Basklarinetfestival Banner
Camille Émaille @Summer Bummer - (c) Geert Vandepoele
Events

Summer Bummer Dag 2 – 29/08

Het Antwerpse Summer Bummer-festival blies op 28, 29 en 30 augustus tien kaarsjes uit. Drie dagen in plaats van de gebruikelijke twee, want verjaardagen dienen gevierd.  Stijn Buyst trok naar Trix om verslag te doen van die jaarlijkse viering van de vrije muziek. Met op deze dag onder meer op de affiche: Marmalsana, David Toop en Farida Amadou.

Marmalsana 

Marmalsana mag dag twee aftrappen, met hun wonderlijke akoestische klanken. Festivalveteraan Maurice Louca begint met een gedempte tokkel op zijn kwarttoongitaar, waar Tony Elieh op een akoestische basgitaar (type dreadnought) een filmisch motiefje tegenover plaatst. Burkhard Beins gaat met mallets op zijn floortom aan de slag, waardoor een secuur weefwerkje van tokkels en trommels ontstaat. Drie solo’s volgen – Beins gaat met strijkstok zijn drums te lijf, Louca tart zijn snaren met een klein cymbaal en Elieh speelt trillers op een ontstemde snaar, waar Louca vervolgens een microtonaal melodietje omheen spint. Gaandeweg wordt het spel nerveuzer: Elieh bespeelt zijn bas op de schoot, percussief en speels met een strijkstokje en Beins ranselt de eigenaardigste patronen uit zijn trommels. De drie worden gaandeweg een soort geluidsmachine die als één geheel opereert, hoewel je steeds kan horen wie voor welke geluiden verantwoordelijk is. Heerlijke opener. 

Marmalsana @Summer Bummer - (c) Geert Vandepoele
Marmalsana @Summer Bummer – (c) Geert Vandepoele

Joke Caimo: Human Organ Concerto 

Het jonge curatorenduo Oei! mocht drie acts aan het Summer Bummer-programma toevoegen. Joke Caimo is daar de tweede van. Onze collega (dv) schreef in 2016 in Gonzo (circus): ‘De formats van Caimo zorgen ervoor dat de performances voor alle deelnemers toegankelijk worden.’ Het is weleens gebeurd dat er aan de kunstpraktijk van Caimo een ijssalon (‘De Belly’) te pas kwam, maar hen is ook al jaren in de weer met geïmproviseerde muziek, onder meer bij Amanita Vulva (met Ernesto Gonzalez en Bart Sloow) en het ‘satanisch’ collectief Varkenshond. 

En kijk, negen jaar later gaat Caimo’s werk nog steeds over publieksparticipatie. ‘Human Organ Concerto’, dat op Summer Bummer getoond wordt, is een installatie gebaseerd op een gedeconstrueerd orgel, dat door het publiek door middel van maskers, verbonden met buisjes kan bespeeld worden. Aan de performance die Caimo vandaag brengt nemen een handvol leden van het publiek deel, quasi onwennig, zoals dat gaat bij Belgische publieken. Zelf houden we de nodige afstand, met in het achterhoofd de coronabesmetting (onze allereerste!) die we vorig jaar op ditzelfde festival opliepen. Vanop veilige afstand stellen we wel tevreden vast dat dit een zijweggetje in de programmatie is waar we in de toekomst graag meer van zien, in het tweede decennium van Summer Bummer. 

Farida Amadou / Sakina Abdou / Ava Mendoza / Heather Leigh

Als er één band dit jaar de titel ‘Summer Bummer All Stars’ mag claimen, dan is het wel dit kwartet van Farida Amadou, Sakina Abdou, Ava Mendoza en Heather Leigh. Alle dames stonden al minstens één keer op het festival, maar Amadou is wellicht recordhoudster met liefst zes Summer Bummer concerten op de teller.

Het viertal start hun improvisatie aftastend: terwijl Abdou op sax, Mendoza op gitaar en Leigh op pedal steel laagjes stapelen, vuurt Amadou de anderen aan met een monotoon-pompende baslijn. Mendoza introduceert een aan surf verwante, en dus in reverb gedrenkte melodielijn, waarop Leigh woordeloze sirenenzang tevoorschijn tovert. Abdou strooit met micromelodietjes, Amadou bewerkt haar bas – voorlopig nog zonder de effecten die haar solosets vaak kenmerken – met een mallet en Leigh strijkt spookachtige melodielijnen uit haar pedal steel. Amper tien minuten in hun improvisatie hebben de vier een film op ons netvlies geschilderd – iets met spookachtige snelwegtaferelen. Het is een wonderlijke passage, die plots doorsneden wordt door een dissonante solo van Mendoza. Amadou voegt een zanglijn toe en stuwt vervolgens heftig raggend de andere drie aan. Het inspireert Mendoza om tussen fluisterzang en grunt in, losweg te improviseren rond het ‘echo’-thema uit haar eigen ‘Pink River Dolphins’, de song die ze op haar solopassage van vorig jaar aan jaimie branch opdroeg. Amadou voegt lange woordeloze uithalen toe en stuurt vervolgens de improvisatie met een basmotief – voor het eerst door haar kenmerkende effectenbatterij verhakseld – waarover Leigh dan weer met woordeloze zang aan de slag gaat. 

