Valley Tangents

Na een resem cassettereleases en een handvol reguliere albums is het nog steeds onbegonnen werk om Blues Control een label op te plakken. Russ Waterhouse (gitaar, elektronica) en Lea Cho (toetsen) staan opnieuw garant voor een eclectische melange die nu eens aansluit bij de lo-fi pop van figuren als Kurt Vile (nog te horen op hun ‘Local Flavor’ uit 2009), maar net zo goed bij het arty primitivisme van Maher Shalal Hash Baz of een quasi-ironische update van allerhande foute toestanden. Drone, psychedelica, oerelektronica, lounge, artpop, ja zelfs boogie, het is allemaal optioneel en frequent terug te vinden in de instrumentale knutselmuziek van het duo. Op ‘Valley Tangents’, dat ze opnamen na een verhuis naar landelijk gebied, zou een meer organisch, pastoraal klinkende insteek verstopt zitten, maar dat is relatief. De songs klinken gedrogeerd en half geïmproviseerd als vanouds, het blijft zoeken naar een rode draad, terwijl het nooit helemaal duidelijk is in welke mate je kan spreken van maffe pastiches. ‘Love’s A Rondo’ zoekt een middenweg tussen de dansende jazz van Horace Silver en de wat meliger variant van Bill Wells, met kitscherige klank en schurend gitaarspel. ‘Iron Pigs’ zet nog sterker in op het artificiële, met marcherende stompritmes, euforische synths en iets dat klinkt als samples uit shoot ‘em up-games. Zet er een falsetto op en je komt terecht bij Ariel Pink. Nog? OK, ‘Opium Den/Fade To Blue’ lijkt een (wat flauwe) Pink Floydparodie, ‘Open Air’ breekt er radicaal mee door een air van spontane field recording uit te spelen en afsluiter ‘Gypsum’ gaat van start met een komieke pianogroove en vunzig slingerende bas, maar verzandt al snel in een richtingloze soep van jamrock, namaakexotica en gekunstelde bric-à-brac. Allemaal wel geinig rondtollend tussen mockjazz en knipoogshizzle, maar blijft er iets van bij? Niet echt, nee.

tekst:
Guy Peters
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!