Audiovisueel kunstenaar Sally Golding
Worm, Rotterdam
11/8
Sally Golding combineert in performances geluidscomposities, filmmateriaal, lichteffecten en filmprojectie. De oncontroleerbaarheid van analoge materialen en apparatuur krijgt daarbij alle ruimte. Tijdens Mind the Gap Nights in Rotterdam voert ze haar recentste Expanded Cinema-performances op.
Analoog wordt verheerlijkt en verguisd; digitaal wordt vaak misleidend gebruikt voor aannames over de aard en de kwaliteit van het werk, zegt de Australisch-Britse kunstenares Sally Golding. Er heerst een idee dat kunstenaars die werken met analoog materiaal bang zijn voor nieuwe technieken, of onnodig masochistisch willen blijven werken in de schaduw van de digitale scheiding. Golding werkt met analoge materialen en apparaten. Ze combineert filmprojectie, licht en klankcomposities tot audiovisuele installaties en de laatste jaren vooral performances. De composities maakt ze in de donkere kamer door optische geluidssporen van filmmateriaal te bewerken of zelf te maken en die met de hand af te drukken op 16mm-filmmateriaal.Digitale technieken zijn echter geen taboe. Voor Composted Memorial (2008) heeft ze de grafische weergave van cicadeklanken in een museumboek gescand, verkleind, geprint en gefilmd, met de hand bewerkt, het geluidsspoor op twee millimeter breedte uit het filmmateriaal gesneden, vervolgens er een compositie mee gerangschikt en die vastgeplakt op een onbelichte film om tot slot het materiaal te belichten met een zaklamp. Dat is dan het voorbereidende werk voor de performance die ze er vervolgens mee uitvoert.
Ik vind het belangrijk dat het uiteindelijke werk, de liveperformance, de kwaliteiten van analoog licht en geluid overbrengt, zegt Golding. Er is iets fundamenteels aan het sturen van een lichtbundel door de ruimte met publiek, of aan het sturen van geluid van een handgemaakt 16mm optisch geluidsspoor door een mixer, of het gebruiken van het geluid van elektronische signalen die een ouderwetse laboratoriumstroboscoop uitzendt. Digitale omzetting en manipulatie van beelden en geluiden dienen alleen om materiaal bruikbaar te maken voor mijn fotochemische werk en het maken van de donkere-kamercomposities.
Uitbreiding van het medium
Sinds 2004 heeft Golding acte de prsence gegeven op tal van belangrijke festivals en evenementen over de hele wereld. Haar performances hebben, door de deconstructie van de klassieke cinema-situatie en het materiaal, verwantschap met de Expanded Cinema-beweging in de tweede helft van de vorige eeuw.
Inmiddels is de analoge film gemarginaliseerd door digitale media en is de cinema al aan alle kanten onderzocht en op sterven na dood verklaard. Waarom verkiest Golding dan toch dit filmmateriaal? Het gebruik van analoge film heeft vooral in de context van expanded cinema een soort woestheid. De kunstenaars die ik het meest opwindend vind, staan toe dat chaos en improvisatie de overhand nemen. Een slecht functionerende projector of een halfdood geluidsapparaat kan inspireren tot het aftasten van de grenzen van materialen en machines. Het handwerk kan tergend traag verlopen, maar de werkwijze levert me bevredigende verrassingen en inspiratie op, legt ze uit.
Goldings interesse in de geschiedenis van de Expanded Cinema is gewekt toen ze rond 2000 in Londen woonde, echter niet door confrontatie met de werken zelf maar door de onderdompeling in de kringen van gemproviseerde muziek. Terug in Australi, rond 2004, begon ik te werken als audiovisueel archivaris, gespecialiseerd in filmconservering. Toen ontdekte ik de rijkdom aan filmkopien die goedkoop te huur waren bij het National Film and Sound Archive. Samen met Joel Stern en Danni Zuvela begon ik OtherFilm, of Abject Leader Cinema zoals het aanvankelijk heette. Abject Leader was een punk-Expanded Cinema-duo van Stern en mij. OtherFilm stortte zich in de gekte van het organiseren van filmvoorstellingen en geluidsavonden. Vanzelfsprekend voelden we ons aangetrokken tot live combinaties van film en geluid. We organiseerden voorstellingen van historische Expanded Cinema-kunstenaars die nog steeds actief zijn, zoals Arthur en Corinne Cantrill (fantastische vroege vertegenwoordigers van de Australische experimentele film die ook livewerken hebben gemaakt, rm), Dirk de Bruyn, Guy Sherwin, Malcolm le Grice, Takahiko Iimura en Anthony McCall, een aantal van onze favoriete artiesten.
