Conrad Schnitzler (1937-2011) doet misschien bij weinig mensen een belletje rinkelen. Dat verandert wel als we vertellen dat hij samen met Dieter Moebius en Hans-Joachim Roedelius Kluster vormde en met Klaus Schulze en Edgar Froese in Tangerine Dream zat. Hij was in zijn jonge jaren student bij Joseph Beuys en Karl-Heinz Stockhausen en hij richtte de legendarische Berlijnse cultuurclub Zodiak Free Arts Lab op. Schnitzler was aldus een creatief, invloedrijk en belangrijk figuur voor de Duitse elektronische avant-garde. Behalve zijn werk met anderen maakte hij een quasi ontelbaar aantal soloalbums, waarvan we hier de eerste twee in handen hebben. ยRotย is zijn echte solodebuut uit 1973 waarop twee nummers zijn te vinden die alle toentertijd geldende conventies overboord gooiden. Met analoge synthesizers creรซert Conrad een wereld waar machinaal opgewekte motoriek de atonale hoofdtoon vormt. In middens van connaisseurs draagt de man de titel van grondlegger van de industriรซle muziek en hier is te merken waarom. De sferische stukken van pakweg Throbbing Gristle zijn duidelijk verwant met dit ยRotย. ยMeditationย en ยKrautrockย zijn de misleidende en in het opzicht van deze release niet van humor gespeende titels. Voor de heruitgave werd ยRed Dreamย toegevoegd, helemaal in de lijn van het voorgaande. ยBlauย, Schnitzlers tweede soloplaat, verscheen oorspronkelijk in 1974 en bevatte eveneens maar twee nummers. Het experiment van het debuut wordt erop verder gezet, maar lijkt minder radicaal dan bij het debuut. Het industriรซle element is uiteraard nog steeds prominent aanwezig, maar er zit ook een primaire vorm van psychedelisch aandoende ambient in de stukken. Dat het daar niet bij bleef, tonen de zes toegevoegde bonusnummers aan, die bij momenten aanleunen bij het vroege werk van Chris & Cosey, om bij dezelfde na hem volgende grootheden te blijven. ยWild Space 4ย en ยWild Space 5ย hebben dezelfde prototechnobouwstenen als bij laatstgenoemden. Echt een solowerk is dit niet want zowel Moebius als Roedelius steken een handje toe, al is Schnitzler duidelijk degene die de touwtjes strak in handen heeft. Op een vreemde, kunstzinnige manier zijn beide platen een soort techno avant la lettre, een ontdekking voor liefhebbers van de pioniers van elektronische muziek.
