Lubomyr Melnyk - (c) Wouter De Bolle

Zaterdag applausdag

Het is een ijzeren wet: op het dunk!festival, per slot van rekening een postrockfestival, moet het altijd crescendo gaan. De afsluitende dag hoort dan ook een dag van absolute triomf te worden en ja hoor, het publiek van Kunstencentrum Viernulvier gaf vandaag verschillende keren zijn luidruchtige goedkeuring.

Al begonnen we de namiddag bescheiden met Outlander, dat zich op deze affiche onderscheidde met invloeden uit shoegaze en slowcore. Een goede smaakmaker om mee te beginnen in de balzaal.

Volgde in de concertzaal: de viriele postrock van Coldbones. Het trio kan niet goed tegen stilte en begon dus met een wachtmuziekje, en ook tussen de nummers door kregen we interludes vanop een bandje, met ouderwets parlando (zie ook: het oudere werk van Mogwai). De band speelde gedreven en er waren niet minder gebalde vuisten te zien op het podium dan ervoor: het publiek moest nog wat op gang komen. Soit, zoals een omstander het samenvatte: dit was “degelijk en energiek”.

Preventieve pauze

Na deze ontspannende matinée lasten we een preventieve pauze met copieuze maaltijd in om de lange avond heelhuids door te komen, want de ene na de andere niet te missen show stond op het programma, te beginnen met Lubomyr Melnyk. De 73-jarige pianist van Oekraïense afkomst kwam onder luid applaus het podium opgewandeld, drapeerde in stilte een Oekraïense vlag op de vleugelpiano en begon dan aan zijn obligate openingsspeech. Alleen was de toon, gezien de actualiteit, anders dan anders. Melnyk blijft een begenadigd verteller, maar deze keer waren de omstandigheden te serieus voor gevatte, entertainende monologen. Voor het overige was zijn concert vintage-Melnyk. Met zijn hang naar precisie hield hij de telling goed bij: een korte set, dus drie nummers te spelen, en na elk nummer kregen we een update over hoeveel van de drie er al gespeeld waren. Het eerste was een titelloos, nog niet opgenomen nummer, van het tweede zou er een opname bestaan maar nog geen uitgave, en afsluiter The Love Song of Bonnie and Clyde had hij te koop mee, op een huisgebrand cd’je met een zwart-wit-lo-fi-hoes. Elk van de drie kreeg zijn verhaal mee, want dat heb je bij Melnyk: hij heeft de gewoonte om na elk stuk even de benen te strekken en bij wijze van pauze het publiek toe te spreken. Daardoor worden die toespraken deel van de performance: je krijgt een muzikant én een verhalenverteller in één. Daarbij gaan feit en fictie hand in hand. Bij het laatste stuk was hij weer zijn guitige zelve toen hij zichzelf een ouwe bandiet noemde en zo de link legde met Bonnie & Clyde – waarbij hij zich voorstelde hoe de man verliefd werd op de beeldschone vrouw – ook een vast thema bij Melnyk. Maar even goed bestaat het stuk al jaren onder de eenvoudige naam The Love Song, en werd het gemaakt voor een balletuitvoering die in de verste verte niets te maken heeft met het bandietenkoppel. Hoe dan ook: muzikaal en qua entertainment was dit top. Tel daar nog de emotioneel geladen actualiteit bij en de prachtige theaterzaal, en de goede man kreeg een minutenlange staande ovatie. Ook sprekend was de ellenlange rij aan de merchandise, die – leer een oude vos geen streken – meteen na de show op het podium beneden uitgestald werd, zodat iedereen nog in de juiste sfeer zat om gul te kopen. De nu al legendarische uitspraak “I sign everything” miste ook zijn effect niet.

Postrockuniversum

Long Distance Calling staat met één voet buiten het postrockuniversum, en heeft een gevarieerd maar toch heel herkenbaar geluid: mooie troeven voor een devote aanhang. Progressieve rock en postmetal gaan hand in hand met catchy melodieën – soms iets té catchy naar onze smaak, maar gelukkig was onze soort in de minderheid, want de juiste doelgroep stond duidelijk paraat in de grote concertzaal. Herkenningsapplaus, meeklappen op de muziek: Long Distance Calling was hier een hitmachine, met Black Paper Planes als één van de populairste nummers. Extatisch publiek, iedereen blij, wij blij. Enfin: een triomf, nog één.

Threestepsoftheocean komt uit Milaan en ja hoor, ook hier was die typisch zuiderse, lekker ruwe bassound aanwezig. Maar het kwartet maakt ook gebruik van synths, en klonk dus groovier dan de meeste andere bands hier. Hun beste song Fiori Immortali, met de rollende bas, zat al vroeg in de set en halverwege zakte het wat in, maar na afloop waren we blij dit gezien te hebben. Onthouden dat we ze volgende keer in een zwoele, volgepakte, van het vocht druipende kelder moeten zien: dat werkt wellicht nog beter.

