Was dit het? Atonal 2016

Slechts een gevoel rest nog zondagnacht, tijdens de rit naar de tijdelijke woonplek, met de Berlijnse nachtbus. Een gevoel van ontgoocheling, muzikale ontbering en een enorme ‘was dit het?’. De affiche voor Atonal zag er veelbelovender uit dan wat er daadwerkelijk te horen was. Is echt elke noise- en technoproducer voor ambient en soundscapes gevallen?

De week na Atonal was het hopeloos zoeken naar nieuwe klanken. Geluiden die de overdaad van Atonal uit de oren en het geheugen kon wassen. Het is veel. Vijf dagen experimentele elektronische muziek, waarbij het experiment vaak herleid werd tot in de verre leegte staren, of ogen gesloten, en de geluiden die Kraftwerk deden daveren, diep in je opnemen. Ook al zijn de hoogtepunten maar op twee handen te tellen, het blijft een hemels je even te kunnen wentelen in een wereld die anders slechts mondjesmaat te beleven valt.

Rashad Becker

Welkom op Atonal. Het is woensdagavond. De eerste avond in Kraftwerk. De openingsact heb ik gemist. De tweede ook. Het zal geen gewoonte worden om te laat op te duiken. Enkel die shows om 18 uur. Die lukten niet.
Mijn openingsnacht: Rashad Becker & Moritz Von Oswald. Twee namen die ik steeds misloop en waar ik veel van verwacht. Het klinkt zoals verwacht: een overdaad aan texturen, klanktapijten, jazzstructuren, vioolgeschraap, subtiele hihatdrums. Alleen weinig variërend en afstandelijk. Dus, toch maar eventjes afdwalen naar de machinekamer.
Nee, geen idee wie in de machinekamer aan de honderden knopjes stond te draaien. De setup, een indrukwekkende toren en collectie van analoge modulaire synths. Knopjes en draden. De locatie was perfect. Omringd door een ruimte die je alleen van oude spionnenfilms kent of The Simpsons. Indrukwekkende plek van vergaande technologie waar iemand met oude technologie graaiende droepartijen speelde. Zeldzaam afgewisseld met minieme blieps. Anoniem, maar beklijvend. Als een soort performance of levende installatiekunst. Niet veel later ontdekte ik dat het Sigha was. Trouwens zaterdag zouden Kangding Ray en Paula Temple daar staan. Onverwacht. Als je het wist, dan had je het gemist. Ja dus.

Scott Monteith gooit zijn alterego Deadbeat van zich af om nieuwe muzikale terreinen te bewandelen. ‘Qawalli Quatsch’ zou geïnspireerd zijn door de Sufi-gezangen in Noord-India en Pakistan. Er was eigenlijk weinig te herkennen van die chants waardoor hij zegt beïnvloed te zijn. Maar wat een verandering van geluid. Wat hij doet als Deadbeat, zijn we al jaren beu. Nu, onder zijn eigen naam creëert hij meanderende en betoverende klankpartijen die filmisch en sfeervol aanvoelen. Perfect om bij weg te dromen. Geen wonder dat dit binnenkort bij Field Revords terug te vinden is, een briljante schoonheid die kippenvel wilt creëren. Wegdromend en beklijvend. Een dronerijke monotonie bomvol variatie en onderhuidse spanning. Maar, toch naar het einde licht verveeld.
Trouwens, intussen hebben we ook besloten Scott Monteith vervelend te vinden. Wanneer hij en zijn entourage tijdens de set van Recent Arts lekker luid praten over een opkomende roadtrip in Amerika en ze bespreken met welke auto ze rijden zullen, kan ik niet anders dan stilte vragen. ‘Oi, could you be quiet, I’m trying to enjoy the music.’ Met zijn vieren toren ze boven me uit, matigen me aan tot geduld ‘hey, oh, relax, it’s alright’ en druipen nadien af. Maar niet eerst voordat de twee heren zich pejoratief uitlaten over Valentina Berthelon, de visuele artieste van Recent Arts. Waarschijnlijk ook de vriendin van Tobias Freund. Het gesprek klonk als ‘So, he really likes to go on stages with his women. Is she a real visual artist?’ De andere beaamt, waarop weerklinkt ‘Yeah, you can tell’. Alsof.
Dit verknalde de roes die Recent Arts (Valentina Berthelon & Tbias Freund) opriep. Tobias Freund houdt vast aan zijn onderwaterritmes. Nauwelijks melodieën, slechts franjes van klanken die perfect harmonieus samengingen met de visuals. Het was als een verdwijnen in een ander universum. Een droom van losse klanken en geluiden, die met elkaar verbonden. De set groeide, de visuals werden gebalder en het geluid sukkelde in een weerbarstige monotonie en werd een repetitieve eenvoud van wollige klanken, subliminale beats en weggemoffelde stemmen. Recent Arts werd net iets te veel een amalgaam van losstaande klanken waarbij de texturen en geluiden belangrijker lijken dan het feitelijke resultaat, waarbij gezocht was naar een eenheid tussen beeld en geluid.