Een laatste dromerige, verkennende passage met een hoofdrol voor een bedachtzame solo van Abdou, eindigt in een gitaristiek feedback-duel tussen Mendoza en Amadou. Met twee trappen op haar pedalen beslist Amadou dat de speeltijd voorbij is. 

Farida Amadou, Sakina Abdou, Ava Mendoza , Heather Leigh @Summer Bummer - (c) Geert Vandepoele
Farida Amadou, Sakina Abdou, Ava Mendoza , Heather Leigh @Summer Bummer – (c) Geert Vandepoele

David Toop / Ecka Mordecai / Christian Kobi

Hoewel David Toop al sinds begin jaren 1970 meedraait in het wereldje, is hij wellicht nog bekender als schrijver dan als muzikant. Voor magazines als The Wire en The Face interviewde hij grootheden als Sun Ra en Ornette Coleman, maar hij schreef ook het basiswerk ‘Ocean of Sound’. 

Op uitnodiging van Christian Kobi (die in 2022 met Praed Orchestra en in trio met Ann Eysermans en Hans Koch op Summer Bummer stond) speelden David Toop en Ecka Mordecai (ooit student in Toops improvisatieklas) in april vorig jaar een trio in het Londense Café OTO. Dat concert voelde voor alle deelnemers dusdanig goed, dat ze besloten het er voor Summer Bummer nog eens op te wagen. Toop, één van de uitvinders van de geprepareerde gitaar, maar sinds jaar en dag gespecialiseerd in fluiten, en niet-conventionele instrumentatie, zit op een stoel, met de attributen voor de dag rondom hem uitgespreid. Hij start met een fluitje en wat vanop onze plek achterin de zaal op een zakje schelpjes lijkt. Mordecai reageert met een met papiertjes geprepareerde cello en Kobi gebruikt zijn sopraansax. Het volume is laag, waardoor je meteen anders gaat luisteren dan bij de voorbije concerten. Toop haalt daarna kort een mondharmonica boven, voordat hij een kartonnen doosje te lijf gaat met een strijkstok. Een luide motorrijder passeert op de ringweg naast Trix, en het geluid dat door de nooduitgang naar binnenkomt gaat automatisch deel uitmaken van het concert. Vervolgens gaat Mordecai aan de slag met stokjes tussen de toets en de snaren van haar cello, terwijl Toop een blokfluit (bas?) bespeelt, eerst in haar geheel, daarna alleen het mondstuk, als om het geluid nog brozer te maken. Kobi is ondertussen overgeschakeld op tenorsax, waarop hij nog voorzichtiger gaat spelen. Dat Mordecai en Kobi hun volume beperken, voelt niet aan als een toegifte aan Toop, maar eerder als een gezamenlijke keuze voor een register. Af en toe omlijsten ze Toops geluiden, maar net zo goed gaan ze er tegenin. En Toop maakt op zijn beurt keuzes die geïnspireerd lijken door het spel van Kobi en Mordecai. 

David Toop @Summer Bummer - (c) Geert Vandepoele
David Toop @Summer Bummer – (c) Geert Vandepoele

In het interview dat we voor het Summer Bummer-magazine met Toop deden, had hij het over het feit dat hij met zijn broze geluiden net zo goed degene kan zijn die de boel saboteert. Dat toont hij aan, wanneer hij met een strijkstok een belletje en een stukje hout te lijf gaat. Kobi introduceert een melodie en Toop gaat aan de slag met een synth-app, waarmee hij kraakheldere, bijna ultrasone tonen voortbrengt. Onderwijl leggen Kobi en Mordecai wonderlijke laagjes zachte ambient. Toop haalt achtereenvolgens nog een bamboefluit en een dwarsfluitachtig instrument tevoorschijn, waaruit hij geluiden tovert die ons aan het schuiffluit-taaltje van de jaren 1960-kinder-sci-fi-classic  ‘The Clangers’ doen denken. 

