New Orleans brassbands en freejazz lijken uitersten op de schaal van jazz. Maar Albert Ayler, die freejazz tot het uiterste voerde, haalde veel inspiratie uit oude brassbands en marsmuziek. Hoe hij dat verwerkte hoor je op de dubbel-cd Slugs Saloon. Even duidelijk hoor je dat hij zijn vrije muziek bedoelde als een schreeuw om eenheid, liefde en spiritualiteit. Slugs Saloon is opgenomen in de gelijknamige New Yorkse bar in mei 1966, dat wil zeggen: nog in zijn creatieve hoogtijdagen. Gespeelde stukken met veelzeggende titels als Our Prayer, Bells en Ghosts behoren dan tot zijn hoogtepunten op plaat; Truth Is Marching In waarmee hij zijn free spiritual music bedoelde zou later dat jaar op lp verschijnen. De live-opnamen voor deze geremasterde – heruitgave waren niet perfect. Instrumenten klinken soms zachter, dan weer harder, maar dat is geen probleem. Alsof een brassband door de straat trekt en het geluid soms wegwaait, of opeens vol tot je komt door een opening tussen de huizenblokken. Kortom: de imperfectie draagt zelfs bij aan de ervaring van spontaniteit en rauwheid. Flarden marsmuziek en New Orleans jazz gaan over in heftige vrije improvisaties, om even later weer te veranderen in samenspel of in een repetitieve basis waarop Ayler trage melodielijnen legt. In de vrijere delen klinken met name Aylers saxofoon en de trompet van broer Donald als diep vanuit hun ziel. Elders klinken mantra-achtig herhaalde patronen. Overigens speelt de Nederlander Michel Sampson, wiens vioolgeluid perfect aansluit op de blazers, ook mooie partijen. Dit is muziek die je niet makkelijk wegslikt, maar wie bereid is zich met open geest en oor over te geven, wordt waarschijnlijk net als ik – geraakt door Aylers schreeuw.