Trouwens Joachim Nordwall deed gewoon wat wij verwacht hadden. Uitgekiende klanken produceren, bassen maken die bleven rondzinderen, bassen die het ritme schuwen en gewoon drijven blijven. Een schurend geluid, daverend en diep. Een geluid waar weinig lijkt te gebeuren, maar de intensiteit van de klank het verhaal maakt. Een onverlaat vertelde mij dat hij dansen wilde. Pech voor hem, want ook ENA bracht geen beats die brokken maakte.

Yves De Mey

800 km reizen en dan heel bewust die ene landgenoot willen zien die je het voorbije jaar al een paar keer live gehoord hebt? Om dan net door hem weggeblazen te worden? Om dan op zondagnacht te besluiten dat hij een van de hoogtepunten van Atonal was? Omdat wat hij speelde brutaler en ruwer klonk dan al die de rest. Omdat hij in zijn eentje, zonder visuals en groot bombast, Kraftwerk deed daveren. De klanken van Yves De Mey lijken wel gemaakt voor een ruimte als Kraftwerk. Dit is de eerste keer dat de bassen echt de ruimte ingesmeten worden, tegen de hoge plafonds opbotsen en op je neervallen. Het subtiele gefriemel van anders is een gigantische kopstoot geworden van harde geluiden. Vlakke patronen, harde klanken, kicks die klauwen. Bassen droppen, luid en rond. Topvorm.
Dit is niet meer ‘Drawn With Shadow Pens’. Dit is luider, grijpender, gebalder, harder.
Het is ritmes kneden tot een dansfestijn.

Even naar buiten glippen. Even bekomen en dan iets te laat in de set van Upper Glossa duiken. Soms is een klein fragment horen genoeg om overtuigd te zijn. Een samenwerking speciaal voor Atonal. Een idee dat soms uitmondt in weinig samenwerkende ego’s maar hier, deze avond als een bijzondere symbiose te werk gaat. Visuals die met het scherm en de verlichting spelen. Twee artiesten die elkaar vinden in een grootse monotone klank, met weerhaken. Synths en gitaren. Drones die Duyster hadden kunnen vormgeven. Een sobere eenvoud in perfecte harmonie.
Er klinkt iets vaags bekend aan de muziek van These Hidden Hands, als een soort ongrijpbare nostalgietrip, maar ook een hedendaagse familiariteit. Het maakt het makkelijk om in hun muziek te dwalen: en lukt de herkenning niet, dan is het de melodie die je op sleeptouw neemt. Het is een slowmotiontrip, eentje waarbij de zeldzame baslijnen diep ingegraven zijn, een waarbij de industriële klanken meer als vergane dystopieën klinken. De dans onttroont, slechts een sporadisch vaag ritme dat meer suggereert dan beweegt. Een kleine plagerij die nadien uitmondt in een door subtiele breakbeats geleide vermorzelde dans. Maar hier wordt vooral een sfeer geschept, een niet al te beklemmende duisternis die zelfs de weinige durfal de nacht inlokt.

Mika Vainio schrappen we liefst zo snel mogelijk uit het geheugen. Oersaai en vervelend. Kleine brokken klanken die onzorgvuldig bijeengeschraapt werden. Fragmenten van genialiteit verbinden aan verveling. Zonde. Het gevolg: ik heb geslapen tijdens Roly Porter en me verder enorm verveeld bij Raime. Een riff, een ritme en dat een uur lang, jaren 1990 Fugazi maar dan met een zogenaamd elektronisch randje. Saaier dan saai.

