The Endeavour

‘The Western Lands’ was een klein meesterwerk. Wat dan, als artiest die eigenlijk nog maar pas is begonnen aan zijn muzikale carrière? Evolueren, zegt Hallenaar Bart Desmet. En dat deed hij met Barst.

Eerst alleen drones neerzettend en zijn project stilaan ontpoppend tot een veelhoofdig collectief met regelmatig wisselende bezetting die de nummers naar een podium vertaalden, waar die zich alsmaar verder konden ontwikkelen.

Een nieuwe plaat maken leek geen evidentie, maar dat is buiten het meesterbrein van Desmet gerekend. ‘The Endeavour’, uiteenvallend in zeven stukken die echter naadloos bij elkaar aansluiten, klinkt anders maar is al een net zo bevlogen trip als zijn voorganger.

Alles wordt door Desmet nog net zo strak in de hand gehouden als voorheen, al denk je als luisteraar dat zijn band meer vrije ruimte krijgt. Ze zijn gewoon zeer goed gedrild. Gregory Simons, Mathieu Mathlovsky en Messy Mathi, die veelvuldig haar stem mag inzetten, leveren ideeën en klanken aan, net als nog een stel zielsverwanten (onder meer Niels Brown (Vonnis), William Lacalmontie (Ovtrenoir) en Tokyo Oyo).

Daarmee gaat Desmet aan de slag, minutieus bouwend, toevoegend, laagje op laagje, maanden aan een stuk, tot wat hij voor ogen heeft, wordt bereikt. En daar heeft niemand anders ook maar enige inbreng meer.

Hij is de meesterarchitect, die, als het werkstuk klaar is, net voor de vooropgestelde deadline uiteraard, zijn discipelen weer bij zich roept om dan te repeteren en nog meer te repeteren om de plaat naar het podium te vertalen. En daar nog in slaagt ook.

Iets minder overrompelend misschien dan zijn voorganger, maar wel opnieuw een album dat bij elke beluistering meer van zijn geheimen prijs geeft. Petje af.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
Barst_TheEndeavour
geplaatst:
do 16 jan 2020

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!