Hokje, vinkje, label


In het vorige nummer spraken we festivalorganisatoren over programmeren in tijden van pandemie. Wat bleek? Naast de dans met het virus staat diversiteit hoog op de agenda. Maar wat houdt dat precies in? We vroegen het aan dj en schrijver Emma van Meyeren, muzikant Shishani en de programmeurs van ESNS, Sfinks Mixed en Grauzone.

In juni 2018 opende Emma van Meyeren een pakket vol stickers met de tekst ‘All men? Nein danke!’. Doelwit: alle festivalposters met alleen maar mannen in de line-up. De sticker is gebaseerd op de iconische ‘smiling sun’, ontworpen door een vrouwelijke activist die zich inzette voor de antinucleaire energiebeweging. Van Meyeren: ‘De stickers zijn heel politiek, maar zien er ook semigezellig uit, wat paste bij mijn oorspronkelijke idee erachter: alles is zo fucked up en dan heb je ook nog eens het lef om een poster te printen waar alleen maar witte mannen op staan?’

De conclusie van een onderzoek van het netwerk female:pressure, dat vorig jaar verscheen op Internationale Vrouwendag, luidt dat een festival gemiddeld 25 procent vrouwen, 65 procent mannen en minder dan 1 procent non-binaire artiesten boekt. De data zijn afkomstig van 158 festivals en hoewel de verhoudingen nog lang niet in balans zijn, laten ze zien dat vrouwen en non-binaire artiesten vaker worden geboekt dan voorheen. Een steekproef van journalistiek platform OneWorld uit 2018, waarbij achttien zomerfestivals in Nederland onder de loep werden genomen, wijst in dezelfde richting: de verandering gaat langzaam, maar gestaag.

Dialoog

Leg de line-ups van showcasefestival Eurosonic Noorderslag uit 2009 en 2021 maar eens naast elkaar: waren het toen overduidelijk witte mannen die de podia domineerden, nu biedt de website een veel minder eenvormige aanblik. Programmeur Robert Meijerink: ‘Ik denk dat 2009 een goed peiljaar is. Ik kwam toen als boeker en talentscout op veel plekken in Europa en mijn ervaring is dat de line-ups toen nog overwegend mannelijk waren. Er werd niet gecureerd met het idee dat er sprake moest zijn van een bepaalde mate van gelijkwaardigheid. Die elementen zijn bij ons op de agenda gekomen rond 2010, 2011. We hebben toen gezegd: we moeten veel beter laten zien waar Europa over gaat.’

Eurosonic Noorderslag is aangesloten bij het internationale platform Keychange, dat zich inzet voor gendergelijkwaardigheid in de muzieksector. Meijerink: ‘We vinden het heel belangrijk dat er tegelijk met die man-vrouwverhouding ook een balans komt in genres. Ook de mensen met een multiculturele achtergrond die in Europa wonen en werken, moeten een kans krijgen. Als Europees festival vinden we het belangrijk dat die diversiteit gezien wordt en dat mensen op de conferentie de dialoog kunnen aangaan.’

‘Je moet gewoon niet programmeren als je niet onderdeel van de cultuur bent.’

Discussiepunt

Natasja Alers, artistiek directeur van Grauzone Festival, benadrukt dat festivals zelf verantwoordelijk zijn voor die diversiteit: ‘Voor onze eerste editie in de Melkweg (in 2013, lfj/he) hadden we nog niet echt plannen of een doel, maar sinds we naar Den Haag zijn verhuisd, boeken we bewust meer vrouwelijke en non-binaire artiesten, al schreeuwen we dat niet van de daken. We zouden niet eens hoeven te praten over die balans, het zou de fucking norm moeten zijn. Een festival moet een afspiegeling zijn van de bezoekers. Er zijn genoeg mensen die zich op straat onveilig kunnen voelen, laat een festival dan op z’n minst die safe space zijn.’

Eurosonic Noorderslag lijkt haar kernbezoekers, de programmeurs van festivals en podia, dat bewustzijn mee te willen geven. Meijerink: ‘Dat is de groep die de keuzes maakt. We proberen in een bepaalde mate die professionals bij te brengen dat hun keuzes cruciaal zijn voor het beeld dat zij schetsen in hun eigen land en daarbuiten. Er zijn nog steeds festivals met 90 procent mannen in de line-up. Wij kunnen een schakel zijn zodat mensen in elk geval procesmatig kunnen wennen aan het idee. Al kan het nog drie, vijf, of zelfs tien jaar een discussiepunt zijn, het gaat erom dat wij dat zaadje planten en mensen proberen te inspireren tot keuzes die kunnen bijdragen aan een mooier festivallandschap.’