Crescendo

De postmetalhelden van Year of no Light hadden, in uitgesteld relais, iets te vieren: hun twintigjarige bestaan én nieuwe plaat Consolamentum van vorig jaar, toen hun eerste nieuwe plaat in acht jaar tijd. En die ontgoochelde geenszins: de vijf massieve brokken postmetal vormen samen één lange trip van crescendo naar crescendo. En dat vertaalde zich ook live. Het zestal (inclusief een synth-man die ook deeltijds meedrumt voor extra power) is sowieso een geöliede live-machine, dus dit kon eigenlijk niet mislopen. Ze begonnen met gouwe ouwe Hiérophante (uit Ausserwelt), met zijn machtige opbouw de perfecte opener. Dan volgde de plat consistent met drie nummers uit de nieuwe plaat: Interdit aux Vivants, aux Morts et aux Chiens, het fenomenale Alètheia en Objurgation. Als digestif  kregen we Traversée, wat ze eerder zelden live spelen. Het publiek was iets minder uitzinnig dan bij Long Distance Calling – deze Fransen waren ook een pak afstandelijker op het podium – maar hoe dan ook was dit topkwaliteit. Hard, intens, en meesterlijk gebracht.

En dan moest de hoofdact nog komen. Leuk weetje: zowat elke band houdt bij hoeveel keer ze al op het dunk!festival geweest zijn, en deelt die informatie ook vanop het podium. Year of no Light zat aan drie keer, Pelican doet het nog net iets beter met vier keer.  En, verbazend: stichtend gitarist Laurent Schroeder-Lebec was er nooit bij: hij werkte mee aan de eerste vier platen van Pelican, maar was intussen alweer tien jaar weg, tot hij recentelijk terugkeerde om de band te depanneren. Het was dan ook te verwachten dat de band enkel voor muziek uit die eerste periode koos. Elke van de vier platen met Schroeder-Lebec kwam aan bod, naast wat obscuurdere songs. Geen Autumn into Summer of City of Echoes, wél March into the Sea, Dead between the Walls, Strung up from the Sky en (als knallende opener) Lathe Biosas. Afsluiter was Australasia, maar het privilege van de afsluitende dunk!band is dat ze nog eens mogen terugkomen, dus speelden ze daarna nog Mammoth, van hun allereerste release uit 2001. Pelican, dat was: blijven gaan.  Year of no Light was zeer sterk, maar dit was de afsluiter die dunk! nodig had. Sfeer, riffs en ouwe hits.

Apotheose

En daarmee kon de organisatie gerust zijn: de hoofdacts van donderdag, vrijdag en zaterdag maakten alle drie hun reputatie waar. Zeker voor zaterdag is dat cruciaal: meer dan bij andere festivals wordt de hoofdact van de derde dag meteen ook verondersteld voor het hoogtepunt van het hele festival te zorgen. Op dat laatste moment is er geen keuzestress: iedereen komt samen op dezelfde plek om het festival in schoonheid af te sluiten. En misschien was dat nog wat meer het geval in het afgelegen Velzeke, de voorbij edities. Daar leefde je drie dagen samen met onbekenden – die bekenden werden – met dezelfde passie; je deelde dezelfde hang- en babbelweide, dezelfde hete tent, hetzelfde eten. Het is logisch dat je dan samen de apotheose wilt beleven, vóór het afscheid – tot volgend jaar! Dat was dit jaar natuurlijk anders. In de stad ben je toch iets meer toerist dan (tijdelijke) bewoner. Enkele festivalgangers misten ook een centrale locatie om te hangen en te verbroederen en inderdaad, veel nieuwe mensen hebben we niet leren kennen deze editie. Maar de andere kant is ook waar: Gent heeft het comfort van een stad, met zijn vlotte bereikbaarheid en zijn eindeloze keuze aan horeca; de Vooruit is een prachtlocatie, en de veelheid aan zalen laat toe om meer bands te boeken, in uiteenlopende sferen bovendien (groot versus klein, staand versus zittend); en, niet te vergeten: als het weer tegen zit, valt het festival niet in het water. Bovendien was de organisatie prima, en de vriendelijke en ontspannen sfeer helemaal dunk! Kortom: dunk!4.0 is goed vertrokken.

Gezien: dunk!festival 2022, zaterdag 28 mei 2022
Tekst: De Geluidsarchitect – Foto’s: Wouter De Bolle

tekst:
Gonzo (circus) Crew
beeld:
Lubomyr-Melnyk-2
geplaatst:
do 2 jun 2022

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!