Ons gehoor is ondertussen dusdanig aangescherpt dat het krassen van onze pen deel gaat uitmaken van de neergezette geluidswereld, en we gaan bijna de kracht van asmr inzien. Toop lijkt onze gedachten gelezen te hebben, laat een papier trillen, met daarop piepschuimvlokken, en strijkt een stukje bamboe aan. De finale bestaat uit het geluid van een doek, dat Toop manipuleert tot er niets meer overschiet dan dat doek, een vermoeden van cello en het geluid van de luchtverversing van Trix. 

Camille Émaille 

Door de geestdriftige aankondiging van Guy Peters zat het Trixcafé bomvol voor Camille Émaille. De Française had zich een klein jaar geleden al positief laten opmerken toen ze in Mechelen op ‘In The Spirit Of Peter Brötzmann’ aan de zijde van Evan Parker eer bewees aan de mooiste brompot die Wuppertal ooit voortbracht. 

Émaille, die les kreeg van zowel Fred Frith als Roscoe Mitchell, brengt een volstrekt unieke, zelfontworpen setup mee, een soort wilde kruising tussen gamelan en drums. Centraal in haar setup: een grosse caisse, met daarop bellen vastgebonden, met snaren, waarop ze met stokken, maar ook met strijkstokken te werk gaat, waarbij de bellen als ‘kam’ voor de snaren functioneren. 

Uit die opstelling tovert ze een doldwaze trip langsheen woeste, maar net zo goed beheerste ritmes, die soms aan het abstracte grenzen, met overstuurde, wilde bastonen die de ramen van het café deden daveren. Ook een passage met ‘alleen’ stokken, waarbij Émaille haar hele instrument gebruikt, is indrukwekkend, met hier en daar een delay-effectje op een triangel. Achteraf horen we her en der in het publiek speculatie ontstaan over hoe Émaille erin slaagt om al die buitenaardse geluiden aan haar instrument te ontlokken. Die speculatie zal morgen nog wildere vormen aannemen, wanneer Émaille met haar trio Otto aantreedt. 

Camille Émaille @Summer Bummer - (c) Geert Vandepoele
Camille Émaille @Summer Bummer – (c) Geert Vandepoele

Amalie Dahl’s Dafnie Extended

Een dik jaar geleden stelde Amalie Dahl haar Dafnie al voor in Antwerpen, in Rataplan. Vandaag krijgen we de stevig uitgebreide versie van dat kwintet met liefst twaalf muzikanten uit Denemarken, Noorwegen en Argentinië: onder andere een dubbele ritmesectie met twee contrabassisten (Nicolas Leirtrø van Teip Trio en I Like To Sleep, en Johannes Elnan, die insprong voor Ingebrigt Håker Flaten), twee drummers en twee toetsenisten (één op de vleugelpiano en één op elektrische piano plus Korg). 

Dahl speelde al mee in Large Unit, waarin Paal Nilssen-Love al jarenlang kansen biedt aan jong talent, en nodigde Nilssen-Love nu ook uit om haar eigen Groot Orkest te vervoegen. 

Amalie Dahl @Summer Bummer - (c) Geert Vandepoele
Amalie Dahl @Summer Bummer – (c) Geert Vandepoele

Het opzet wordt snel duidelijk: na een gezamenlijke intro rond een uitbundig thema krijgen we al snel een eerste solo, door accordeoniste Ida Løvli Hidle. Vervolgens is de eerste drumsolo niét voor Paal Nilssen-Love, maar voor Veslemøy Narvesen, waarna zij wel een behoorlijk spannend drumduel met Nilssen-Love introduceert. Lisa Ullén speelt een passage op haar licht geprepareerde vleugel, waarna Amalie Dahl het orkest dirigeert voor een meer abstract gecomponeerde passage. Daarna krijgen we nog een mooie, pointillistisch getokkelde solo van Ullén, terwijl de blazers een thema herhalen, een mooie ingetogen solo van Dahl zelf, een canon-achtervolging van de koperblazers en een zotte Korg-solo van Anna Ueland, terwijl het volledige orkest op volle kracht doldraait. 

Dafnie Extended was een showcase van een hoorn des overvloeds van aankomend talent, maar naarmate het concert naar zijn einde liep, begon dat showcasegehalte – waarbij elk van de twaalf spelers meermaals een solo werd toegewezen – wél een beetje voorspelbaar te worden. Bovendien ging door dat format de spontane, wilde energie die we vorig jaar in Rataplan van het originele kwintet mochten ervaren een beetje verloren. Het zou ook kunnen dat het aan ons lag: acht uur non-stop vrije muziek beluisteren gaat niet in de kouwe kleren zitten. Op naar zaterdag! 

tekst:
Stijn Buyst
beeld:
Camille Émaille @Summer Bummer - (c) Geert Vandepoele
geplaatst:
vr 17 okt 2025

Nog meer nieuws krijgen over muziek en kunst?

Schrijf je in op de Gonzo (circus)-nieuwsbrief!