Howe Gelb maakte al Americana voor dat de term door journalisten werd bedacht. Dat levert inmiddels een kwart eeuw Giant Sand op. De eerste platen zijn echter niet makkelijk meer te krijgen, ondanks het feit dat er veel mensen op azen, als we op het internet kijken. Het aanbod is schaars, en dus liggen de prijzen op de marktplaatsen hoog. Meer dan reden genoeg om dit jubileum te vieren met de heruitgave van de eerste albums. Na de jubileumuitgave van het debuut ‘Valley Of Rain’ is het nu aan ‘Ballad Of The Thin Line Man’ uit 1986 en ‘Storm’ uit 1988. En daar zijn we blij mee. Op Ballad Of The Thin Line Man en Storm horen we de gedreven dertiger die net aan zijn tweede en respectievelijk derde soloplaat bezig was. Alsof de duivel op zijn hielen zit en hij snel zijn naam moet vestigen. Grillig gitaarspel in country nummers met een punkspirit: de basis voor het woestijngeluid waar Howe Gelb in de vele platen die volgden de blauwdruk van uit tekende. Op Storm is die woestijnwind al meer door het totaal heen te horen. Nog steeds een band in ontwikkeling, maar al met een steeds duidelijker richting. Lui, ruig en rusteloos in de zelfde aanslag.
Ballad Of The Thin Line Man is wellicht niet de beste release van Giant Sand ooit, maar het is wél een mooie weerspiegeling van de liveset die Giant Sand in de tijd speelde. Misschien is het meest interessante wapenfeit van de twee albums wel de drie covers die er op te vinden zijn. Robbie Robertson (‘The Weight’), Bob Dylan (‘All Along The Watchtower’ in de Jimi Hendrix benadering) en Johny Hunter (‘You Cant Put Your Arms Around A Memory’), alle vier terug te horen in het grillige geluid met soms snerpende gitaren en scherpe teksten, die zo kenmerkend voor Giant Sand zijn geworden. Deze heruitgaves brengen de groei en ontwikkeling van Giant Sand mooi in kaart.