Lawrence English in field recordings modus. English en Dafeldecker, een Oostenrijker uit de improv-scene, verbleven een tijdje op twee bases op Antarctica, en construeerde daarna met de aldaar gemaakt opnamen ‘Shadow of the Monolith’. Een titel die naar ‘2001: A Space Odyssey’ lijkt te verwijzen, maar ik kan me voorstellen dat het enorme, ongenaakbare ijslandschap van de Zuidpool minstens zo overweldigend en alien is als Kubricks monoliet. Muzikaal is het resultaat dan ook vooral vervreemdend, met op gezette tijden de weidsheid en isolatie die we kennen van de glaciale ambient van mensen als Thomas Köner. Verscheidene nummers zijn opgebouwd uit – naar ik aanneem - botsend ijs, druppelend smeltwater en knisperende sneeuw, maar buiten hun waarneembare context bijna niet herkenbaar. Als het opnamen uit de Amazone had betroffen had ik het ook geloofd. Alleen op twee korte nummers zijn de letterlijke geluiden nog hoorbaar - voetstappen, piepende deur -, op alle andere is het raden. English en Dafeldecker hebben hun bronmateriaal zo ver bewerkt, dat de grens tussen field recordings en ‘pure’ elektronische ambient vervaagt, en het oor waarmee je luistert bepaalt welke van de twee je hoort. Is het bruine ruis of de poolwind? Een stampende scheepsmotor of een loop van glijdende ijsschotsen? Daarmee is ‘Shadow of the Monolith’ meer uitgewerkt dan het werk van bijvoorbeeld Jana Winderen, en wordt het National Geographic-gehalte van sommige releases in dit genre gelukkig vermeden.