Met ervaring en succes die terug gaan tot de vroege jaren 1990 is het moeilijk om bij Wild Flag van een debuut te spelen. Weinig bands komen zo beslagen te ijs als deze dames die in Helium, Sleater-Kinney, The Minders, solo of in dienst van anderen zoals Bright Eyes of The Jicks jaren aan ervaring hebben opgebouwd. Wild Flag lijkt dan enkel de volgende hobbel op het pad van dit kwartet, ontstaan na het uiteenvallen van Sleater-Kinney. En daar lijkt ook de mosterd te worden gehaald, bij de uit riot grrrl waar dat drietal een van de voornaamste exponenten van was. Wild Flag leunt echter wel meer naar de indiepop dan naar de punk kant, dit mede door de rol van Mary Timony die samen met Carrie Kinney Brownstein de vocalen deelt. Daardoor heeft de eerste plaat van deze superrockvrouwenformatie duidelijk twee gezichten, of beter twee kanten aan één gezicht. Want hoewel de indiepop kant van Timony goed is te onderscheiden van de punkwortels van Brownstein, is Wild Flag weldegelijk het album geworden van één band. Daar waar vergelijkbare mannelijke supergroepen vaak klinken als toevallig door elkaar gespeelde nummers van de anderen, klinkt Wild Flag waarvan de leden niet alleen al jaren spelen maar dat ook al jaren samen doen. Geen verbijsterend en origineel geluid, zeker niet als je de carrières van de verschillende leden enigszins hebt gevolgd, echter wel zo goed als de optelsom van deze leden impliceert. Een indiepopplaat met scheurende gitaar van een van de meest ondergewaardeerde gitaristen van haar generatie, psychedelische laagjes door licht zeurderige toetspartijen en prachtige samenzang en achtergrondkoortjes maken Wild Flag een album dat rockt zoals indiepopplaten dat in het afgelopen decennium maar zelden hebben gedaan.