Rond de milleniumwisseling tierde het genre welig: loungeplaten waarmee je je lifestyle van een soundtrack kunt voorzien. Muziek die je tijdens de borrel kunt draaien, maar die je ook om de haverklap onder nieuwsreportages tegenkomt. Een soort library music, maar dan uit de kast en in de schijnwerpers. Anno 2015 is het nog steeds lucratief als je muziek wordt opgepikt door de reclamewereld, maar is het voor je artistieke imago niet meer zo verstandig om daar al te veel mee te koop te lopen. Als je daar echter niet zo aan hecht, kun je als producer een aardig jaarinkomen veiligstellen met het produceren van muziek voor commerciële doeleinden. Joe Corrales, alias Yppah, is zo iemand. Hij investeerde het geld dat hij verdiende met muziek voor televisieseries, computerspelletjes en films in allerlei analoge apparatuur en maakte daarmee dit nieuwe album voor Counter Records. (Vrij vertaald: Kassa Platen, dus hij verloochent met dit zijproject zijn commerciële imborst niet.) Desalniettemin is “Tiny Pause” een heel aardige, zij het wat gedateerd aandoende plaat, die qua geluid erg doet denken aan het oeuvre van het Britse Blue States: gladde triphop, met invloeden van Piero Umiliani en Paul Mauriat. Track 2, “Occasional Magic”, had goed als titelnummer kunnen dienen, want de plaat kabbelt grotendeels ongemerkt voorbij, met “Owl Beach II” als uitschieter, al is moeilijk aan te wijzen wat dit nummer speciaal maakt. Pure lifestyle-pop is ook “This Side of Paradise” van het Duitse duo Coma. Kompakt, waarop de plaat verscheen, was al nooit vies van een poprandje aan de vele techno- en elektrohits die het label voortbracht, maar is de laatste jaren toch echt verworden tot een fabriek voor consumer plastics: zouteloze, vrijwel anonieme popmuziek, die de promotiefeestjes van labelvertegenwoordigers mag opleuken met een ongetwijfeld visueel perfect vormgegeven afspiegeling van hoe een popbandje er in ons collectieve bewustzijn ongeveer uitziet. Na beluistering van “This Side of Paradise”, klinkt Yppahâs “Tiny Pause” opeens als een bijzonder liefdevol eerbetoon aan de kitschpop van veertig jaar geleden. Misschien worden beide platen ooit nog eens een veelgezochte voorbeelden van library music uit de vroege 21e eeuw.