S/t

Deze tweede titelloze plaat van het Noorse Golden Oriole, het duo Kristoffer Riss en Thore Warland uit wijlen Staer, zet net als het debuut meteen koers richting intergalactische funk.

Opener ‘The Waxwing Slain’ klinkt als een combinatie van rondtollende, repetitieve percussie, driftig klokkende bas en een heleboel andere geluiden die erdoor waaien, van aanhoudende sirenes tot nevelige gitaarmist. Het herinnert daarmee soms aan de onbedwingbare groove van de excentriekste Talking Heads, maar neigt vooral naar hoekiger, harder, experimenteler oorden, met psych-residu en krauttrance. Je zou het net zo goed aan de man kunnen brengen als een door-en-door New Yorkse discopunkfusie.

‘Až Přijde Kocour’, een titel die gehaald werd bij een Tsjechische cultfilm (over een circuskat met magische talenten) van Vojtěch Jasný uit 1963, gaat nog een versnelling hoger, met een verhitte intensiteit die ondanks een plotse, tijdelijke stilte en een paar tragere wendingen zelfs herinnert aan NoMeansNo, maar dan bedolven onder effecten en laagjes waar de virtuoze Canadezen zich nooit mee zouden bezighouden.

Het maakte ook van dit album een curieus kleinood -gedreven, dansbaar (of toch met wat goede wil), kunstig- dat bewijst dat er in de Noorse ondergrond nog altijd een en ander gaande is dat zich niet aan banden laat leggen.

tekst:
Guy Peters
beeld:
Golden_Oriole_St
geplaatst:
vr 14 feb 2020

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!