Tony Cokes
Het werk van de Amerikaanse kunstenaar Tony Cokes heeft impact, laat je niet onberoerd. Hij heeft een eigen audiovisuele vorm van maatschappijkritiek ontwikkeld om te verwijzen naar historische gebeurtenissen. Niet met archiefbeeld, maar aan de hand van toegeëigende teksten en muziek.
‘Cokes stimuleert de verbeelding, maakt het niet-zichtbare zichtbaar.’
‘Heb je ervan genoten,’ vraagt de Argos-baliemedewerker. ‘Genieten’ is een lastig woord om de onderdompeling in het werk van Tony Cokes te omschrijven. Want genieten doe je niet. Je wordt murw geslagen met tekst, muziek en flitsende kleuren die je compleet verzadigen. Het is veel, de elementen die Cokes gebruikt, de informatie die hij op je afstuurt, de verhalen die hij vertelt en het geroezemoes in je brein dat zelfs dagenlang blijft nazinderen.
Al dertig jaar is hij artiest, maar nog nooit leek de tijdgeest zo in zijn voordeel te werken. Eindelijk, mag je zeggen, want hij doet al die tijd al aan maatschappijkritiek. Door het combineren van tekst, geluid en monochrome achtergrondkleuren in zijn filminstallaties, stelt hij de sociale, gender-, ras- en kapitaalongelijkheid aan de kaak.
Ongelijkheid
Op dit moment loopt zowel in Utrecht (BAK) als Brussel (Argos) een tentoonstelling van Cokes. Beide werden uitgesteld door de plotse opmars van Covid-19. Waarbij in Utrecht de nadruk iets meer lijkt te liggen bij de Evil-reeks, maakt de tentoonstelling in Brussel deel uit van een drieluik dat in 2019 begon in het Londense Goldsmiths.
Wat de werken in beide tentoonstellingen met elkaar verbindt, is een zoektocht naar een wereld waarin leven als gelijken een concreet vooruitzicht kan zijn. Is net dat niet de eis van Black Lives Matter en zijn protesten, die niet alleen de Verenigde Staten deden kennismaken met het institutioneel racisme, maar ook de rest van de wereld? Misschien was het zo slecht nog niet dat de tentoonstellingen verplaatst werden naar het najaar. De sociale ongelijkheid ligt open en bloot op straat. De tijdgeest is rijper dan ooit om die een opdonder te geven en actief te werken aan verandering.
De in 1956 geboren Cokes is hoogleraar aan de Brown University in Providence, Rhode Island op het departement moderne cultuur en media. Hem bereiken voor een interview liep niet verder dan een vage afspraak, die hij er in een drukbezette week probeerde tussen te flansen. Het is niet gelukt.
Een blik op het internet laat ook zien hoe drukbevraagd hij wel niet is. YouTube en Vimeo lopen vol met vraaggesprekken en lezingen, waarvan enkele in de aanloop van ‘If UR Reading This It’s 2 Late’ werden geplaatst. Net als een gesprek met curator Irit Rogoff op de (eerste) openingsavond van ‘Tony Cokes: To Live As Equals’ in Utrecht.
Verwarring
Enkel in zijn oudere werk, eind jaren 1980, maakte Cokes gebruik van archiefbeelden. In ‘Black Celebration’ (1988) plaatst hij beelden van de rellen in 1965 (onder andere de Watts-rellen in Los Angeles, red) tegenover teksten van Guy Debord, Barbara Kruger, Morrissey en Martin L. Gore op muziek van Skinny Puppy. Het stuk laat zich meteen op een andere manier begrijpen dan diezelfde beelden zouden doen in het tv-journaal. ‘Het laat zich lezen op een manier die in tegenspraak is met de ideeën die deze rellen als crimineel of irrationeel karakteriseren,’ laat Cokes noteren.
