Van Witte Donderdag tot Eerste Paasdag was Tilburg een stad vol zoekenden. Een internationale gemeenschap starend naar een tijdschema om daar een route langs catharsis, loutering en andere emoties in te vinden. Ieder zijn eigen roadplan voor Roadburn; ieder zijn eigen verlossing. Ook Gonzo (circus) zocht in de exegese van Roadburn en vond rust in lompe ruis, gruis en onverwachte nuance.
In de merchandise-tent in de Spoorzone hangt een T-shirt met de tekst ‘I Cried at a Midwife Show’. Geen onwaarschijnlijke stelling, maar op Roadburn ook een tekst die op meerdere acts van toepassing is. Zo staat op zondagmiddag een groep jongemannen in innige omhelzing met elkaar, leunend tegen de door Endon opgetrokken geluidsmuur. Wanneer zij elkaar even los laten, dan is dat enkel om vol emotie tot het Japanse trio te schreeuwen, de handen tot verkrampte witte bollen samen geknepen, de catharsis spat er vanaf.
Emotie, overgave, passie en tranen, ze hebben vele gezichten in Tilburg.
Glunderende koppen en voelbaar volume
Op de donderdag staat het geschreven op de koppen bij Great Falls. Toen we Demian Johnston en Shane Mehling voor Gonzo (circus) #180 spraken, stonden zij nog in de startblokken voor de eerste Europese tour in het voorprogramma van Botch. Inmiddels hebben ze genoeg frequent flyers credits verzameld om na de show te grappen dat ze evengoed een klein appartement in Nederland kunnen kopen. ‘Objects Without Pain’ uit 2023 en de herhaaldelijk indrukwekkende liveshows blijven ze uitnodigingen opleveren om terug te komen, vorig jaar al als afsluiter op Soulcrusher en dit jaar ook op Roadburn – als aftrap van een kleine tour aan deze kant van de plas. In de Hall Of Fame maakt het trio de live-reputatie waar.
Net voor zevenen ligt Shane Mehling al met basgitaar en al in het publiek. Great Falls is nauwelijks een minuut bezig in de Hall Of Fame, of ze hebben de zaal al omver geblazen met ‘Dragged Home Alive’, de openingstrack van ‘Objects Without Pain’. In vijftig minuten zet de band uit Portland een gebalanceerde set met nieuwer en ouder werk neer en trekt het publiek mee in de emotionele posthardcore die het over het afgelopen decennium heeft ontwikkeld. Glunderende ogen en brede glimlachen bij band en publiek na deze tergende show zeggen genoeg over de energie die dit kleine uur in de Hall Of Fame heeft opgewekt.
Op dezelfde avond zoekt Envy de loutering meer in de melancholische screamo-postrock van ‘A Dead Sinking Story’, waarna Kevin Martin, alias The Bug, een goed uur na de subtiel en gestaag opbouwende Japanners alle subtiliteit uit de grote zaal van 013 blaast. Pionier in bijna alles waar industrial, reggae, hiphop en dubstep de wegen kunnen kruisen, sluit de Brit de eerste officiële dag van Roadburn af. Verstopt achter een opgetrokken muur van boxen waar de gemiddelde soundsystem op een illegale rave van zou gaan blozen, ramt hij een zware mix van dancehall en industrial de zaal in. Een zaal die daar letterlijk van in beweging komt, confetti die bij een van de kleurrijkere feesten in 013 in de trussen is achtergebleven wordt daar nu uit weggeblazen en dwarrelt glinsterend naar beneden in de met rook en rood licht gevulde zaal. Een zaal waarin het volume steeds voelbaarder wordt en als een louterende massage in de ruggenwervel omhoog klimt. Een flashback naar de vroege jaren 1990 waarin kelders en kraakzaaltjes elkaar in de meest extreme dancemix vonden.
Naakte emoties
Vrijdag is het volume ook voelbaar in Paradox, maar dan in de vorm van stilte. De schreeuwende stilte die overblijft wanneer Patrick Walker het al naakte trage werk van 40 Watt Sun toetst aan de vraag of naakt nog naakter kan. Vanaf de eerste inzet is duidelijk dat dit kan én dat het werkt én dat het door merg en been scheurt wanneer de trieste romanticus in deze ontspannen setting is. Zo ontspannen dat er zelfs wat grappen en een knipoog vanaf kunnen, maar muzikaal het zo intens dat je begrijpt dat Great Fallsop ‘Objects Without Pain’ in de teksten verwijst naar Patrick Walker als toevluchtsoord en troost. Vanavond in Paradox is het ook die warme deken van een soms wat depressieve romanticus met magistrale stem.
