Interview: Shabazz Palaces

Bijna was Odd Future hét hiphopfenomeen van 2011 geworden, maar gelukkig is er ondertussen een tegenkandidaat opgedoken die geen shock tactics nodig heeft om indruk te maken: Shabazz Palaces. Achter de intrigerende muziek schuilt zowaar een oude bekende.

Bijna was Odd Future hét hiphopfenomeen van 2011 geworden, maar gelukkig is er ondertussen een tegenkandidaat opgedoken die geen shock tactics nodig heeft om indruk te maken: Shabazz Palaces. Achter de intrigerende muziek schuilt zowaar een oude bekende.

Ishmael Butler is altijd een man naar ons hart geweest. In de jaren 1990 stond hij onder de nom de plume Butterfly in Digable Planets, veruit de puurste, meest militante uitloper van de conscious rap. Ondanks het feit dat ze vrij opzichtig een zwart politiek bewustzijn koppelden aan een communistisch genspireerd gedachtegoed, wist de band toch een gevoelige snaar te raken bij het MTV-publiek. Bijna per ongeluk scoorden ze een hit met het u welbekende (geloof ons maar) Rebirth Of Slick (Cool Like Dat), en na het succes van hun jazzy debuutalbum Reachin’ (A New Refutation of Time & Space) zat de platenfirma likkebaardend uit te kijken naar de opvolger die een definitieve doorbraak moest forceren.

Renaissance

Maar Blowout Comb voldeed allesbehalve aan die verwachting; het was een moeilijke, abstracte, broeierige plaat die voor geen meter verkocht. Ten onrechte overigens: voor ondergetekende is het n van de hoogtepunten van jaren-1990 hiphop en productiegewijs niet minder dan baanbrekend. Geen argumenten echter die hun label EMI konden overtuigen. Interne strubbelingen en persoonlijke sores duwden de groep verder uit elkaar. De afzonderlijke leden trokken solocarrires op gang. Butler kwam ondermeer met Cherrywine, een amalgaam van hiphop en rock, maar een hoogvlieger was dat niet. De laatste jaren liet hij zich een paar keer overhalen tot een reünie van Digable Planets, en daar leek het een tijdlang bij te blijven.

Het deed ons dan ook onnoemelijk veel plezier, toen er iets meer dan een jaar geleden plots een intrigerende ufo opdook onder de naam Shabazz Palaces. De muziek sprak voor zich, zij het in een onwereldse taal minimalistische hiphop die tegelijk robotisch koud en organisch zwoel klonk. De cryptische teksten suggereerden een heel eigen soort spiritualiteit, ver van de navelstaarderij die het genre was gaan overheersen dankzij haantjes als Kanye en Jay-Z. Aanvankelijk bleef het talent achter het project schijnbaar gewild anoniem. Maar die stem, die herkenden we meteen uit duizenden. Butterfly had opnieuw zijn vleugels uitgeslagen!

Korte tijd later werd het vermoeden bevestigd. Ishmael Butler ging nu door het leven als Palaceer Lazaro, en Shabazz heette een collectief multimedia-artiesten te zijn, al werd wat later percussionist Tendai Maraire wel naar voren geschoven als de voornaamste muzikale partner. Na enkele kritisch bejubelde eps volgde alweer een verrassing: legendarisch indielabel Sub Pop had met de band zowaar zijn eerste hiphopact ooit getekend. En in een jaar dat stilaan gerust een renaissance mag worden genoemd voor het genre (dat eindelijk ook weer een levensstijl lijkt te worden), komt het debuutalbum Black Up waarschijnlijk bovendrijven als de beste hiphopplaat van 2011.

Antiek

Enkele uren voor het optreden in Brussel zitten we in de kleedkamer wat ongemakkelijk toe te kijken hoe Shabazz’ manager zwijgend een portie afhaalethiopiër naar binnen werkt. De groep zelf is nog even een ommetje maken in de stad, en geef ze met zo’n nazomer eens ongelijk. Op den duur krijgen we toch een gesprek aangeknoopt, en net op dat moment komt de atletische Butler ontspannen grijnzend binnenwaaien. Hij keurt even zijn eigen maaltijd en geeft dan warm te kennen dat hij klaar is voor mijn vragen.

