728x90 MM

Pas de croques à PaCRocK, maar wel goeie muziek!

Geen municipalité te desolaat, geen route te verwilderd, nee geen brug te gammel voor de Gonzo (circus) crew om er de lokale en minder lokale muzikale fauna en flora te gaan opsnuiven. Zodoende bevonden wij ons het afgelopen weekend in het verder volstrekt overbodige Pont-à-Celles, met een biologisch afbreekbaar bekertje bier ter hand, waarop in een fraai font de letters van PaCRocK waren gedrukt.

Daar wij in een sporadische vlaag van planmatigheid al wel eens bedachtzaam te werk gaan, betraden we op het waarlijk sociaal-aanvaardbare uur van 15.30u reeds de festivalwei. Net op tijd dus om de manschappen van het Antwerpse Bed Rugs de scène te zien betreden. Wie zich wil verdiepen in band-trivia en wist-je-datjes verwijzen graag door naar onze collega’s van Signaal/Ruis, die recentelijk nog een uitgebreid interview met de groep afnamen. Wij kwamen vooral voor de muziek. Die klonk leuk en spacy. Maar wij – en de gitarist met ons ‘c’est encore tôt hein!?’ – hadden de indruk dat de Henegouwenaars nog niet wakker genoeg waren om er ten volle van te genieten. Misschien had het beter gewerkt ware het een graad of tien warmer geweest, want toen de zon er tegen het einde van de set stilaan doorkwam nam de ijver bij de gegadigden rechtevenredig toe.

Afgezien van de duchtige overdaad aan decibels was het ’s namiddags aangenamer vertoeven in de Marquee: het zijpodium in een tent naast de kerk, waar het iets zwaardere werk geprogrammeerd stond. La Jungle, een duo dat tribale ritmes combineerde met een fijnzinnig gevoel voor climaxopbouw, werd door een omstaander omschreven als ‘de Waalse Madensuyu’. Misschien… Maar dan toch iets gestoorder, en beschikkend over een beperkter muzikaal wapenarsenaal. In ieder geval signaleerden wij rondom ons zowel dansende vrouwen van middelbare leeftijd als met-de-armen-zwaaiende kleuters. Sonisch jolijt van 7 tot 77, dus.

En dan was het eindelijk tijd voor Peter Kernel. Eindelijk, want we worden al zowat twee jaar bestookt met getuigenissen van vrienden over hoe geniaal hun live shows wel niet zijn, maar geraakten door omstandigheden nog nooit tot op een optreden. Ze spelen nochtans graag in België en Nederland. Ondanks het vroege uur en het grote podium slaagde het Zwitsers/Canadese koppel (voor de gelegenheid vergezeld van een goedgemutste drummer) er – mede dankzij hun übersympatico-factor en je-m’en-foutisme – wonderwel in om het feestje op gang te trekken. Op de tonen van afsluiter ‘High Fever’ en op warme aansporing van de bassiste (‘Vous pouvez bouger les épaules un peu maintenant… Pas trop, mais juste assez pour être sexy’) kwam er stilaan beweging op de tot dan toe relatief immobiele festivalweide.

We hadden onze oordoppen niet bij, en dus won de degustatie van een streekbiertje het van veertig minuten Zweeds metaal. Waarna we weer naar het hoofdpodium afzakten voor Robbing Millions. We zagen ze vorig jaar al eens aan het werk op Pukkelpop, en waren toen maar matig onder de indruk. Ook dit keer kwamen de Brusselse hipsters niet veel verder dan ‘fijn’ en ‘goed gearrangeerd’. Het potentieel is aanwezig, maar komt er ons inziens nog niet helemaal uit. Gelukkig zijn wij bij Gonzo (circus) geduldige luitjes. Tot de volgende keer maar weer, jongens.