Daarmee was Patrick Walker de aftrap van een avond waarin hij niet de enige terugkerende gast was. Walker stond er al twee keer eerder – eenmaal met Warning en al eens met 40 Watt Sun –, maar vooral bands als Thouen Cave Inzijn in het laatste decennium uitgegroeid tot stamgasten van de globalistische buurtkroeg die Roadburn voor een week van Tilburg maakt. Niet onterecht, met name Thoubreekt aan het eind van de vrijdag met groovende sludge-hardcore een afgeladen grote zaal van 013 af. Maar is vaak met meerdere shows – Thou speelt dit jaar op zaterdag als backing band van Midwife en staat op zondag samen met Uniform in de Skatehall – ook wel heel aanwezig. Anderzijds is dat ook de weerspiegeling van de betrokkenheid van de hardcoreband – waarvan de bassist eerder op een personage uit Scooby Doo lijkt en de gitarist net zo goed een ICT-nerd kan zijn – bij de eigen scene, in de breedste zin van het woord.
Geen terugkerende gast, maar wel een door de wol geverfde band is Human Impact. Als superband in de misantropische noise-hardcore, met leden uit onder andere Unsane en Cop Shoot Cop, is het de band die je op vrijdagavond wil zien en uiteindelijk ook moet hebben gezien. Wellicht net zo agressief als Unsane, maar een stuk minder vierkant dankzij de gelaagde inbreng van Coleman. Hoewel Thou later op de avond echt wel weet te imponeren, overstijgt het de denderende noiserock van dit kwartet niet. De combinatie van vriendschap van de vier én decennia aan ervaring zorgt voor een de momenten waarop de herdefiniëring van heaviness plaatsvond.
Toekomst en tranen
Een dag later passeert die wel vaker. Net op het moment dat je je gaat afvragen wat “redefining heaviness” nu werkelijk betekent, geeft de zaterdag hier onomwonden antwoord op. Met Haatdrager, het project van de Metal Factoryuit Eindhoven onder begeleiding van Michel Nienhuis (Autarkh), waar zeven jonge aanstormende muzikale talenten hun verschillende achtergronden verrassend passend samenbrengen in een mix van sludgy en blackened doom met elektronische en hiphop-invloeden. Het is een van de meest verrassende acts die de zaterdag die bieden heeft, al is het maar vanwege de jeugdige leeftijd van de leden. Een groot deel van het aanwezig publiek had vader of moeder kunnen zijn van de jeugdige artiesten en een enkeling was dat ook werkelijk.
De toekomst van ‘heaviness’ lijkt in ieder geval in goede handen, maar de werkelijke herdefiniëring vond later op de dag plaats in de grote zaal van 013, waar Sumac en Moor Mother de handen ineen sloegen. In een interview met Gonzo (circus) vertelde Moor Mother dat haar werk met een band eigenlijk beter uit de verf komt dan in haar solowerk. In de samenwerking met Sumac komt zij in ieder geval helemaal tot haar recht. Vanaf half zes knijpt de band de longen samen met intense en schrijnende noise, terwijl zij met haar teksten de spreekwoordelijke vingers om de keel steeds fijner dichtknijpt met haar politieke oproep tot de ruimte om te kunnen ademen, om te mogen ademen. Niet alleen muzikaal krachtig, maar met de boodschap die Moor Mother meegeeft ook de stem, het geluid én het verhaal dat nodig verteld moet worden in een wereld waarin de een Amerikaanse president uit lijkt op de gehele witwassing van de Afro-Amerikaanse geschiedenis van het land.
Ruim anderhalf uur later is Midwife even intens, maar dan in een bad van rust en nuance. Ondersteund door Thou speelt Madeline Johnston ‘No Depression In Heaven’ in de Terminal. De tweede van drie shows, en een die het kippenvel op de huid zet. De subtiele liedjes van Midwife krijgen een genuanceerde extra dimensie door de laag die Thou er onder legt. Bedrieglijk onschuldig betovert Midwife zo de zaal, die zwijgzaam ondergaat in het warme, maar donkere dreampop en alt.Country-bad. Zo betoverend dat we een dag later Midwife nog maar een keer meepikken, nu met een selectie van haar beste werk en volledig solo; een show waarin zij even sterk overeind blijft en bij sommige inderdaad zo ver onder de huid kruipt dat zij met recht het eerder genoemde shirt mogen dragen.