Headless Horseman

Jealous God houdt op te bestaan en draagt zichzelf deze nacht ten grave met performances van onder andere Phase Fatale, December en Silent Servant. Het podium is aangekleed met witte lelies. De hele ruimte ruikt naar bloemen. Maar die nacht staan ook Positive Centre en Headless Horseman in een plakkerige en benauwde Tresor. Onuithoudbaar. Zweet druipt gewoon uit allerlei poriën, de vloer is glad en dansen is tegen andere lichamen opschuren. Het doet deugd even alles door bassen te laten vermorzelen. Het is de ontgoocheling van Uf (Oake & Kerridge) afdansen. Dat was een zielige performance. Terwijl Kerridge probeerde de sfeer messcherp te houden, brulde Oake, zichzelf een metalzanger wanend, alles stuk. De even uitnodigende en veelbelovende intro werd een pathetische voorstelling van twee muzikanten die niet meer snapten wat ze doen moesten eens de vernieling zich aangekondigd had. Misschien hadden ze net iets beter naar die set van Orphx & JK Flesh moet kijken. Want dit was zoals het moest. Krassen, krijsen, duwen, stuwen, trekken, sleuren, besmeuren, slepen, inspireren en het publiek met verstomming slaan. Megalomaan.

Croatian Armor

Ambient lijkt de trend dit jaar, Jonas Kopp deed het ook de dag voordien, beats die achterwege blijven en producers die liever het meditatieve ondersteunen in plaats van krassen willen. Zo ook MM/KM (Mix Mup & Kassem Mosse). Vogelgezang, sporadische rollende baslijnen, panfluiten, zware onduidelijke basstem en meanderende nergensheenleidende klanktapijten die in eentonigheid hengelen naar het krautrock-label. Ogen toe en luisteren maar. Een klankbad. Geluiden en vibraties het lichaam laten penetreren en de ziel in gedachten wikkelen.
Een overtuigend succes is het niet. Daarvoor zijn bepaalde momenten te eentonig en weinig zinderend. Dan weer graait het lied je vast als een nieuw lief en leid je even het klankenpark in. Eens die eentonigheid in de vergeetput beland kan MM/KM het momentum stelen. Nu is het vooral een goed geprobeerd zenmoment.

Berlin Atonal 2016-© Helge Mundt
Berlin Atonal 2016-© Helge Mundt

Loke Rahbek (de ene helft van Damien Dubrovnik) houdt van drama en theater. Op Atonal debuteert hij een nieuwe show met zijn solo-project Croatian Armor, Met vier staan ze op het podium. In uniform. Een witter sweater met logo. Hij, achter de decks, en drie bewegingsloze soldaten, die de ganse set gewoon op plaats blijven staan, onbeweeglijk. De visuals en muziek zijn repetitieve fragmenten. Het beeld is een collectie fragmenten van films, reclameboodschappen, realityshows, datingsites, nieuwsberichten en andere visuele objects trouvees. Ook de muziek lijkt een amalgaam van korte uiteengerukte fragmenten die in slowmotion aan elkaar werden gekleefd. Een soort verder uitgepuurde witchhouse. Het is een licht bevreemdende trip. Een auditieve meerlagigheid die op het einde wordt opgebeurd met een traditioneel drumritme, heiiige syntheffecten en een algemene ijlheid. Dramatisch en cinematografisch. Rahbek blijft onbegrijpbaar en dat intrigeert.

Death in Vegas

Berlin Atonal 2016 - © Camille Blake
Berlin Atonal 2016 – © Camille Blake

Het gebrek aan slaap en de hitte begint zijn tol te eisen. Ook al staan er die nacht nog wat namen op het programma, tijdens de set van Death In Vegas, strompel ik naar buiten. De laatste tram. Op zoek naar slaap. Het Berlijnse nachtleven is hard als je het niet gewoon bent en op je werk net de drukste zomer van de voorbije vijf jaar hebt mogen beleven.
Death In Vegas dus. Het grootste vraagstuk op Atonal. Is dit dan de publiekslokker? Is dat waarom Kraftwerk die zaterdag zo afgeladen vol zit? Na alle in duisternis en zwart gehulde noise- en sluimerende techno-klanken, komt dit Brits duo met een nieuwe variant van hun met rave doorspekte UK techno. Het is een act die je eigenlijk toch meer op Pukkelpop of Lowlands verwacht dan Atonal. Supergroep, weet-je-wel. De enige die week op het podium die er niet in slagen hun nummers in elkaar te laten vloeien en 10 seconden stilte tussen elk song inluiden. Het maakt het saaie nog saaier. Dit is weerhaakloze pop die te weinig in de onderbuik graait en liever de Trainspotting-soundtrack herkauwt en probeert de euforie van jaren 1990 rave van een commercieel randje te voorzien.

