STOP BEING POOR
In de rubriek Beeldbank plaatst steeds een andere medewerker een actueel visueel werk, zoals een film of een tentoonstelling, binnen een bredere context. Verbanden met andere kunstwerken en video’s worden gelegd, uit heden en verleden. Ook beelden zijn immers sociale dieren. Deze keer snel geld: hoe Lauren Greenfield de cult rondom rijkdom verbeeldt.
Fake it ’till you make it, is het devies van rapper Future die door Lauren Greenfield wordt geïnterviewd voor haar documentaire/fotoboek/tentoonstelling ‘Generation Wealth’ (alle drie te bezichtigen in Fotomuseum Den Haag). Future weet er alles van: voordat hij rijk was, moest hij rappen dat hij rijk was. Die raps werden opgepikt in Atlanta’s stripclub Magic City, een hub voor de rapgemeenschap in de regio. Met de goedkeuring van de strippers/curatoren was Future’s weg naar weelde dan ook snel geplaveid.
Dit is maar een opstapje naar het echte werk van Greenfield. Want: what happens when you make it? Kapitaal dwingt dan vrouwen meer vrouw te zijn, zwarten minder zwart en armen minder arm. En rijken natuurlijk rijker. Greenfields ontwapenende foto’s schetsen dan ook hoe kapitalisme zich in elk onderdeel van het leven verankert: politiek, economisch, seksueel, etnisch en cultureel. Vooral kleine details in haar foto’s doen soms huiveren over de holle idealen van le riche pour le riche.
Wanhoop
Een vrouw in een kast van een huis die een trui draagt met daarop de tekst ‘I’m a Luxury’ springt eruit. Deels door het verveelde kind dat naast haar op een speelgoedpaard zit, maar vooral door haar even ongeïnteresseerde blik. En die trui? Automatische flashbacks naar Paris Hiltons ‘STOP BEING POOR’ tanktop. Hoewel een gephotoshopte versie van de eigenlijke tekst ‘STOP BEING DESPERATE’, weet die foto Hiltons intenties veel preciezer te verwoorden. Arm zijn is wanhopig zijn. En wanhoop is niet aan de rijken besteed.
De notie van rijk zijn gaat over comfort, over je nergens zorgen over maken. Neem Greenfields foto van een badkamer met daarin een tv-scherm met daarop een still van ‘Scarface’ (1983) waarin een sigaar rokende Al Pacino in een bubbelbad ligt. ‘Echte kapitalist als ik er ooit een heb gezien’ vermeldt de ondertitel. Het is dit gevoel, die momentopname – want wie is nou echt altijd zonder zorgen – die de zwarte telemarketeer Cash (Lakeith Stanfield) moet kanaliseren als hij geld wil verdienen in ‘Sorry To Bother You’. In het filmdebuut van Boots Riley vindt Cash dan ook zijn ‘witte stem’, op surrealistische wijze ingesproken door David Cross. Riley staat als frontman van The Coup al bekend om het verwerken van socialistisch gedachtegoed in zijn muziek, maar gaat hier een stapje verder: ‘Sorry To Bother You’ geeft de fake it ’till you make it-ideologie een full body tackle en biedt alternatieven: vakbonden, socialisme en solidariteit.
Medeplichtig
‘Sorry To Bother You’ voelt daardoor als een punkfilm, of een DIY-hiphopfilm. Al is hiphop net zo medeplichtig aan het geilen op kapitaal. ‘Het gaat over het vergaren van dingen om te bewijzen dat je geen havenot bent; het gaat tegen de notie in dat je zo weinig grip hebt op de economie dat je simpelweg kunt verdwijnen,’ schreef Questlove al in een installatie van zijn confronterende essayserie over de tekortkomingen van hiphop. Hij linkt daarin door naar een video van Lil Boosie die op de oprijlaan een stapel bankbiljetten van vijftig dollar presenteert. Een windstoot en al dat geld zou wegwaaien. Wat zou er dan nog van Lil Boosie over zijn?
Reacties