Een nieuwe project met de Brusselse Italiaan/bezig baasje Giovanni Di Domenico, bassist Laurens Smet en drummer Jakob Warmenbol. Voor Di Domenico is het een zoveelste project in een lijst die stilaan intimiderende proporties aanneemt. Op zijn eigen Silent Water-label, maar ook daarnaast, profileert de toetsenist zich steeds nadrukkelijker als een ongrijpbare muzikant. Dat in goed gezelschap van de Brusselse scene of internationale kleppers als Jim O’Rourke, Gonzalo Almeida, Chris Corsano, Nate Wooley of Akira Sakata (‘Iruman’ behoort nog altijd tot onze favoriete impro-cd’s van de laatste jaren). Bij M(h)ysteria gaat hij voluit voor het Hammondorgel, al is dat meteen met een bijsluiter die duidelijk maakt dat dit weinig uitstaans heeft met het werk van, pakweg, Jimmy Smith, Jack McDuff of Richard ‘Groove’ Holmes. Het meest excentrieke van Sun Ra, Larry Young of Lonnie Smith kom al iets dichter in de buurt. Smet is dan weer bekend van onder meer Ifa Y Xango en Bambi Pang Pang, terwijl Warmenbol (Nest, Bolhaerd) eindelijk nog eens op een release te horen is. Drie stukken, waarvan twee composities en een vrije improvisatie. In Di Domenico’s ‘Road Rage’ word je meteen bij het nekvel gegrepen door Smets dwingende/slingerende bas, die de volle steun krijgt van Warmenbols gedreven cimbalenwerk. Di Domenico lijkt zich haast onder te dompelen in de magick wereld van John Zorns Moonchild. Een machtig brokje grootstadsjazz die even onderbroken wordt voor wat knorrige interactie. ‘Crumbs War’ is al net zo cool, beland van een hechte, broeierige interactie in een heftig opzwepende dansmuziek (!). Het vrije tussenluik ‘Family Drug’ zoekt het tussen ruimte-exploratie en de krachtige verkenningen van de vroege fusion-bands, maar dan zonder de connotaties die daar doorgaans bij komen kijken. ‘Family Drug’ is niet enkel eerherstel voor het Hammondorgel, maar ook een vet pompende, vrij verkennende en soms verrassend donkere plaat voor wilde nachten.