728x90 MM

Sunday Girls

Het Britse Family Fodder is steevast ietwat onder de radar gebleven, en bleef tot voor kort een snoepje voor connaisseurs. Nochtans ontsproot dit collectief rond bezieler Alig Pearce in dezelfde periode dat Londen het broeinest was voor bands als This Heat, The Slits, The Pop Group en The Flying Lizards. Family Fodder deelde de drang naar experiment, vernieuwing en eigenwijsheid met voornoemde bands, maar was allicht een beetje te chaotisch en divers van opzet om door te breken. Bovendien was Alig Pearce alias Alig Fodder zowat het enige echt constante lid van de voortdurend van personeel wisselende groep. In GC#121 bewierookte collega (swat) het eveneens op Staubgold heruitgebrachte ‘Monkey Banana Kitchen’, de eerste echte langspeler uit 1980. Daarvoor verscheen echter al de als ep geboekstaafde plaat ‘Sunday Girls’, in 1979 namelijk. Twaalf behoorlijk korte nummers, die experiment, humor en pop met elkaar weten te verenigen. Die pop zit hem vooral in de fascinatie voor Debbie Harry, aan wie de plaat ook werd opgedragen. Ze halen het door Chris Stein geschreven ‘Sunday Girl’ twee keer op geniale wijze door de Family Fodder-mangel, en doen het nog gekker dan de meesters in weirde covers The Flying Lizards. Syd Barretts ‘No Man’s Land’ krijgt een reggaebehandeling met heerlijke stem erbovenop. Bovenop de oorspronkelijke ep krijgen we de singles ‘Debbie Harry’, ‘Playing Golf’, ‘Warm’ en ‘Te Deum’ als bonus, al zijn ze niet allemaal volledig. De grote kracht van deze plaat, en bij uitbreiding het volledige werk van deze band, is dat ze op geen enkel ogenblik gedateerd klinkt. Ze is nog net zo avontuurlijk als ze was in 1979, en dat kunnen heel weinig artiesten van hun plaatwerk zeggen.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
FamilyFodder_SundayGirls
geplaatst:
wo 5 dec 2018

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!