Zijpodia

In 2018 kwam uit een survey van She Said So het festival Sfinks Mixed uit de bus als meest gendergelijkwaardig festival in België. Artistiek directeur Patrick De Groote: ‘Met die studie gingen veel collega-festivals die wat minder goed scoorden allerlei redenen opnoemen waarom het logisch was dat er vooral mannen op podia stonden. Dat vond ik een beetje raar. Daarom hebben we besloten het voortaan ook te benoemen.’

De gendergelijkheid in Sfinks Mixed is resultaat van gericht beleid. ‘We hebben al een hele tijd quota. Op het moment dat een van mijn programmatoren het lastiger vond om vrouwelijke dj’s te boeken, heb ik een aantal vrouwelijke dj’s gevraagd mij lijstjes op te sturen. Vanaf toen ben ik begonnen met tellen. Ik hoef niet absoluut die 50/50 te bereiken, maar wil wel dat er een evenwicht is.’

Het is niet zo dat er in de hoek waarin Sfinks Mixed programmeert (‘allesbehalve westerse pop en rock’) meer vrouwelijke artiesten actief zijn, vertelt De Groote. ‘Je ziet in alle genres, van pop tot Arabische chansons: de grote headliners zijn veelal mannen. Dus ik denk dat de genres of circuits er niet zo verschrikkelijk veel toe doen. Waar we de laatste jaren hard aan werken is gelijkwaardigheid in de budgetverdeling. Dat wil zeggen dat we meer vrouwelijke headliners hebben. Je ziet heel vaak bij mainstream, commerciële festivals dat driekwart van het budget naar een paar headliners gaat en dat het dan allemaal mannen zijn. Dan kun je wel heel veel zijpodia hebben waar (vrouwelijke, lfj/he) artiesten voor 500 euro hun dingen komen doen, maar dat verandert structureel niets en is ook niet echt duurzaam.’

Eenheidsworst

Voor de Belgisch-Namibische, in Nederland opgegroeide muzikant Shishani is die zichtbaarheid van vrouwelijke acts broodnodig. ‘Ik heb vaak op podia opgetreden waar alleen mannelijke helden aan de muur hingen. Geen enkele vrouw. Wil je daar verandering in brengen? Dan moet je eerst bewust diversifiëren, wat aan het begin sowieso krampachtig zal gaan. Maar in de loop der tijd wordt het steeds natuurlijker. In elk genre heb je wel dominante structuren waar je doorheen moet breken. Anders worden bijvoorbeeld de echte woordkunstenaars genegeerd en krijgen alleen grote namen in de hiphop een kans.’

Twee jaar geleden begon Shishani het collectief Miss Catharsis, met vrouwelijke muzikanten van kleur. ‘Ik dacht toen eerst: ken ik zelf eigenlijk wel een band met alleen vrouwen? Die zijn er zeker, al jaren, maar ze zijn nooit zo populair als bands met alleen mannen. Bands met alleen vrouwen van kleur heb ik nog nooit in mijn omgeving gezien en uit dat gebrek van representatie ben ik die zelf begonnen.’

Zelf merkt Shishani ook dat ze soms wordt gevraagd vanwege bepaalde labels. Gaat het dan om haar crossculturele muzikale stijl of om ‘Black, queer, female’ …? Allemaal hokjes die aangevinkt moeten worden. Het komt vaak voor dat ik de enige vrouw van kleur ben bij podia, festivals, in gezelschappen of commissies. Ik hoop dat het in de wortel van de organisatie daadwerkelijk inclusiever wordt en niet alleen sporadisch blijft.

En dat men voorbij de hokjes groeit en daadwerkelijk zicht heeft op het bieden van een inclusief podium aan toffe artiesten en niet-commerciële experimenten. Als artiest kun je doen wat je wil, maar als de boekers letten op cijfers in plaats van kwaliteit, is er geen ruimte voor undergroundacts. Diversificatie heeft ook te maken met wegstappen van de commercie. Alleen maar verkopen zorgt voor een grote eenheidsworst in de muziekwereld, dan wordt het erg eentonig. Omdat iedereen kiest voor ‘wat werkt’.’