Het was de domper op een al zwak programma die dag, met als enige uitschieter die ongelooflijke combinatie van Felix K met ENA. Het was een van die zeldzame momenten op Atonal, dat een collaboratie wel lijkt te lukken. Hun set was een verbluffende combinatie van sfeervolle drum ‘n’ bass, doorspekt met breakbeatritmes, waarbij niet de dans werd benadrukt, maar een ingetogen duistere en open sfeer werd gecreëerd. Het klonk, al klinkt dat misschien wat raar, realistisch hoopvol. De bijhorende visuals waren een traktaat voor het oog. Strakke, superscherpe zwart-wit abstracties van architectuurbeelden, statisch en futuristisch, de set ondersteunend. Naarmate die trouwens aan ingetogenheid won, begonnen de beelden te bewegen, werden de strakke lijnen herleid tot vage vormen. Uitermate smaakvol.

Allesandro Cortini

Berlin Atonal 2016 - © Camille Blake
Berlin Atonal 2016 – © Camille Blake

Zondag. De laatste dag. Er staan verrassingsnamen ingeboekt voor het slotfeest, in het veel te krappe OHM. De hitte die dag is intussen omgeslagen in een onweer, die, zoals later overal te lezen valt, Berghain zonder stroom gezet heeft. Pech voor die dansers daar. Kraftwerk die zonder stroom zou vallen, zou de ironie van de locatie zijn. Dat is het nieuws van de dag nadien. Eerst die laatste namen, met als topper Alessandro Cortini. Nieuwsflash: Cortini verhuist binnenkort naar Berlijn.

Zijn nieuwste show ‘AVANTI’ is een emotionele en evocatieve klankentrip opgebouwd rond oude familiefilmpjes. Een kleine Cortini, het Italië uit de jaren 1970. Helaas niet verbluffend. Maar Cortini heeft me nog nooit meteen bij mijn nekvel gegrepen.
Second Woman deed dat wel met hun wild, knetterende, hyperkinetische ritmes tot het verzadigingspunt is bereikt en de nervositeit van de ritmes eindeloos doorgaat. Knikkerbanenchaos die visueel ondersteund wordt door een eindeloze strobo op het grote doek. Aanhoudende spanning, wanneer de ritmes worden ingehouden. Getemperde breakbeats bij momenten, dan op hol geslagen chaos. Een lekkernij die nadien werd opgevolg door de wat belegen onderwater-dubtechno van Porter Ricks. Je voelt je bijna schuldig omdat je als enige niet aan het dansen bent. En ook al staan hier twee legendes, hun nieuwe klanken zijn te oud. Beats die klinken als wobblywobbly-ritmes hebben hun beste tijd gehad. Zelfs al is dit de voorbode van een nieuwe plaat.
‘Beste liefhebbers van complexe muziek, wij hebben dertig minuten ombouwtijd nodig voor de laserset van Robin Fox,’ klinkt het. Het is opgehouden met regenen. De nachtwinkel vlakbij heeft nog net een flesje Club Mate. Het budget is op. En Robin Fox lijkt achteraf gewoon een lasershow te zijn, zoals je ook vuurwerkshows hebt waarbij iedereen verbaasd naar de lucht kijkt. Drie kleuren, rood groen en blauw, bewegen op de maat van de muziek. Het geluid is complex, atonaal en puur een combinatie van botsende noten en tonen waarbij discordantie als kernwoord opvalt. Echt, dit is nonsens toch?
Bijna vergeten. De avond begon met een best verrassende set van Pyrolator ‘constructs Conrad Schnitzler’. Elk nummer begint met een visuele referentie naar de tape waarop het gevonden werd. Tape nummer, take nummer. Wat is origineel en wat is toegevoegd? Hoe komt hij aan dit archiefmateriaal? En …. Vragen vragen vragen… Maar het resultaat is een klankenbad waar synths in arpeggios dansen, ritmes dans inleiden en inderdaad het verleden als het heden klinkt. Helemaal op het einde, wanneer de credits op het scherm flikkeren (in heerlijke, ouderwetse MSDOS-stijl), en een technobeat weerklinkt, ruimt Pyrolator zijn kabels op. Jep, dit onthouden we.

Desondanks dat er meer honger naar ritmes en een gigantische ambient-verzadiging werd gecreëerd, sta ik hier volgend jaar terug. Vijf dagen duimen en vingers aflikken, door ritmes gepakt worden en in de verte staren. Jep. Alleen dan net iets beter uitgeslapen. Want het Berlijnse nachtleven is een uitdaging.

tekst:
Katrien Schuermans
beeld:
Roly Porter - Foto: Anna Drozd
geplaatst:
di 13 sep 2016

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!