De manier waarop hij deze rellen opnieuw in beeld brengt, brengt verwarring met zich mee. Het dwingt de kijker tot nadenken over hoe deze beelden zich verhouden tot de geschiedenis en hoe geschiedschrijving opvattingen over ons dagelijks leven stuurt. Dit doet hij door de citaten die hij bij de beelden plaatst, zoals: ‘Plunderen, dat ogenblikkelijk de koopwaar als dusdanig vernielt, onthult ook wat de koopwaar uiteindelijk impliceert: het leger, de politie en andere gespecialiseerde detachementen van het staatsmonopolie op gewapend geweld.’ Het geeft meteen een heel andere betekenis aan het idee van plunderen dat ons, de massa, steeds door het journaal wordt voorgeschoteld.
Net dat, dat steeds anders bekijken van de aan ons voorgestelde realiteit, maakt het werk van Cokes zo sterk. Hij laat zien hoe met andere woorden contexten kunnen worden geherinterpreteerd en de reële werkelijkheid een vertekening is van de echt reële werkelijkheid. ‘Ik denk dat ik een rijke relatie bied tussen tekst, muziek en culturele context. En ik hoop dat het mensen toestaat en misschien manieren geeft om na te denken over alledaagse dingen, hoe ze worden gepresenteerd en vertegenwoordigd in de samenleving,’ vertelt Cokes in zijn introductievideo voor Goldsmiths.
Hij houdt namen anoniem: Aretha Franklin in ‘The Queen Is Dead …’ is A.F., Angela Davis wordt A. Davis en Michael Jackson is m.j. Van de quotes die hij gebruikt, maakt hij pas in het laatste frame bekend wie wat gezegd heeft. Hij bouwt spanning in en daagt ons uit na te denken bij wat we lezen.
Foltertuig
Vanaf 2000 werkt hij steeds meer met verzadigde monochrome kleurplaten waarop een selectie woorden en tekstflarden voorbijflitst terwijl popmuziek op de achtergrond speelt. Langzaam lijkt hij zijn werk te veranderen van video-essays naar essays op video. Het archiefbeeld is intussen verdwenen en zijn installaties worden een zuivere combinatie van tekst op een monochrome achtergrond en muziek. Cokes stimuleert de verbeelding. Hij maakt het niet-zichtbare zichtbaar. Dat deed hij al toen hij nog archiefbeeld gebruikte, maar het idee wordt nu, door het verdwijnen ervan, veel sterker benut. Intussen lijkt hij die monochrome achtergrond ook in te ruilen voor een digitale bewegende geleiachtige achtergrond.
Het is vooral in ‘Evil’ dat het idee van het niet-zichtbare sterk wordt benut. In die reeks, die intussen uit meer dan zeventig video’s bestaat, stelt hij vraagtekens bij de terugkeer van het concept van ‘het slechte’ in het hedendaagse discours. Hij reflecteert op zowel verbale als visuele retoriek door een kritische reframing van tekst en beeld in journalistieke teksten en citeert getuigenissen, toespraken, popteksten en andere bronnen.
Leesmateriaal dat als het ware ‘in volle zicht verborgen is gebleven’. Het toont vooral ook hoe de politiek en de media bepaalde gebeurtenissen zichtbaar of onzichtbaar maken, bepaalde stemmen luid of stilhouden en het discours afvlakken.
Zo opent ‘Evil.27: Selma’ (2011) met een citaat uit Morrisseys ‘Sister I’m A Poet’ met de vraag ‘Is evil something you are, or something you do?’ In zowel ‘Black Celebration’ als ‘Evil.27: Selma’ worden weergaven van geweld en protest gekoppeld aan (groepen) individuen. Echter, in ‘Evil.16: Torture Musik’ (2009-2011), waar wordt stilgestaan bij het inzetten van popmuziek als foltertuig, is de staat degene die geweld gebruikt.
