S/t

De combinatie van trombone, tuba en drums lijkt te log, te lomp om op zichzelf te kunnen staan. Je verwacht daar nog iets extra bij. Nochtans is dat net de combinatie die uitgeprobeerd wordt door het trio Fish & Steel, dat ontsproot aan de buik van Paal Nilssen-Love’s Large Unit. Die band is intussen uitgegroeid tot ‘s mans vlaggenschip, een machine die regelmatig lichtjes van bezetting wisselt (en onlangs nog de Belgische baritonsaxofoniste Hanne De Backer in z’n rangen telde) en de conventies van het formaat met branie en power op z’n kop zet.

Maar enkel trombone en tuba, twee exponenten van de low end, dat is nog wat anders. Natuurlijk wordt snel duidelijk dat het Noordelijke collectief heel wat kleppers herbergt die in staat zijn tot stuntwerk op hun instrumenten. Trombonist Mats Äleklint en tubist Per-Åke Holmlander zijn door de wol geverfde improvisatoren die hun vocabularium rekken tot het uiterste, waardoor stotterende aanzetten worden gecombineerd met glooiende klanklandschappen, extended techniques hand in hand gaan met rauwe energie, en vooral heel speels gemusiceerd wordt.

Voor Nilssen-Love lijkt deze driehoeksverhouding een godsgeschenk: hij tuimelt over de hele kit, stuwt met stampende basdrumexplosies en schildert met brushes en andere hulpstukken. Wat bij voorbaat veroordeeld leek tot een bestaan in loden abstractie, krijgt plots iets van een feestje.

De combinatie met Joe McPhee klinkt een stuk vertrouwder en kan intussen terugbogen op een ongewone affiniteit van meer dan vijftien jaar die al uitgebreid gedocumenteerd werd. Deze opname uit Cafe Oto is opgedragen aan iconische drummer Milford Graves, die vlak ervoor overleden was. Het geeft het concert meteen de elegische sfeer die McPhee als geen ander kan opwekken. Al snel wordt de poort naar turbulente oorden opengezet.

De tenorsax schreeuwt schril en intens, het drumstel een wentelende molen van ritme en geluid. Een pracht van een hommage. Ook ‘Knox’, eentje uit McPhee’s eerste solo-lp uit 1977, is zoals gewoonlijk een hoogtepunt van blues, gospel en poëzie. Voor het kortere ‘A Fantasy For Lester’ zoekt McPhee heil bij de pockettrompet en verkent hij vooral intimiteit en nuance, maar zelfs daar laat hij een grote indruk na. Hij is een van de grote giften van de vrije jazz, en weinig collega’s kunnen dat zo efficiënt laten renderen als die even onvergelijkbare Noor. Die is met zijn label PNL Records intussen bijna beland bij vijftig releases, met een gemiddelde kwaliteit waar velen een ledemaat veil voor zouden hebben.

tekst:
Guy Peters
beeld:
FishSteel_FishSteel
geplaatst:
do 9 apr 2020

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!