Je vraagt je af waarom de muziek van Köhn op ‘Random Patterns’ zoveel ruimtelijker en relaxter klinkt dan op veel van de voorgaande releases. Toch heeft ze er bij Jürgen De Blonde (Eeklo, 1975) altijd al ingezeten: de fascinatie voor spacescouts als Klaus Schulze, Kraftwerk, Vangelis en Pink Floyd. Die oude liefde combineert hij hier op vier lang uitgesponnen tracks met inspiratie geput uit het werk van Steve Reich, Terry Riley en Philip Glass, de drie grote namen van het voortglijdende en hypnotiserende minimalisme. Volgens Köhn zelf staan op deze meest recente uitgave onder het onvolprezen Kraak-label pure transcendente improvisaties, meditaties op minimale loopjes en verschuivende arpeggios. Daar valt weinig aan toe te voegen, hoewel je ook zou kunnen stellen dat Köhn in de stilte en rust van de nacht lekker loos is gegaan op zn Armon p200 elektrische orgel, dat hij diep in de repeterende riedels is gedoken en voorts in de betovering van de herhaling is blijven hangen. Het resultaat blijft evenwel hetzelfde en opent voor de luisteraar de deuren naar een wonderschone wereld ergens verscholen in de oneindigheid van de kosmos. Stof tot overpeinzing en de juiste geestesgesteldheid voor onthaasting, reinheid en rust. Een bemoedigend en moedig album dat helemaal is toegesneden op vinyl, zodat een lang nummer op kant A past en drie wat kortere op B. Helemaal in lijn met de geest van het album.