De kleuren die hij in ‘Evil’ gebruikt zijn vaak rood, wit, blauw. Die verbinden je niet alleen meteen met de Verenigde Staten, maar ook met Groot-Brittanië of Frankrijk. Een bewuste keuze, omdat dit nu eenmaal duidelijke, algemene kleuren zijn. Hij houdt zich er niet halsstarrig aan vast; soms kiest hij voor fluorescerende contrasten. In ‘Evil.12.(edit.b): Fear, Spectra & Fake Emotions’, waar hij het terreurwaarschuwingssysteem dat door George W. Bush werd ingevoerd analyseert, kiest hij eenvoudig voor oranje, groen en geel – de kleuren van het alarm.
Microhouse
Berlijn Biënnale 2018. In de kelders van het ZK/U stelt Cokes tentoon. Elf video-installaties staan er opgesteld, met als grote blikvanger ‘Mikrohaus, Or The Black Atlantic’. Na de Biënnale zal over deze film het meest worden gesproken. Ook al wordt Berlijn nu als de bakermat van techno gezien, het is vooral de Keulse minimaltechno-scene begin jaren 2000 die in deze film onder de loep wordt genomen. Zowel Argos als BAK heeft deze film in de tentoonstelling opgenomen. Het momentum is er.
In 2001 schreef de Amerikaanse journalist Philip Sherburne voor The Wire een artikel over microhouse. Hij haalde in dat stuk aan hoe (Duitse) producers als Jan Jelinek, Luomo en Thomas Brinkmann hun inspiratie haalden bij Chicago house waarna zij het genre reduceerden tot ‘de drievoudige essentie van ritme, soul en stilte’. ‘Mikrohaus, Or The Black Atlantic’ is geïnspireerd op dit schrijven. In de installatie plaatst Cokes er citaten uit naast flarden tekst uit het boek ‘The Black Atlantic: Modernity And Double Consciousness’ (1993) van de Britse cultuurtheoreticus Paul Gilroy, samen met citaten van onder anderen Juan Atkins, James Baldwin en Derrick May. De soundtrack bevat muziek die werd uitgebracht tussen 1993 en 2001.
Het werk roept vragen op bij de relatie tussen de minimal techno en housemuziek, Afro-Amerikaanse culturele praktijken en sociaal-politieke machtsverhoudingen. Hoewel het artikel in 2001 geschreven werd en de film tussen 2006 en 2008 werd gemaakt, is de inhoud nog steeds brandend actueel. Misschien zelfs meer dan vroeger, nu stemmen luider dan ooit roepen om eindelijk de zwarte artiesten die aan de origine van (Chicago) house en (Detroit) techno lagen, het respect en de erkenning te geven die ze eigenlijk altijd al verdiend hebben. Wat de film toont, is misschien wel dat wat Deforrest Brown Jr in #159 ‘oplichterij’ noemde: ‘Amerika begon met de distributie van techno, en zij in Duitsland kregen die zwarte muziek in handen zonder te weten waar het vandaan kwam.’
Teleurstelling
Een van de figuren die het meest verschijnt in Cokes’ werk is Morrissey. Al sinds ‘Black Celebration’ gebruikt Cokes tekstfragmenten uit liedjes van hem en The Smiths. De relatie tussen de twee is in de loop der jaren grimmiger geworden naarmate Morrissey zich meer en meer begint te uiten als een extreemrechtse sympathisant.
Eind vorig jaar maakte Cokes ‘The Problem With Morrissey’, een installatie in opdracht van Goldsmiths voor ‘If UR Reading This It’s 2 Late’. De video bevat het volledige in The Guardian gepubliceerde essay van journalist Joshua Surtees uit 2019, waarin de auteur beschrijft hoe hij als Brits-Jamaicaanse fan met groeiende afschuw Morrisseys stappen richting fascisme aanziet. ‘‘The Problem With Morrissey’ articuleert de diepe woede en teleurstelling die de fans van Morrissey voelen, in een tijdperk vol met gevallen helden,’ vertelt Cokes. Via dit werk blikt Cokes op kritische wijze terug op eerdere songteksten en muziek die in zijn werk voorkomen.
