Eerst was er Matson Jones, een bandje uit Denver dat echter jammerlijk ten onder ging. De dames waren echter allesbehalve uitverteld. In de jaren na het opbreken van hun band bleven ze songs pennen. Ze besloten om toch maar weer samen een band te beginnen, want de liedjes die ze solo hadden gemaakt, bleken veel te goed om zomaar stof te laten vergaren. Gelijk hebben ze, want de muziekjes op dit debuut zijn heel leuk om te beluisteren. Kort door de bocht zouden we de liedjes van Land Lines als cellorock kunnen bestempelen. De cello van Martina Grbac en Anna Mascorella domineren namelijk het palet, al zijn de drums van Ross Harada niet te onderschatten. Alle drie spelen ze allerlei percussie en nemen ze al dan niet samenzang voor hun rekening. Op de eerste helft van de plaat gaan ze in een iets hoger tempo aan het werk dan in het tweede deel, waar de nadruk eerder ligt op trage, naar experiment neigende stukken. Vergelijkingen zijn moeilijk te maken, want geen enkele band die we kennen maakt muziek die enigszins in deze lijn ligt. Bob Weston is mee verantwoordelijk voor deze ondefinieerbare sound. Kurkdroog en tot in de kleinste details juist heeft hij mee geholpen om deze plaat in te blikken. Een plaat die niet alleen door zijn aparte bezetting maar ook door de emotionele lading die in de liedjes zit vervat, al snel onder de huid kruipt. Of Land Lines inmiddels nog klinkt als op deze plaat, vorig jaar over het grote water verschenen maar nu pas bij ons, valt te betwijfelen. Anna Moscorella is immers vervangen door James Han, en die bespeelt elektrische piano en orgel. Een andere, net zo aparte klankkleur zal ongetwijfeld het resultaat zijn. Om dat te horen, moeten we nog even geduld hebben.