Sleepin’ Giantz

Sleepin’ Giantz neemt je mee naar het Londen van rond de eeuwwisseling. Drum-‘n-bass raakte daar toen uit de mode en het nieuwe geluid dat de jongeren naar de clubs lokte, heette UK-garage. Helaas laat de groep je daar meteen achter. Sleepin’ Giantz doet niets meer dan het herkauwen van gedateerde formules. Het mag dan ook niet verbazen dat Zed Bias, het brein achter deze groep, tien jaar geleden furore maakte, om sindsdien geruisloos van het toneel te verdwijnen. We kunnen ons levendig inbeelden hoe het verlopen is; de Britse producer verveelde zich steendood en belde vervolgens zijn oude makkers -de rappers Rodney P en Fallacy– om samen opnieuw de studio in te duiken. Eenmaal aangekomen, stootten ze op een verloren harde schijf waar nog wat beats op terug te vinden waren, waar ze wat overheen rapten. Het leverde hen ongetwijfeld veel plezier op, maar een relevant album zat er niet meer in. Akkoord, hier en daar (‘Mucky’, ‘Draw For Tha Zee’) treedt de bas danig op de voorgrond, zodat dubstep om de hoek loert. Verderop steken dancehall (‘Badungdeng’) en rave (‘Kerosine’) de kop op, maar het gros van de nummers zijn fletse retrotrips, gedateerde afleggertjes waar zelfs Artful Dodger destijds zijn neus voor zou opgehaald hebben. Zelden was een groepsnaam zo goed gekozen; Sleepin’ Giantz zijn grootheden uit een ver vervlogen tijd, die een winterslaap van een decennium lang hielden en bij het ontwaken even gedateerd zijn als Big Brother of de Belgische frank.

tekst:
Mattias Baertsoen
geplaatst:
ma 5 jan 2015

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!