Etherische vrouwenvocalen en treurige klassieke instrumentatie, het is een potente combinatie. Het duo Richard Knox en Elly May Irving creรซren er op hun derde plaat een breekbaar opus mee van trage postrock-nummers voor gitaar, piano, strijkers en stem, vol verlangen en onheil. In de vier jaar sinds het vorige album verzamelde ze een keur aan gasten om zich heen, waaronder Aaron Martin, Frederic Oberland (met wie Knox eerder dit jaar het filmische ยThe Rustle Of The Starsย maakte) en Paul Elam (Fieldhead), en het resultaat is daardoor een stuk volwassener en completer geworden dan eerder werk. Overigens houdt Knox de boel goed in de hand, waardoor ze nergens in de val trappen om ‘episch’ te willen klinken, iets waar de combinatie tragische stem en strijkers menige postrockband tot heeft verleid. Ook Irvings zang is er erg op vooruit gegaan ย ik kon delen van het debuut ยLoves Are Like Empiresย amper aanhoren door haar toonloze capriolen ย al blijft ze nog steeds de achilleshiel van de band. Met name in de hogere registers lijkt haar ambitie soms groter dan haar capaciteiten, en zingt ze tegen de grenzen van haar kunnen aan. Maar met name de nummers waarop haar stem vooral als onderdeel van de textuur dient, zijn fraai en meeslepend, en zullen appelleren aan fans van bands als Her Name Is Calla, Esmerine en Molasses.
