The OOZ

Kleine jongens worden groot. Zo ook de Brit Archy Marshall, die sinds zijn vijftiende onder verschillende aliassen zoals Zoo Kid en DJ JD Sports aan eigen nummertjes klooit. Al wat hij sindsdien uitbracht blijkt nu, acht jaar later, een aanloop te zijn geweest naar ‘The OOZ’, zijn tweede album als King Krule en zijn eerste echte meesterwerk. Negentien nummers lang slaat de roodharige Londenaar je met zijn overdaad aan talent met verstomming. Wij hebben eclectisch steeds een wat vies woord gevonden, zowel wat klank als wat betekenis betreft. Te vaak staat het immers voor een bont, ongeïnspireerd en onsamenhangend allegaartje. Maar hier dus niet. Zoals Marshall in het muziekblad SPIN liet optekenen: “Het geluid en de toon maken dit echt tot mijn plaat”, waarna hij er fijntjes aan toevoegt dat hij de nummers helemaal zelf in elkaar stak. ‘The OOZ’ bezit meer stijlen en invloeden dan Harvey Weinstein aanklachten; de doorleefde, diepe grom van Tom Waits, het vervaarlijke van Ghotspoet en de grilligheid en onvoorspelbaarheid van Willis Earl Beal, het zit er allemaal in. En toch heeft het eindproduct een onmiskenbare uniciteit. Net zo goed zwiert Marshall er met ‘Sublunary’ immers een jazzinterludium tussen, met hoofdrol voor de saxofoon. Punky rockabilly? Geen probleem, het sinistere ‘Half Man Half Shark’ is zelfs een van de uitschieters van ‘The OOZ’. Marshall telt nog steeds maar drieëntwintig lentes, we zijn benieuwd tot wat hij nog meer in staat is als hij echt groot zal zijn. Die andere rosse Britse troubadour naar de kroon steken zal wat populariteit betreft moeilijk worden. Maar qua talent had hij ‘m in de wieg al ver achter zich gelaten.

tekst:
Mattias Baertsoen
beeld:
KingKrule_TheOOZ
geplaatst:
vr 30 aug 2019

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!