Jury

Maar hoe zorg je voor zo’n kwalitatieve, diverse programmering? Meijerink (Eurosonic Noorderslag): ‘Sinds drie jaar houden we alles bij, vooral om van dat onderbuikgevoel af te gaan en omdat we ook willen leren hoe wij cureren. Maken we het waar als we zeggen dat we naar een afspiegeling van Europa toe willen? Je kunt niet blijven zeggen ‘we werken eraan’, je moet het ook hard kunnen maken. Voor de digitale editie van dit jaar hebben we voor het eerst ook gekeken of we een bijdrage konden leveren voor non-binaire en lhbtqi+-artiesten, op basis van onze ambitie om toegankelijk te zijn. We willen dat die artiesten zich ook welkom voelen bij ons.’

Het festival werkte ook samen met een marketingbedrijf dat met beide benen in de hiphop- en r&b-scene staat. ‘Zij hebben voor ons drie panels georganiseerd. Als wij als organisatie specifieke kennis nodig hebben, leggen wij graag ons vertrouwen in kenners van speciale vakgebieden. Dat is misschien ook wel een nieuwe manier van cureren.’

Zoals De Groote binnen Sfinks Mixed werkt met genderquota, hanteert hij ook gender-en diversiteitsquota bij andere evenementen waarbij hij betrokken is. ‘Een deel van het programma van de Zomer van Antwerpen is expliciet op stedelijke jongeren gericht, zonder die quota kunnen we niet representatief zijn voor de jongeren die in deze stad leven.’ Deze programmering doet De Groote niet zelf. ‘We hebben daar een aantal programmatoren en de rest gaat dan via open calls waarvoor jongeren een project kunnen indienen, waarover een diverse jury beslist.’

Gratis

Het Amsterdamse Milkshake Festival heeft als enige festival in Nederland een abc van inclusiviteit op de website staan. Ziet Van Meyeren dat soort festivals als voorbeeld voor de rest? Van Meyeren: ‘Ik heb vooral het gevoel dat we kritischer moeten zijn over organisatorische indeling van de cultuursector. Het is geen toeval als je gelijk aan Milkshake Festival denkt als het meest representatieve festival: zij laten hun podia hosten door communities. Je moet gewoon niet programmeren als je niet onderdeel van de cultuur bent. En één persoon kan niet zomaar besluiten hoe een heel festival eruitziet. Geen enkel persoon kan dat alleen goed doen. Er moet minder hiërarchie zijn, minder verschil tussen de mensen achter de bar en de mensen die er zijn om het festival te ervaren. Kijk naar het New Yorkse Sustain-Release. Iedereen doet daar wel wat voor het festival, van bezoekers tot barmedewerkers.’

Shishani benadrukt eveneens dat een festival naar meer moet kijken dan alleen het programma om diversiteit te bevorderen. ‘Boek je verschillende genres? Heb je multidisciplinaire programma’s? Let je beter op minder zichtbare groepen? Is de locatie toegankelijk en betaalbaar voor iedereen? Het is tof als je divers programmeert, maar zinloos als niemand uit de communities erheen kan.’

Dat vindt ook De Groote: ‘Sfinks Mixed was lang betalend, maar we merkten met de economische crisis vanaf 2008 dat ons publiek versmalde. We zagen minder mensen van kleur, minder jonge gezinnen en minder jongeren, omdat de financiële drempel te hoog werd. We hebben ons festival gratis gemaakt, een ander businessmodel opgezet en gemerkt dat het meteen weer terug aansloeg.’

Bewustwording

Als een van de weinige vrouwen in de sector heeft Alers meermaals meegemaakt dat ze niet serieus werd genomen. ‘Ik kan wel een boek schrijven over alle keren dat iemand dacht dat ik het flyermeisje of de stagiair was. Zo gênant. Er zijn wel steeds meer vrouwelijke programmeurs, maar echt een festivaldirecteur… Het is best wel slecht dat ik een van de weinigen ben. Je line-up spiegelt af op je publiek en je organisatie spiegelt af op de line-up: het is allemaal aan elkaar gelinkt.’