Butler blijkt een geëngageerde gesprekspartner, maar zo abstract als zijn teksten zijn, zo ongericht kunnen zijn antwoorden worden. Af en toe lijkt hij gewoon de vraag te negeren, om uit te weiden over wat hem op dat moment door het hoofd schiet, waardoor het interview soms een oefening wordt in onvrijwillige vrije associatie. (Zeg niet dat we u niet gewaarschuwd hebben!) Gelukkig zijn de bijdragen van Tendai Maraire meer to the point.

Het was nogal moeilijk, of beter gezegd, gemakkelijk om dit interview voor te bereiden. Er is namelijk weinig info over de band terug te vinden online. Dat is voor jullie bijna een troef geworden: in de pers werden jullie een tijdlang afgeschilderd als een mediaschuwe, ietwat geheimzinnige band we moesten zelfs gokken dat jij het was die rapte. Dat was natuurlijk allemaal met opzet, nietwaar?
Ishmael Butler: Laat mij het anders stellen. Dat iemand die niet meteen alles over zichzelf vertelt, automatisch wordt bestempeld als terughoudend of gesloten, vind ik nogal aanmatigend van degene die zichzelf naar voren schuift als genteresseerde partij. Want in feite hebben we gewoon ruim de tijd genomen om veel muziek te maken, die sprak over dingen die recht uit ons hart komen. Toen en alleen toen pas stuurden we het de wereld in. Dat klinkt toch niet zo mysterieus, of wel?

Ik ga voor wel.
IB: (onverstoorbaar) Bovendien hebben we ervoor gekozen om ons werk op een afwijkende manier aan de man te brengen. We lieten ons niet misleiden door wat anderen doen om met hun kunst in de aandacht te komen, omdat wij het voor onszelf niet ok vinden om ons op die manier aan de mensheid te tonen. In plaats van de muziek mee te tronen naar de plaatsen waar we zelf wilden zijn, lieten we ons door de muziek leiden naar waar ze voorbestemd was terecht te komen.
Geen meesterplan dus. Was het dan gelukkig toeval dat jullie door het internet werden opgepikt?
IB: Dat moet wel. Kijk man: we hebben gewoon onze muziek op een plaat gezet, zijn toen naar de muziekwinkels bij ons in Seattle gestapt en hebben gevraagd of zij het wilden verkopen. We hadden wel een website, maar voor we die konden afmaken, begon er al van alles te bewegen. In feite kon je er gewoon zien waar de ep te vinden was. Maar een journalist van een plaatselijke krant (Dave Segal van The Stranger, dv) schreef een artikel over ons, en zo ging de bal aan het rollen.

In feite is het bijna een antieke manier om in de kijker te komen. Vele artiesten tegenwoordig kunnen niet genoeg materiaal van zichzelf online zetten, sommige rappers brengen om de paar maanden een mixtape uit. Bij jullie werden er slechts mondjesmaat wat songs vrijgegeven.
IB: Grappig dat je dat zegt, want zelf hebben we helemaal niet het gevoel dat we ons hebben ingehouden. Als we wat tracks af hadden waar we tevreden mee waren, dan brachten we het uit. Soms werd er door iemand in het collectief een video gemaakt, die zetten we dan ook online. Maar op geen enkel moment hebben we Shabazz Palaces bekeken vanuit marketingtechnisch oogpunt. Net daardoor voelt het allemaal heel juist. Want zo komen we enkel op de plekken waar ze ons echt willen, omdt ze ons daar willen en niet omdat n of andere promotor of het label ons daar heeft neergezet. Stapje voor stapje, daar ben ik best tevreden mee.

Is jullie deal met Sub Pop ook zo organisch tot stand gekomen dan?
IB: Sub Pop is grass roots, man. Ze zijn al eeuwen met muziek bezig en ze hebben een flinke reputatie. Maar als je die mensen persoonlijk leert kennen, kom je te weten dat ze allemaal con-stant naar shows gaan kijken van de CEO tot de stagiairs, ze schuimen voortdurend concerten af. En ze hebben de vinger aan de pols van wat er in hun stad gebeurt. Ik bedoel: dat is een ongevenaarde werklust gekoppeld aan pure liefde voor de muziek. Ze hadden vast al opgevangen dat we goed bezig waren toen we ze ontmoetten, en het klikte meteen, dus besloten we samen in zee te gaan.
Er werd nogal een punt gemaakt van het feit dat jullie de eerste hiphopplaat op Sub Pop hebben uitgebracht.
IB: We hebben zo’n geluk gehad dat we zelfs maar een contract hebben gekregen. In deze tijden? Dat is heel zeldzaam. Het is dus niet dat we rustig thuis onze opties zaten af te wegen (lacht). We zagen een mooie kans om samen te werken met mensen die we konden vertrouwen, en die hebben we gegrepen.

