Het tweede jaar van het fenomenale Paradigms-label zet meteen goed in. Zoals gewoonlijk zitten ook deze releases in een luxeverpakking en verschijnen ze in een kleine oplage en zijn ze te bestellen op de website. Het schijfje van Snowdrift (750 stuks) bevat acht melancholische nummers, dieptreurig en gebaad in een duistere, angstaanjagende sfeer. Het lijkt alsof de band de soundtrack voor een van de betere horrorfilms uit de reeks Masters Of Horror wilde neerzetten. De depressies opwekkende weltschmerz die het uit Seattle afkomstige trio uit hun donkere breinen perst, roept herinneringen op aan Codeïne en de eerste werkstukken van Idaho, maar klinkt net zo goed als Sunn O))) die Low covert. De muzikale omkadering is spaarzaam, maar klinkt daardoor des te effectiever. Afsluiten doen ze met Track 11, waarin een Mogwai-gitaarmuur de PJ Harvey-achtige stem van Kat omringt. Pure gewelddadige schoonheid. Nog een stuk donkerder van sfeer is Plaguebearer (500 stuks) van het uit Edinburgh, Schotland afkomstige Wraiths. Sinister, zwaar, lawaaierig, angstaanjagend en hels zijn termen die in ons heidens optimistische brein opduiken bij het beluisteren van de vijf nummers op dit debuut (de veertig minuten en 1 track tellende democdr Oriflamme niet meegeteld, slechts vijftig exemplaren gemaakt). The Ghastly Death-Rattle Of A Plague Victims Last Breaths is hoe de band, wiens samenstelling volgens henzelf niet van belang is, zijn muziek zelf omschrijft. Alle geluiden die ze produceren zijn volledig geïmproviseerd, liefst in ritualistisch aandoende omstandigheden, met gevonden en naar eigen welbevinden omgebouwd materiaal, gebruik makend van de akoestiek van de omgeving en menselijke stemmen. Wraiths vermeldt fier dat ze voor het creëren van hun deathambient, zowel op het podium als in de studio, geen computers of synthesizers gebruiken, wat nochtans voor hun geluid voor de hand zou liggen. Drones, feedback en distortion vormen de basisingrediënten die refereren aan de beginjaren van de industrial, een mix van de catalogus van het noiselabel PacRec met de bloeitijd van Throbbing Gristle. De desolaatheid van weidse vlakten in combinatie met een door criminaliteit aangetaste, van paranoia vergeven grootstad vinden elkaar in nihilistische elektronica. Claustrofobisch en ijskoud en toch geen black metal. De cd van Plants Double Infinity (500 stuks) is er nog eentje van het eerste levensjaar van het label, met het nummer twaalf. Plants heeft net nog de cd Photosynthesis uit op Strange Attractors Audio House, waarop het uit Portland, Oregon afkomstige duo Joshua en Molly Blanchard (yep, een gehuwd stel) hun exploratie van transcendente psychedelische pop verder zet. Drie ingetogen nummers staan er op dit uitermate intrigerend schijfje, waarvan vooral opener The Sky Above Seeks The Below beklijft. Orgel, piano en stem vormen samen een in crescendo gaande drone, folk en pop in één. Het is vooral de stem van Joshua die de song tot esoterische hoogten verheft, in een kosmische trip waaraan nauwelijks is te weerstaan. Het titelnummer is volledig instrumentaal en kiest de kosmische kant van de krautrock in een geslaagde poging om ons in trance te brengen. Het afsluitende madrigaal Gnostic Flame vloekt enigszins met de twee lange voorafgaande stukken en kan eigenlijk beter los van de rest van de cd worden beluisterd. Pas dan geeft het nummer zijn intrinsieke schoonheid prijs. Paradigms slaagt er ook dit keer weer in om in al zijn verscheidenheid drie prijsbeestjes aan zijn catalogus toe te voegen. Blinde aanschaf van elke release tot nog toe is gerechtvaardigd. Slechts weinig labels kunnen pronken met een dergelijke erelijst.