Tegelijkertijd fungeerde OtherFilm als een forum dat hedendaagse audiovisuele kunstenaars wilde ondersteunen en met name de opkomende groep die audiovisuele performances gaf en analoge film wilde verkennen. In Londen programmeert Golding momenteel Unconscious Archives, een serie evenementen die de dialoog stimuleert tussen verschillende vormen van live-film, geluidskunst en performance. Wat mij betreft gaat Expanded Cinema, of live-filmperformance, niet over de uitstervende cinema, maar over het tillen van de dialoog over de grenzen van de geschiedenis en het formaat heen. Het kan inspirerend en informatief zijn om de historische Expanded Cinema opnieuw te tonen, maar er kleeft een gevaar aan dat het de hedendaagse kunstenaars onderduwt. Het internationale toneel van de Expanded Cinema is veranderd; de wereld van de geluidskunst is nu de dominante context voor Expanded Cinema. Veel van deze kunstenaars staan wereldwijd op geluid- en muziekfestivals. Bruce McClure, Greg Pope, Peter Burr/Cartune Xprez, Lynn Loo, Sculpture, Karel Doing en Hangjun Lee zijn enkele van de kunstenaars die ikzelf heb geprogrammeerd en wiens werk past in dit veld. Of een werk haar prikkelt hangt niet af van een bepaald (film)formaat, maar van hoe goed het audiovisuele’ wordt uitgediept, legt Golding uit. Ik ben genteresseerd in het creren van de dialoog tussen beeld en geluid. Vrouw, 35, zoekt een betekenisvolle relatie met eigentijds audiovisueel.
Vernieling
Haar eigen performances worden gewoonlijk voorafgegaan door het maken van een (optische) geluidscompositie op 16mm-filmmateriaal. Tijdens de performance hoort het publiek het geluid soms herkenbaar, soms vervormd en ziet het vooral donkere en lichte vlakken, krassen en plakband op de film. Het recente Ghost Loud + Strong (2013) is daarvan een goed voorbeeld.
Op de vraag wat voor haar het belangrijkste element in het werk is, zegt Golding: Geluid. Licht. Beeld. In die volgorde. Ik heb gaandeweg de beelden weggelaten. Het gaat nu vooral om het geluid en de flikkerende combinatie van een draaiende sluiter, een aangepaste, controleerbare motor van een naaimachine en een laboratoriumstroboscoop, gevonden in een antiekwinkel; die suggereren wat je ziet. Ghost Loud + Strong is een donkere-kamercompositie: met name een geluidsstuk waar de enige beelden bestaan uit misvormde flitsen van zwart en wit en een patroon van plakband dat de stukken geluidsspoor op hun plaats moet houden. Het werk onderzoekt de ervaring van sensaties die dreigen ons waarnemingsvermogen te overtreffen. Het is niet zo dat er niets is; het publiek moet zich vrij voelen om het niet via een vertelling te begrijpen, maar om zijn instinct te gebruiken.
Ze noemt zichzelf een fan van media-archeologie. Haar werk begint veelal met een idee om, zoals Golding het omschrijft, historische innovaties in de filmindustrie te hacken, zoals het optisch geluid of de vroege kleurscheidingssystemen. Ik lijk misschien een Jekyll & Hyde, als audiovisueel archivaris zorgvuldig archieffilms conserverend en als kunstenares mijn eigen werk misbruiken, wetend dat wat ik projecteer het originele en enige exemplaar is, zegt ze. Ik ben vooral erin genteresseerd om met behulp van de apparaten een hallucinatoire toestand op te roepen.
Expanded Cinema, zo zegt ze, wordt meestal omschreven als: kunstenaar probeert het industrile filmsysteem van (verborgen) projector-publiek-lichtbundel-filmdoek uiteen te halen en de elementen te herschikken.
Maar wat betreft Golding is de essentie het vluchtige moment, dat niet kan worden vastgelegd en waarvan documentatie nooit meer dan een ontoereikende verwijzing naar het origineel is. Deconstructie, van het materiaal en van het proces, is inherent aan de experimentele film, stelt ze, maar het gaat om het onverwachte resultaat wanneer je de onderdelen weer samenbrengt. Je kunt het compleet ontrafelen tot chemicalin en frames. In het componeren daarentegen blijken de industrile onderdelen een eigengereid samenspel te vormen, lichtflitsen, geluidssnippers, weglopende beelden. Als ik, destijds met Abject Leader, een filmrol of loops te gemakkelijk vond, voegde ik wat chaos en vernieling toe. Dan wist ik net zomin als het publiek wat zou gaan gebeuren. Solo optreden met meerdere geluid- en beeldapparaten, die alle nogal temperamentvol zijn, dat is vooral een soort leeuwen temmen. Of Olympische AV-Spelen.
Reacties