Maar voor de zondag kan aanvangen heeft zaterdag nog de nodige verrassingen. Chat Pile hoort daar voor mij helaas niet bij. Hoewel de band alle ingrediënten in zich heeft om bij mij de juiste emotie op te roepen, slaat de verveling al snel toe. Een paar duizend man staat enthousiast mee te knikken, maar bij mij ontstaat te snel het gevoel dat het een trucje is. Goed en strak uitgevoerd, maar het doet me niets. Kan ook best zijn dat Youniss en Doodseskader in de laatste uren voor mij zo in onderbuik hebben weten raken, dat alles daarna wat tammetjes overkomt. Eerst Doodseskader in de Engine Room, die met een mix van doom, metal, sludge, gabber en hiphop de meest dansbare verrassing op mijn Roadburn waren, een rare mix van Twentyonepilots en Aux Rausop anabolen en – ondanks de misantropische teksten – enorm veel levensenergie.
Energie die ook in bakken uit de lucht komt vallen wanneer Youniss de Hall Of Fame afbreekt. Drums, gitaar en een samplemachine, dat is alles wat het duo nodig heeft om de kleine groep mensen die deze avontuurlijke hoek van het festival heeft opgezocht in beweging te zetten. Redefining Heaviness is hier volledig van toepassing, met een geluid dat doet denken aan een lofi-noiserock-variant op Gil Scott-Heron met een Arabische swing erin. Spelend op de platte vloer, direct voor het podium, rolt het publiek letterlijk over het tweetal heen. Maar dichtbij is niet dichtbij genoeg voor Youniss Ahamad, die blijft oproepen om dichter bij te komen, zelfs wanneer de eerste rij letterlijk tussen de bekkens staat.
Bezinning en afterparty
Het zijn dit soort verrassingen die het festival het mooist maken en die uiteindelijk ook de zondag vullen. Natuurlijk had er een veilige route gewandeld kunnen worden, met Big Brave, Michael Gira en Bo Ningen op het programma. Een garantie op succes, maar juiste de onbekende namen trekken deze dag. Bovendien was Bo Ningen met een secret show in de Skatehall op zaterdag al bij toeval in de schoot gevallen. De keuzes vallen dan ook anders uit, onder andere weer met een secret show die letterlijk in de schoot wordt geworpen. Net nadat Midwife, Penelope Trappes en Cinder Well het idee hebben opgewekt dat Paaszondag een dag van bezinning en rust op Roadburn lijkt te worden, ramt het Rotterdamse Bombstrap deze gedachte er met overtuiging uit. Geëngageerde en gestructureerde chaos-hardcore die weinig ruimte laat voor rustig stilstaan bij het leven, maar vooral oproept vrij door dat leven te bewegen. Zo overweldigend, dat ik vergeet naar Big Brave te bewegen en als ik daar uiteindelijk toch halverwege de show binnen kom, geen behoefte meer voel om naar binnen te gaan. Misschien zelfs het moment dat ik had moeten beseffen dat het festival voor mij was afgelopen.
De noisemuur van Endon had mij eerder op de dag al uit elkaar getrokken en door elkaar geschud. Haast fluisterzacht beginnend, eindigde het Japanse trio na veertig minuten/twee nummers met een extreme lawaairave die een complete catharsis over mij uitrolde. In mijn ooghoeken zag ik volwassen mannen elkaar in de armen vallen van geluk of enthousiasme en had me er bijna tussen willen werpen. Het enige waar ik daarna nog behoefte aan had was rust en verrassing. Het was ook het moment waarop ik besloot Michael Gira links te laten liggen en richting Hall of Fame trok. Daar betoverde Penelope Trappes als een soort Keltische noisedronebosfaun een afgeladen zaal. Mystieke, haast sjamanistische poëzie verpakt in drones, cello en beats die soms vaag raakte aan het vroege werk van Zola Jesus. Ergens in een uiterst andere hoek dan Endon, en daarmee de perfecte balans.
Net als de donker traditionele folk van Cinder Well die daar op volgt. Of de donker drone folk van Greet waar ik na Bombstrap en het missen van Big Brave nog even in rol. Het is de rust die nodig is op de vierde dag en het is ook genoeg geweest. Niet dat ik aan die gedachte dan toegeef. Er volgen nog drie bands, maar het komt niet meer binnen. Wellicht ook omdat ik pas om 22:30 bedenk dat avondeten ook geen slecht idee is. Echter vooral omdat je maar een beperkte hoeveelheid energie, emotie, passie, loutering of catharsis kunt dragen (en maar een beperkte hoeveelheid interactie met mensen kunt verdragen). De hoogtepunten zijn geweest, Roadburn loopt langzaamaan ten eind, met elke act neemt de stroom richting station toe en raken de straten leger, een geanticipeerde rij voor het optreden van Gott blijft uit. In de merchandise-tent in de Spoorzone hangt nog steeds het ‘I Cried at a Midwife Show’, klaarblijkelijk alleen nog verkrijgbaar in XL. Alleen de diehards en locals blijven nog hangen, misschien opzoek naar nog een emotioneel hoogtepunt of gewoon om in complete euforie in de afterparty te blijven hangen.