728x90 MM

A(R)Mor

n een luie of inspiratieloze bui zouden we The Girl Who Cried Wolf kunnen vastpinnen als het Antwerpse antwoord op Chelsea Wolfe of Emma Ruth Rundle. Door die donkere, bij momenten met Gothic rockinvloeden flirtende atmosfeer kunnen ook Esben & The Witch, True Widow en zelfs Portishead mee in dat bad worden getrokken. Dat zijn dé referenties –niet van de minste overigens- maar The Girl Who Cried Wolf beschikt over voldoende eigen sterke kaarten om afzonderlijk te worden beoordeeld. Wat direct opvalt, is de expressieve stem van Heleen Destuyver. Zij draagt de band. Zij is de kapstok waaraan de rest van de band hangt. Daarnaast zijn er de songs. Die zijn goed tot zeer goed. Dat wisten we al van hun debuut ‘Ruins’ uit 2015 en dat wordt nu meer dan geconsolideerd door ‘A(R)Mor’. ‘Pestilence’, ‘Iron & Stone’ en ‘Left’ zijn de nummers die écht opvallen. Omdat hier de band rauw, noisy en episch is en op geen enkele manier het hoofd moet buigen voor bovenvermelde acts. Die noisy en licht beklemmende kant wordt niet het volledige album volgehouden. ‘Running’, dat dolt met dromerige shoegaze en melancholische indiepop bijvoorbeeld, is stukken radiovriendelijker en laat zien hoe veelzijdig deze band is. ‘Willow Tree’, dat overigens maar een minuut duurt, bestaat uit niet meer dan atmosferische pianoklanken; terwijl in dat ‘Pestilence’ Tim De Gieter zich de longblaasjes uit het lichaam schreeuwt. Dat The Girl Who Cried Wolf er niettemin in slaagt om de elf nummers als een spannend en coherent geheel te laten klinken is een extra pluim op hun hoed. Straf plaatje, deze ‘A(R)Mor’.

tekst:
Serge De Pauw
geplaatst:
wo 19 jan 2022

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!