Mountain Bike Behalve Peter Kernel stond ook Mountain Bike al geruime tijd op ons lijstje. Dat was vooral te wijten aan het feit dat grote festivals hen afgelopen zomer steevast op een tijdstip programmeerden waarop wij gedehydrateerd op handen en knieën naar de rij voor de wasbakken aan het kruipen waren. Net als op hun schitterende bandfoto’s traden de heren aan gewijd in basketbaltruitjes, ballenknijpers en sokken, zonder meer. Ze hebben duidelijk goed geluisterd naar de nieuwe vlaag van hippe Amerikaanse garagerock à la The Growlers, maar daar is niks mis mee, want die kan ons wel bekoren. En ook de vrolijk zelf-relativerende, zij het ietwat puberale bindteksten (‘Aperoooo! On a soif tout le temps, c’est bizarre. Vous avez un peu soif ou pas ?’) pasten in het plaatje. Toffe band.

We geven toe dat we toen Wolf People ten tonele trad stilaan in een dipje waren weggegleden. Volgende keer misschien toch maar een ontbijt tot ons nemen dat uit meer bestaat dan een hotdog met zuurkool. Gezeten in een uithoek van de weide waren we getuige van het seventiesgeluid van de psychedelische bluesrockers. Een beetje jammer dat de mensenmassa nog steeds niet echt gemobiliseerd was. Maar misschien was de performance van Wolf People daar ook iets te vrijblijvend voor.

Gelukkig was er Quadrupède om ons abrupt uit onze tamheidsroes te doen ontwaken. Het Franse duo dat met drum, gitaar, samples en looppedalen als ingrediënten een weelderige mix van math rock en elektronica bracht, hier en daar afgewerkt met een stevig metal-rif of een percussie-frats van de gitarist, was een echte verademing. Gevarieerd, super strak gespeeld en weloverwogen gearrangeerd. Ja ja, Quadrupède was de ontdekking van de avond.

Maybeshewill De Britse post-rockers van Maybeshewill zagen we al ettelijke malen eerder aan het werk en stellen zelden teleur. Van hun laatste plaat uit 2014 zijn we geen grote fan, maar de nieuwere nummers werden afgewisseld met klassiekers als ‘Co-Conspirators’, ‘To The Skies from a Hillside’ en de indrukwekkende afsluiter ‘Not For Want of Trying’. Reden genoeg dus, om de gutsende regen te trotseren.

Na een bescheiden avondmaal te hebben verorberd stelden we ons darmstelsel meteen op de proef bij de mannen van Raketkanon. Wie de band ondertussen nog altijd niet live heeft gezien, die doet echt zijn best om ze te ontlopen. We gaan er dus niet teveel woorden aan vuilmaken, maar het was weer dik in orde, hé.

We hadden eigenlijk echt uitgekeken naar These New Puritans, maar om de één of andere reden kwamen de nummers in Pont-à-Celles niet volledig tot hun recht. Misschien was het de koude of de regen, misschien lag het aan de lange dag of aan de sobere show, maar het publiek bleef redelijk onverschillig onder de inspanningen van de Barnett-broers en hun gevolg. Wij waren vooral geïntrigeerd door een stukje gear van de toetsenist dat veel weg had van een hartslagmeter, en de gretigheid waarmee de sample-man zijn elektronische sigaret consumeerde.

We pikten nog anderhalf nummer van AK-DK mee, gelukkig geen AC/DC-coverband maar wel fijne Britse semi-elektronica met twee drummers/toetsenisten (alweer een duo!). Daarna gaven we verstek. Maar we onthouden: PaCRock, cool festival met originele wc’s (met boomschors in plaats van een chasse), originele asbakken (lege olijfblikken), iets te handtastelijke security-mensen, zonder croques (wel heerlijke hamburgers), maar vooral met een interessante en brede rockgeoriënteerde line-up. Doe zo verder en wij zijn volgend jaar weer van de partij!

tekst:
Nico Kennes
beeld:
Maybeshewill
geplaatst:
ma 27 apr 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!