Transfixiation

Met een schok schrok ik omhoog. Ruim een half uur lang had ik in kleine stapjes het volume van mijn stereotoren tot een gevaarlijk hoog niveau gedraaid om elk verfijnd detail uit Transfixiation op te pikken en nu leken mijn boxen plots te overlijden. Verpakt in een productie die lijkt op het standje ‘˜alles-op-te-hard’™ sluit A Place To Bury Strangers met ‘˜I Will Die’™ de vierde langspeler af met ruim drie minuten vies harde noise, witte noise bijna. Een verrassing, vooral omdat de tien nummers die voorafgaan op ‘˜Transfixiation’™ zich juist kenmerken door een zeer open en verfijnde productie. Natuurlijk, ook het vierde album van Oliver Ackermann en consorten is luid, extreem luid zelfs. Maar door de productie en afwerking van het geluid duurt het lang voor je door hebt dat je naar een erg harde plaat aan het luisteren bent. De wijze waarop de details uit de geluidsmuur naar voren komen, de gitaar en de verschillende effecten op de gitaar door en rond je hoofd zingen, geven zo’™n enorme diepte dat het verlangen er totaal in te duiken nauwelijks te onderdrukken valt. Zeker niet in combinatie met de dwingend swingende ritmesectie die nu onder het gitaargeweld van Ackermann is komen te liggen. Hoewel nog steeds vrij recht aan pulserend, zit er nu meer speelsheid in het ritme waardoor A Place To Bury Strangers plots een band is geworden die niet alleen over je heen walst, maar ook goed is om op te dansen. Dansen in het donker dan wel, want het geheel blijft duister en morbide. Zeker in een nummer als ‘˜Deeper’€™, waar Ackermann bezwerend zingend dat hij dieper moet gaan alsmede dreigend belooft If you ride with me/you’€™re gonna burn. Maar het is een rit de diepte in, die ik graag met hem maak. Ook al betekent dit dat op den duur mijn boxen het werkelijk zullen begeven. Dat is ‘Transfixiation’ waard, elke seconde.

tekst:
Tjeerd van Erve
beeld:
A_Place_To_Bury_St_Transfixiation
geplaatst:
wo 11 mei 2016

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!