Dat gebrek aan diversiteit in organisaties valt ook Meijerink op: ‘Het is een doorn in het oog van velen. De muziekindustrie an sich is er eentje die natuurlijk een keer goed op de kop moet worden gezet, maar dat kan om allerlei redenen niet. Er zijn heel veel mensen afhankelijk van elkaar. Het is net als bij miljardenbedrijven: de top is bijna altijd mannelijk. Er zijn gelukkig een paar directeuren in Nederland die vrouw zijn, maar het kan natuurlijk nog veel beter. Ik denk dat er maar net sprake is van kinderschoenen. Ik heb er vertrouwen in dat de basis die er nu gelegd wordt in de goede richting wijst, maar die codes moeten van toepassing blijven. Die bewustwordingsprocessen moeten doorgaan.’ Zelf krijgt hij er binnenkort een vrouwelijke collega bij in het programmateam. ‘Dat er weer een vrouw bij komt, daar ben ik heel blij mee.’

Zoeken

Shishani ziet hoe diversiteit in de organisatie meer kracht met zich meebrengt voor festivals: ‘Als er vrouwelijke programmeurs zijn, of directeurs, neemt die persoon een andere visie van de samenleving mee. Door vrouw te zijn, of persoon van kleur. En daar ligt ook de kracht: iedereen heeft een expertise en perspectief, en hoe diverser je team is, hoe diverser je ideeën als festival worden. Anders is het niet meer dan ‘oh, laten we de diversiteitscode volgen en de hokjes afvinken’.’

Alers: ‘Het wordt nu misschien wel een beetje opgelegd divers en inclusief te zijn, omdat mensen het kennelijk niet uit zichzelf doen, wat heel triest is. Ik merk dat mensen ook afwachtend zijn daarin, terwijl je zelf dingen juist heel goed kunt veranderen en invloed kunt hebben op je omgeving. Het is zonde om die kans niet te pakken.’

Dat opgelegde gevoel van diversiteit ziet Van Meyeren ook terug. ‘Als je nu een poster zou printen met alleen maar witte mannen erop, weet je dat je er geheid kritiek op kunt krijgen. Het daarom niet doen is geen duurzame verandering. De reden zou moeten zijn dat je daadwerkelijk vette artiesten wilt boeken die ook verschillen van elkaar. De reden waarom je als vrouw vroeger niet in punkbands ging of dj’de, was omdat je andere vrouwen het niet zag doen. Je hebt een geweldige kans als programmeur om goed en interessant talent te laten zien en mensen te motiveren om shit te maken. Er is geen reden om dat niet te doen.

Je hoort weleens: ‘Dat we die en die identiteit niet hebben op ons festival is omdat die en die persoon niet het werk maakt dat we willen’, of ‘Het gaat mij om de muziek’. Mensen die dat zeggen gooien hun eigen ruiten in. Als goeie programmeur vind je deze mensen echt wel, ook buiten de labels en agencies om. Er zijn misschien wel honderd mensen die net zo goed of beter werk maken dan die ene witte man, maar je moet wel zoeken naar die mensen.’ Alers beaamt dat: ‘Het is soms misschien even zoeken, maar dan kom je op heel verrassende en interessante acts uit. Het vergt extra aandacht, maar die aandacht zie je weer terug in je publiek.’

Toekomst

Gaat Van Meyeren nog door met stickeren? ‘Misschien dat ik het later nog eens oppak, maar als het niet meer schuurt, is het geen goeie actie meer. Ik ben ook sceptisch over de veranderingen, omdat dezelfde mensen als toen nog steeds op dezelfde posities zitten van belangrijke keuzes.’ Toch hoopt ze dat festivals hun verantwoordelijkheid nemen om beter te diversifiëren. ‘De stickers gaven het idee alsof het probleem van representatie enkel een binair man/vrouw-probleem is, en dit sluit bijvoorbeeld non-binaire personen uit. Alsof mensen denken: gooi witte vrouwen in de mix en dan is het opgelost. Maar dat is juist kwalijk en geen goede vorm van representatie. Zo kunnen alleen witte vrouwen van zo’n actie profiteren, maar dat draagt niet voldoende bij aan de feministische toekomst die ik hoopte te bereiken met deze stickers.’

Feminisme is zinloos wanneer het niet intersectioneel is, concludeert Van Meyeren: ‘Daarmee is structurele ongelijkheid niet opgelost.’


Dit artikel verscheen eerder in GC #163.

Koop deze editie in onze webshop!

Lees meer

Lees meer over festivals en corona in GC # 162

Reacties