Requiem For Hell

Heeft een band als het Japanse kwartet Mono eigenlijk nog iets te bewijzen? Het instrumentale combo is inmiddels toe aan zijn negende plaat en heeft eigenlijk nog niets aan urgentie ingeboet. Luister gewoon naar het titelnummer, tevens het scharniernummer van het vijf nummers tellende album. Net geen achttien minuten bouwt het kwartet laag na laag op. Het nummer begint nog rustig en subtiel, maar gaandeweg gaat de beuk er meer en meer in, gaan de gitaarmotieven alsmaar sneller en heftiger tot de finale wordt bereikt en het nummer ophoudt. Voor hetzelfde geld kon Mono nog een kwartiertje doorgaan, alsmaar meer in crescendo gaand zonder dat het ook maar een seconde zou vervelen. Een huzarenstukje noemen we dat. Veel bands in het postrockgenre, dat toch vooral instrumentaal wordt gebracht, passen de genretrucjes toe en maken platen die best oke zijn maar nergens uitblinken. Mono doet het echter zoals Godspeed You! Black Emperor. De band bouwt op, respecteert het genre, maar beheerst het idioom tegelijk zo sterk dat Mono ook van ‘Requiem For Hell’ een klein meesterwerkje weet te maken dat zonder woorden toch een verhaal weet te vertellen. Eentje dat weinig rustpunten kent, maar vooral de hardere kant van de band laat horen. Misschien zou je kunnen stellen dat de vijf nummers wel een beetje op elkaar lijken. Na herhaalde keren luisteren vallen de verschillen echter des te meer op. De vijf nummers, allen geschreven door gitarist Takaakira ‘Taka’ Goto, zijn geïnspireerd door Dante’s ‘Divinia Commedia’ en werden als het ware in één lange sessie neergepend. Dat verklaart meteen de coherentie van de nummers, die Steve Albini heel orkestraal heeft opgenomen, inclusief een resem violen. Mono weet met dit album aan te tonen dat ze nog steeds tot de besten binnen hun genre behoren.

tekst:
Patrick Bruneel
beeld:
Mono_Requiem_For_Hell
geplaatst:
ma 7 jan 2019

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!