Two Thousand And Ten Injuries

Het Zweedse Love Is All gaat met zijn derde album (na ‘Nine Times That Same Song’ en ‘A Hundred Things Keep Me Up At Night’) een lichtjes andere kant op. De behoorlijk prominent aanwezige saxofoon van die twee vorige platen is helemaal naar de achtergrond verwezen, en in de meeste nummers zelfs totaal afwezig. De invloed van vroege punky new wave is echter wel gebleven, met als resultaat een plaat vol huppelliedjes van het betere soort waarin we de erfenis vanThe Slits (luister maar eens naar ‘False Pretense’) ontwaren, maar net zo goed de invloed van meer gepolijste bands als Toyah, Bow Wow Wow (‘Dust’) en The Mobiles (herinner u hun hitje ‘Drowning In Berlin’ van lang geleden). Lekkere popliedjes dus, twaalf in totaal, met hier en daar wat weerhaakjes om het ook de liefhebber van indie naar de zin te maken. Leuk is vooral de kindermeisjeszang van Josephine Olausson, die dartel de liedjes net dat tikje meer geeft. In verhouding tot de eerdere albums kiest Love Is All vooral voor ruimte in de songs. Geen experiment omdat het zo hoort, alleen als het nodig is. En ook durven ze kiezen. Zonder gitaar als dat beter uitkomt, en niet steeds de noodzaak voelend om elk lid van het kwartet constant bij het uitbouwen van een nummer te betrekken. En dat blijkt een zeer goede keuze te zijn, want zo is deze derde meteen hun beste plaat geworden. Zomerse liedjes ook, en daarvoor is het jaargetijde goed gekozen.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
LoveIsAll_TwoThousandAndTenI
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!