Instinct

En van de redenen waarom Shabazz meteen zo in het oog sprong, is volgens mij dat het concept zo sterk aanvoelt. Jullie komen naar buiten met een distinctieve sound, maar ook een intrigerend visueel concept, met het artwork en de video’s. Zien jullie het project op termijn nog verder in die richting evolueren?
IB: We zijn nog volop aan het groeien; telkens als we een nieuw instrument of nieuwe muziek leren kennen, proberen we dat te integreren.
Tendai Maraire (percussie): Op het album hoor je veel Afrikaanse ritmes en traditionele instrumenten, zoals een duimpiano. We luisteren de laatste tijd veel naar Ethiopische muziek. Maar we doen geen bijzondere moeite om als iets anders te klinken dan onszelf.

IB: Shabazz Palaces bestaat uit een groep zeer getalenteerde mensen die bovendien vol goede ideen zitten. Wij twee worden nu beschouwd als de voorhoede, maar we werken met verschillende artiesten die er nu misschien op een ander niveau bij betrokken zijn, maar die op een later moment wellicht naar voren kunnen schuiven zij het met video, artwork, andere muziek of een volgende plaat Als we samenwerken is het belangrijk dat iedereen zich kan uitleven, en zich creatief gevoed ziet. Zelfs al ziet de buitenwereld maar n kerel zijn ding doen, dan moet je toch beseffen: hij is er niet helemaal in z’n eentje geraakt. En dus wil ik die indruk niet geven, of doen alsof alles uitsluitend dankzij mezelf gebeurt.

Dat lijkt me een instelling die consistent is met de politieke overtuiging die je vroeger hebt uitgedragen.
IB: Het is vooral een gevolg van wat je meedraagt als je een tijdje in je omgeving hebt rondgekeken en de wereld hebt ervaren. Als je ziet hoe het eraan toe gaat buiten de Verenigde Staten, dan verandert dat ook de manier waarop je over zulke dingen nadenkt. (zwijgt)
Waar jullie ook sterk afwijken van de meeste andere hiphop, is de integratie van de vocalen in de muziek. Beide zijn sterk met elkaar verweven, alsof de stem een extra muzikaal element is.
IB: Dat komt doordat we zelf de muziek maken waar we op rappen. Het is laag op laag. Als je zelf met de muziek bezig bent, dan ben je vanzelf al bezig met de ritmes die daarin zitten, voordat je zelfs maar teksten aan het schrijven bent. Zoals Tendai altijd zegt: de stem is ook een instrument, en vanuit dat opzicht worden ze samen verweven, tot op het punt dat ze niet meer van elkaar te scheiden zijn. En we zijn daar heel consequent in: wat op de voorgrond komt, is wat op de voorgrond mt komen. Als het niet werkt, wordt het geschrapt of naar de achtergrond gemixt.

Er zit een heel dubbelzijdige feel in de muziek. Enerzijds is het elektronica met bijna onmenselijke precisie en veel kleine details, maar anderzijds klinkt het ook heel ruw en spontaan: je hoort de samples ruw afbreken, of een beatloop net wat scheef gaan.
IB: Het lijkt wel alsof het eerste wat je doet zelfs als je achteraf probeert om het opnieuw en beter te doen, meestal is je eerste poging ook de beste. Als we werken zorgen we ervoor dat we elk moment kunnen gaan opnemen, zelfs als we maar wat aan het rondklooien zijn. Je weet nooit wanneer er een idee voorbijkomt waarmee je verder wilt. Originaliteit, dat is voor mij: een rechte lijn van je instinct naar het eindresultaat, zonder dat daar iets tussenkomt. Want dan toon je gewoon jezelf. En als dat gebeurt, (klapt in de handen) dan laat je het zo. Zelfs al klinkt het op eerste gehoor wat raar. Misschien hou je er zelfs niet zo van of je bent bang dat andere mensen het maar niks gaan vinden maakt niet uit. Het is gebeurd, dus je moet erin geloven.

