Ik vind het steeds moeilijker om een jaarlijstje te maken, merk ik. Er zijn drommen platen die in mijn geheugen verworden tot een soort aaneengesloten gevoelslandschap, waarin het terugkijkend soms lastig is om individuele kenmerken te ontwaren. Misschien moet ik in 2017 mijn oor eens wat meer te luister leggen bij collega’s die nog gewoon naar platen met liedjes luisteren.
Ik zag en hoorde in juni Helen Money (a.k.a. Alison Chesley) voor het eerst (ze opende voor Shellac), en een paar maanden later is haar vierde album ‘Become Zero’ een van mijn favoriete platen van het jaar. Chesley bespeelt haar cello als een rockinstrument, als een tool of doom of opeens toch als het hartverscheurende strijkinstrument dat het ook kan zijn. Een zware, soms zwaarmoedige plaat, die tegelijk bevrijdend is in zijn meeslependheid. Instrumentgenote Claire M. Singer bespeelt haar instrument op een meer traditionele manier. Tegelijk geeft ze er op haar debuutalbum ‘Solas’ middels orgel en elektronica een eigen draai aan, en soms een urgentie die dit soort platen vaak missen. De meer breekbare momenten vinden mooi aansluiting bij Ian William Craig’s ‘Centres’. Misschien niet zijn beste album, maar toch weer een zeer fraai verzameling halfvergane (p)operaliedjes die aan elkaar hangen van tape hiss, melancholie en erosie. Meer eenstemmig van toon, en in lijn met de schaduwzijde van Helen Money, is ‘I Know No Weekend’, KETEV‘s tweede lp van dit jaar. Een weefwerk van polyritmes, elastieken percussie, bas-loops en het idee van techno, dat verslavend omineus het donker in rolt. Ergens waar het nog een beetje schemert opereert Otto Lindholm, die een fraai debuut maakte met lange stukken op het grensvlak van drone en klassiek, met behulp van een klassieke bas en de nodige analoge apparaten. Veel donkerder is het werk van Simon Shreeve, die met twee ep’s op Downward de claustrofobische posttechno ruimte bespeelde, waarvan met name ‘Lust Product’ indruk maakte. Zo goed als ondoordringbaar was Autechre’s ‘elseq 1-5’, vier uur plus grijsgrauwe confrontatie met de keerzijde van het delicate en mooie van IDM, het genre dat ze zelf hielpen definiëren. Een monumentale uitputtingsslag door een band zonder gelijken. Op het debuut van Second Woman zijn her en der echo’s van Autechre’s baanbrekende platen te horen, maar wat me de plaat in trok was hoe de snelheid van de ritmes binnen de nummers op en neer golft. Zonder het houvast van een constant tempo vloei je met de muziek mee, waarvan de pulsen een klank hebben die maakt dat het ook nog eens voelt alsof je schedel wordt gemasseerd. Anders Brørby doet op ‘Nihil’ niets nieuws – drones, ruisstormen, (dark) ambient, noise, industrieel drama – maar wel allemaal aaneengeschakeld op een manier die er een verslavend verhaal van maakt. Zie ook Roly Porter’s loodzware ‘Third Law’. En dan ook nog: Paul Jebanasams fraaie ‘Continuum’; de overstuurde doom-hop van Boobs Of DOOMs ‘(((White Noise)))’ (free download!); de moody (en onkarakteristiek beheerste) soundtrack van de mini-serie ‘The Last Panthers’ door Clark; de mooie, warme mix van elektronica, piano, gitaar, omgevingsgeluiden en spanningsbogen van The Void Pointers’ eerste album ’Values’; en dan toch nog een paar liedjes op ‘The Gospel’, het machtige laatste album van Årabrot, die een uitstekende balans vinden tussen noise rock, doom en nog wat van dat soort dingen.
Anders Brørby – Nihil (Gizeh)
Årabrot – The Gospel (Fysisk Format)
Autechre – elseq 1-5 (Autechre)
Boobs Of Doom – (((White Noise))) (Bandcamp)
Clark – The Last Panthers (Warp)
Paul Jebanasam – Continuum (Subtext)
Helen Money – Become Zero (Thrill Jockey)
KETEV – I Know No Weekend (Portal Editions)
Second Woman – Second Woman (Editions Mego)
The Void* – Values (LoMechanik / Esc.rec / Shipwrec)