de beroerde tijd waarin we leven: Won’t You Be My Neighbour
Ik draag al jaren een t-shirt van Mr. Rogers, en dat is compleet niét ironisch bedoeld. Rogers was de Anti-Trump – zijn educatieve kindertelevisie heeft hele generaties Amerikanen opgevoed, al vraag je je af wat er daarachter is blijven plakken van zijn lessen in zelfzorg en medemenselijkheid. Uit deze hartverwarmende docu leer je dat Rogers in elk geval zélf tot ontroerens toe volgens zijn eigen wijsheden leefde – letterlijk niemand lijkt een slecht woord voor hem te kunnen opbrengen. Tegelijk was het iemand die met veel lef en koppigheid zijn visie heeft doorgezet – een gutmensch met ballen aan zijn lijf. En God weet hoe hard we zo’n rolmodel kunnen gebruiken.
Meeste uren dat ik dit jaar aan één game heb besteed: 42, aan Prey (2017)
Iedereen die games speelt, zal het herkennen: de unieke ervaring van volledig te verdwijnen in een virtuele wereld. De bekommernissen op het scherm worden de jouwe, de logica van het spel stuurt je gedachten. Veel games zijn amusant, maar het zijn kostbare uitzonderingen die je op dat niveau in beslag nemen. Dit jaar is het me één keer overkomen, bij de paranoïde scifi thriller ‘Prey’. Mijn helletocht doorheen een geïnfesteerd ruimtestation werd een tijdelijk dubbelleven dat op elk moment van de dag mijn gedachten kon kapen.