Het lijkt alsof dat ook voor je teksten opgaat. Het is bijna stream-of-consciousness, op een niveau dat ik al lang niet meer in hiphop heb gehoord. Het lijkt alsof rappers dat de laatste tien, vijftien jaar zijn verleerd.
IB: Dat is interessant. Zo had ik het nog niet bekeken. (zwijgt)
(Aarzelend) Wat denk je er zelf van? Je zit al twintig jaar in het vak, en ik kan me niet voorstellen dat je na Digable Planets zelfs maar even bent gestopt met muziek maken
TM: (staat op om een drankje te halen) Dat is nu het verstandigste dat ik op deze tour al iemand heb horen zeggen.
(Beduusd) Meen je dat? Hoezo dan?
TM: Gewoon, het idee dat je geen muziek meer zou maken, omdat je niet meer met je kop in de media komt.

Wat ik wil zeggen is: had je het gevoel dat het moment daar was om hiermee naar buiten te komen? Voor jezelf of voor de wereld?
IB: Niet bewust, maar natuurlijk: je gaat voort op een goede energie wanneer de tijd rijp is. Tendai en ik waren al een tijdje op onszelf muziek aan het maken, maar toen we de koppen bij elkaar staken leek het alsof we onszelf een niveau hoger tilden. Daar zit geen druk achter, maar je ervaart wel een speciale soort opwinding die je drijft om er verder mee te gaan, gewoon omdat je brandt van nieuwsgierigheid om te zien wat het zal geven. En daar put je ook een zekere vorm van zelfvertrouwen uit die je aanmoedigt om ermee uit te pakken.
Denk je dat je ervaring in de muziekbusiness je ook gepantserd heeft tegen eventuele teleurstellingen op dat vlak?
IB: Natuurlijk wel, vooral op persoonlijk gebied. Je wordt ook meer en meer zelfbewust, dat is de wijsheid die met de jaren komt. Je weet wat je kunt verwachten, en hoe je in bepaalde situaties gaat reageren. En je leert welke voorwaarden je dan voor jezelf moet stellen, welke discipline je moet aannemen om daarmee om te gaan. Zonder daarmee het plezier van het muziek maken te verliezen natuurlijk, maar gewoon om je focus te behouden.

Sjamaan

Wat kunnen we verwachten van jullie liveshow?
TM: (droog) Geen idee.
IB: Voor ons is het album slechts een opstapje voor de liveshow. Dankzij de inbreng van Tendai klinken we op het podium veel uitgebreider.
Hmm daar worden we geen spat wijzer van!
TM: Kom gewoon kijken man. Zulke dingen vallen niet uit te leggen.
En dat is wat we doen. Het moet gezegd: in het begin is het concert van Shabazz een rommeltje, wat vooral te wijten lijkt aan technische problemen, die het duo enigszins uit het lood slaan. Maar als beiden zich eenmaal comfortabel beginnen te voelen op het podium, ontstaat er een bij momenten zeer opwindende hiphopshow die zich ver houdt van alle traditionele rapperallures en trucjes die de meeste hiphop live om zeep helpen. Dus geen belachelijke vraag-en-antwoordspelletjes met het publiek (everybody on the left say hooow!), geen gemakzuchtige deejay die slechts wat instrumentals aan elkaar mixt. Ishmael Butler keert zijn stemgeluid binnenstebuiten met een lading effecten, goochelt met samples en een beatbox.

Als een sjamaan gaat hij helemaal op in zijn teksten, tot hij erin lijkt te verdwijnen, terwijl hij zich steeds harder in het zweet danst. Tendai Maraire zorgt dan weer voor de organische toets in het koud-elektronische klankpalet, met allerhande percussie en een duimpiano. Nog meer dan op plaat wordt hier bij momenten duidelijk hoeveel verschillende invloeden Shabazz in zijn geluid kan verzoenen. De pure orale traditie van The Last Poets een dichter en een stel bongos is nooit ver weg, maar evengoed horen we Kraftwerk of meer bijdetijdse elektro, en ook de uitgebeende sound van de vroege Def Jam zit erin verscholen. Enkele keren verwijzen de heren met een geinig dansje zelfs expliciet naar de crews uit de prille Golden Age. Vlekkeloos is het optreden zeker niet, maar met nog wat schaven en sturen kan dit op en naast het podium wel eens uitgroeien tot een belangrijke groep. Stapje voor stapje, zoals ze dat zelf willen.

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!