Uit de inmiddels legendarische sessies van het West Coast Get Down Collective is, na albums van Kamasi Washington en Miles Mosley, weer een nieuwe plaat gedestilleerd, met deze keer trombonist Ryan Porter in de hoofdrol. ‘Spangle-Lang Lane’ is een eerbetoon aan kinderliedjes: aloude nursery rhymes als ‘Itsy Bitsy Spider’ en ‘Ants Go Marchine One By One’ worden van nieuwe funky arrangementen voorzien, waarin de originele melodietjes nauwelijks nog te herkennen zijn. Een belangrijke inspiratiebron is Jim Henson, die met Sesamstraat, maar vooral met The Muppet Show een universum wist te creëren waarin de grens tussen kind en volwassene volstrekt vervaagt en blijkt dat we ongeacht onze leeftijd allemaal door dezelfde gevoelens gedreven worden: angst, nieuwsgierigheid, verwondering, verdriet. Zoals dat hoort, opent het album met een rijk gearrangeerd themanummer, onvast gezongen door zangeres Patrice Quinn –niet omdat ze niet kan zingen, maar omdat dat nu eenmaal bij het genre hoort: het maakt niet uit of je kan zingen of niet– iedereen mag, nee móet meezingen! Toch is dat meezingen in de praktijk best lastig. Net als op ‘The Epic’ (Washington) en ‘Uprising’ (Mosley), maken de muzikanten nergens een geheim van hun virtuositeit, maar waar dat op voornoemde platen nogal eens tot acrobatisch stuntwerk leidde, is op ‘Spangle-Lang Lane’ iedereen dienstbaar aan de vernuftige arrangementen. Hoogtepunten van de plaat zijn het door drummer Taylor Graves geschreven ‘ABC Song’, dat de speelse hiphop van De La Souls debuut ‘3 Feet High And Rising’ in herinnering roept; en het al eerder genoemde ‘Itsy Bitsy Spider’ dat schatplichtig is aan King Britts ‘When The Funk Hits The Fan’, en niet alleen qua geluid. Net als Britt weet Porter op een formidabele manier het geluid uit zijn jeugd respectvol in een nieuw jasje te steken. Jammer dat het na vierentwintig minuten al voorbij is!