‘I don’t do period soundtracks. Als ik een stuk over een historisch moment maak, ga ik geen muziek van datzelfde culturele moment gebruiken. Ik ben geïnteresseerd in resonanties, het hergebruiken en de echo’s van dat historische moment in het hedendaagse. En soms doe ik het omgekeerde,’ vertelt Cokes tijdens een Zoom-gesprek aan filosoof Christopher Cox in april 2020. ‘Ik denk vaak aan het werk dat een soundtrack kan doen in relatie tot de tekst. Dit kan op muzikaal of structureel niveau zijn, maar soms ook puur omwille van de songtekst. Ik ben altijd op zoek naar een extra waarde in de relatie tussen tekst en geluid. Daarom denk ik eerst aan de muziek. Ik voeg die niet nadien pas toe.’
Vervreemding
Allerlei soorten popgenres komen aan bod in Cokes’ video’s: rock, r&b, hiphop, industrial, post-punk, house, techno … Hij voelt zich het meest aangetrokken tot genres als dubreggae, minimal techno en dubstep. Die roepen volgens hem het meeste angst en vervreemding op. Bij ‘For The Queen Is Dead …’ (2019) gebruikt Cokes ‘Never Grow Old (Re-Plant)’ van Floorplan. De audio op ‘Untitled (m.j.: the symptom)’ (2020) zweeft grotendeels rond de postdubstep van Joy Orbinson. ‘Evil.27: Selma’ wordt muzikaal volledig opgebouwd rond Morrissey. In ‘The Problem With Morrissey’ speelt dan weer de muziek van tijdgenoten McCarthy.
Al het materiaal dat Cokes gebruikt, is materiaal dat hij zich toe-eigent of leent. Net zoals een dj zich muziek toe-eigent om eigen werk te maken met tracks van een ander. De kunst van het dj’en ligt in de kunst van het mixen, het verbinden van verschillende elementen om nieuwe gedachten, gevoelens of mogelijkheden te vormen. Dat is exact wat Cokes doet. Hij neemt een lied, plaatst hierbij andermans teksten en assembleert dit tot een nieuw geheel waarin alles een nieuwe betekenis krijgt. Samplen met woord en beeld. Dat inspiratie voor de titel van de driedelige tentoonstelling ‘If UR Reading This It’s 2 Late’ bij een mixtape van Drake werd gehaald, is dus niet eens zo vergezocht. Let trouwens ook op de toevoeging ‘Vol. 3’.
Er sluipen nog meer vergelijkingen met muziek in zijn werk. Titels als ‘B4 & After the Studio Pt. 1’, ‘Evil.48 (fn.kno.it.alls)’, ‘X-PRZ Guns and Poses (Remix)’ lezen eerder als audiobestandsnamen dan titels van videofilms. Cokes gebruikt niet alleen de toe-eigeningsstrategieën van muziek, maar haalt ook inspiratie uit het idee van versiebeheer en remixen die zo kenmerkend zijn voor de dj-cultuur.
Leugens
Omdat omwille van Covid-19 de Cokes-tentoonstelling in het Carpenter Center met een maand werd ingekort, plaatste het huis zowel het in hun opdracht gemaakte ‘Untitled (m.j.: the symptom)’ als de soundtrack ‘Of Lies & Liars pt. 3 of 3’ online. De soundtrack is een collectie van 47 tracks met als thema: leugens. Cokes selecteerde liedjes van onder anderen The Smiths, Fleetwood Mac en Radiohead. ‘Ik heb veel nagedacht over dit thema, niet alleen als voortzetting van de ‘Evil’-reeks, maar vanwege de overvloed aan leugens die we hebben moeten doorstaan tijdens de Trump-administratie. De lijst bevat een paar nummers die ik in eerdere projecten heb gebruikt en andere die ik hoop ooit te implementeren,’ schrijft Cokes op Soundcloud over de selectie.
Videomaker laat zich inspireren door de dj-cultuur en wordt dan zelf dj? Dat is iets te kort door de bocht. Maar een ding is duidelijk. Muziek is voor Cokes ontzettend belangrijk.
Reacties