ROADBURN 2009 (013 Tilburg) PT.1: donderdag 23 april.

Vijfenveertig minuten. En toen mocht Roadburn 2009 zich al uitverkocht verklaren, vergezeld van luid tandengeknars bij affiniado’s van het betere gitaargeweld aller landen. Want afgelopen weekend bleken de paar duizend gelukkigen die de Wonkafabriek 013 in Tilburg mochten betreden, uit alle hoeken van Europa (en mogelijk zelfs erbuiten) te zijn samengetroept. En volgens de berichten bleven nog even zoveel fans thuis in de kou zitten- alvast een zorg voor de organisatie volgend jaar.

Roadburn 2009
Roadburn 2009

Want vandaag kunnen ze alvast terugblikken op een legendarisch goede driedaagse, die puur muzikaal plezier combineert met een vooruitstrevende staalkaart van… tja, hoe vatten we dat brede palet eigenlijk onder één noemer? ‘Stoner’ lijkt zo denigrerend (al was ‘Grass Company’ natuurlijk wel een prominente sponsor), en geeft net als ‘psychedelisch’ teveel connotaties bij wat eigenlijk gewoon goeie muziek is om je -al dan niet nuchter- compleet in te verliezen. Bovendien hoorden we doorheen het festival zo’n verscheidene klanken- weidse woestijnblues, extreme blackmetal, Twin Peaks jazz- dat we ons aan dergelijk labelplakken niet gaan bezondigen. Een overzichtje van al dat lekkers dan maar?

Donderdagnamiddag, en de verkeersgoden waren ons alvast niet gunstig gezind, de heidense pelgrims uit het zuiderland. Volop file, en daarmee onze afspraak voor het podium gemist met Ufomammut en Baroness. Dus hebben we het uit tweede hand, dat UM wat verloren gingen in een zelfs voor hen te zompig geluid, terwijl Baroness zich kweet van een keurige doch wat routineuze set. Ach, die jongens staan toch vooraan in de rij om een volgende Mastodon te worden- met wat geluk krijgen we ze nog genoeg te horen.

We betraden pas de zaal op de tonen van Amon Duul. Beetje jammer, want oudbakken krautrock was geen goede voorbode van het innovatief geestverruimend geweld dat we voor de komende dagen verwachtten. Alle respect voor wegbereiders en zo, maar het pleit waarschijnlijk voor de huidige navolgers dat het origineel anno nu hopeloos gedateerd oogt en klinkt.

Over naar Zu in de Kleine Zaal, een trio Italianen met bas, drum en een vette sax, die vanop een punk-metalbedje opwindende freejazz serveren, en daarmee in een oogwenk een zaal weten in te pakken. Of zo blijkt toch hier. En al gauw wordt ons een sterkte van het festival duidelijk: alhoewel vele van de geprogrammeerde bands al een heel palmares aan cd- of vinyluitgaven hebben, wordt hier vooral met liveprestaties geschermutseld. Onbekend maakt interessant, en een pakkende show trekt enthousiast volk. De vrijwel perfecte omstandigheden maken de ervaring voor beide partijen, publiek én muzikant, alleen maar beter: een zuiver geluid ondanks het forse volume van de meeste bands, piekfijne visuals, zelfs de puike dj’s tussen de bedrijven door.

Motorpsycho is anders geen onbekende voor de gemiddelde Roadburner, en m’n pet verwed dat de meesten hier al verschillende van hun shows hebben gezien. Bovendien is het een band die onvermoeibaar toert, al bijna twintig jaar lang. Begrijpelijk dus, dat hun doortocht op het hoofdpodium niet dezelfde evenementswaarde kreeg toebedeeld als bijvoorbeeld Cathedral op vrijdag, of Neurosis/Neurot als afsluiter. Het gros van het publiek kwam even in de jams hangen, om dan weer andere, minder vertrouwde oorden op te zoeken. En zo miste het optreden wat sfeer, alhoewel de heren bijzonder op dreef waren, en alleen al in hun openingsnummers spreiden ze hun fenomenale gevoel voor samenspel en -zang  tentoon (de verse drummer Kenneth Kapstad is duidelijk al helemaal méé). Maar ik steek m’n hand in eigen boezem: de honger naar nieuwe verrassingen was te groot om dit helemaal uit te zitten, en even later stonden we in de Green Room, klaar voor Wolves In The Throne Room.

Die hadden zich bij hun vorige doortocht alhier een dijk van een reputatie gespeeld, wat de verwachtingen hoog deed oplopen. Die losten ze slechts ten dele in- het was gewoon steengoed, in plaats van weergaloos overrompelend (zoals mij was beloofd). Verschrikkelijk sfeervolle blackmetal, waar de overdonderende geluidsstorm je in het gezicht striemt. Maar tegelijk dwarrelen door de muur, bijna onmerkbaar verborgen in de chaos, serene melodielijnen naar boven. Een uiterst precair evenwicht dus, en jammer dat de band het zelf af en toe die balans uit het oog verloor, waarbij dan meteen ook even de sfeer zoek raakte. Gelukkig waren daar de prachtige visuals- bergtoppen in een sneeuwstorm, onpeilbare valleiwouden- om ze toch vast te houden. Een volgende keer gaan we zeker weer kijken, en misschien is het dan wel hélemaal raak.

Het einde van Motorpsycho wilden we nog even meemaken, en daar leek het of we nooit waren weggeweest. En dan meteen terug naar de Green Room, voor een inlandse uitsmijter: The Devil’s Blood, een met uitgestreken, en letterlijk bloedbesmeurd gezicht vertolkte pastiche op de seventies horrorrock van pakweg Alice Cooper of ouwe Pentagram.  Druipkaarsen op het podium, en een bezwerende toverkol op de vocals. En verrassend genoeg ook enkele sterke songs in huis, die samen met puik muzikantenschap (wel niet overboord gaan met die psychjams, jongens) de band een pure gimmickstatus deden overstijgen. Niet iedereen z’n meug, maar wat mij betreft de perfecte late night show als slaapmutsje.

(dv)

tekst:
Dimitri Vossen
geplaatst:
wo 29 apr 2009

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!