SIGNALEMENT Vito Willems


Vito Willems studeert dit jaar af aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) in de richting Muziek en Technologie. Echter: nu al heeft hij een compact, maar consistent en boeiend oeuvre aan audiovisueel ruimtelijk werk. En een tamelijk goed beeld van de kunstenaar die hij wil zijn.

Zijn interesse, vertelt Vito Willems, gaat uit naar zowel technologie als klank. Daarbij gaat het hem bij technologie vooral om de beheersing ervan; technologie als gereedschap om een omgeving te ontwikkelen waarin hij zijn werk – een performance, een installatie – kan maken. Klank is een echte fascinatie. “Geluid is eigenlijk iets heel fysieks”, zegt Willems. “Je kan het beeldhouwen, als een steen bewerken en vormgeven. Hoe je met geluid om kan gaan en wat daarvan de grenzen zijn, daarin ben ik al heel lang sterk geïnteresseerd. Onvoorspelbaarheid vind ik daarbij belangrijk: dat er iets gebeurt wat je eigenlijk niet had verwacht.”
Een goed voorbeeld is zijn vroege studentenwerk ‘Impossible Interaction’. Hij heeft het werk een aantal malen live uitgevoerd, zoals het bedoeld was, maar er is ook een videoregistratie te vinden op Vimeo. Daarin zien we hoe Willems met bewegingen van zijn gelaat en zijn handen geluid aanstuurt. Een webcam analyseert de veranderingen in zijn gezicht, en drie infraroodsensoren registreren de positie van zijn handen en afzonderlijke vingers; de computer ‘reageert’ daar met geluiden op. “Maar ik heb het resultaat niet helemaal in de hand.” De achterliggende vraag is natuurlijk of er echte interactie met de machine bestaat; en kan een machine emoties herkennen? De software ziet geen verschil in ‘echte’ en ‘gemaakte’ emoties als Willems een glimlach maakt of zijn wenkbrauwen optrekt voor de webcam.

Kubus

In daaropvolgende werken heeft Willems aan de verbinding tussen beeld en geluid een volgende connectie toegevoegd: ruimte als parameter in de compositie. Voor ‘Glimpulse’ werkte hij bijvoorbeeld met een opstelling van acht speakers en lichtbronnen. Door de gelijktijdige aanwezigheid van geluid en licht op wisselende plekken in de ruimte, wordt de aandacht van het publiek steeds verplaatst. Als het systeem niet langer een bepaalde focus afdwingt, ervaart het publiek de ruimte als een geheel.
Een stage in Berlijn bij Sukandar Kartadinata was een belangrijke periode voor Willems. “Hij is geluidskunstenaar, maar ook ontwikkelaar van tools voor andere kunstenaars”, vertelt Willems. “Het is bij hem programmeren op een topniveau. Ik ben er anderhalve maand bezig geweest aan een installatie van Jens Brand, waar Sukandar de technologie voor ontwikkelde. Ik deed er veel kennis op, die ik heb gebruikt bij een volgend project.”
Dat project is ‘Cube of Space’. Willems wil nu met zijn fascinaties – geluid, licht en ruimte – proberen om een feitelijke ruimte te transformeren en “een andere realiteit te creëren”. Bij ‘Cube of Space’ staat, centraal in de ruimte, een kubus die met behulp van vier motoren kan bewegen. De bewegingen zijn direct gekoppeld aan het geluid van speakers rondom. Beweegt de kubus naar links, dan is al het geluid ook links in de ruimte. Uit de kubus straalt laserlicht, dat door de duisternis en rook in de ruimte als het ware vier ‘muren’ projecteert. Als de kubus licht kantelt en daarmee het vlak van laserlicht iets verschuift ten opzichte van de daadwerkelijke muren, ervaart het aanwezige publiek het alsof de ruimte zelf kantelt. Die ervaring wordt versterkt doordat het geluid ook ‘overhelt’. Het blijkt een desoriënterende ervaring.

Reflectie

De directe koppeling tussen beeld en geluid, in de genoemde én in andere van zijn installaties of performances, zorgt er volgens Willems voor dat de beschouwer het gegeven als ‘logisch’ ervaart; daardoor benadert de beschouwer het werk eerder zintuiglijk dan rationeel. “Ik probeer enerzijds het gepresenteerde heel duidelijk te houden, met sterke een-op-eenrelaties, en anderzijds abstract te houden, in geluid bijvoorbeeld, om op die manier ruimte te scheppen voor de individuele verbeelding. Ik streef naar een omgeving waarin alle zintuigen deelnemen en je vergeet wat echt is en wat niet.” Hij hoopt dat het werk zo bij het publiek (zelf)reflectie oproept, dat het werk misschien een andere kijk geeft op eerdere ervaringen van de beschouwer. “Ik zie nog heel veel mogelijkheden om dit uit te werken. Ook met gebruik van cognitie. Je ziet soms dingen zoals je ze wilt zien: dat zou ik mensen willen laten erváren.”


Dit artikel verscheen eerder in GC #142.

Koop deze editie in onze webshop!

Reacties